15+ - Janneke Schotveld is bekend van haar
sprankelende kinderboeken waarin volwassenen al eens buiten de lijntjes durven
kleuren en kinderen voluit voor hun dromen gaan. Denken we maar aan de reeksen Superjuffie en Robbie en Raffie. Zusje
is haar eerste boek voor adolescenten en meteen ook het eerste vernieuwde
slashboek na zeven jaar stilte rond het project. Schotveld baseerde zich
hiervoor op de gesprekken met Rifka Mels.
Rifka groeit op in een streng
gereformeerd gezin. Vaders wil is er wet en moeder is een nerveuze, angstige
vrouw. Ze ‘beet zich in Jezus vast als een teek in de huid’. Zonde loert altijd
als een groot gevaar om de hoek in dit gezin. Constant is de dreiging voelbaar van
de Dag des Oordeels, de dag waarop Jezus de mensen die niet vroom genoeg
geleefd hebben in het vuur van de hel zal achterlaten. Pieter, de oudste, leeft
strikt volgens het voorbeeld van zijn ouders en toont zich hiermee het perfecte
kind. Heel anders is het voor Rifka en haar anderhalf jaar jongere zus Tabitha,
twee handen op een buik. Zij willen zich uit dit strenge keurslijf bevrijden.
En dan vertelt Rifka dat ze lesbisch is.
Wanneer ze gaat verder studeren,
lijkt Rifka voor het eerst grip te krijgen op haar eigen leven. Ze gaat op
kamers, gaat regelmatig uit en krijgt haar eerste echte relatie. Ze beschrijft
haar leven als ‘van God los’ en de druk van het thuisfront raakt steeds verder
op de achtergrond. En ze maakt plannen. Na het afronden van haar bachelor, wil
ze een jaar rondtrekken met de fiets.
Vlak voor haar vertrek gebeurt
er iets wat het gezin compleet op zijn kop zet en Rifka totaal doet blokkeren.
Schotveld kiest ervoor om de gebeurtenis niet onmiddellijk expliciet te benoemen.
Pas aan het einde zal duidelijk worden wat er zich precies heeft afgespeeld,
maar wie tussen de regels leest, begrijpt al snel dat het gaat om de zelfdoding
van Tabitha. Op die manier maakt de schrijfster Rifka’s enorme worsteling om
dit trauma te verwoorden zeer intens voelbaar.
Na een aantal weken van
verdoving besluit Rifka van Utrecht naar Noorwegen te fietsen Ze is er
uitgenodigd bij Hiva, een goede vriendin van Tabitha die erop aandringt om haar
te zien in deze heftige periode. Tijdens deze roadtrip, vol wondermooie
beschrijvingen van het voorbijtrekkende landschap, zit Schotveld haar
personages dicht op de huid. We leren Tabitha kennen via herinneringen die
Rifka regelmatig ongewild overvallen. De druk omwille van Tabitha’s
bipolariteit is intens voelbaar. Ze vraagt Rifka of ze gek is en we lezen hoe
ze switcht tussen manisch ronddansen en dagenlang lusteloos in bed liggen. Het
is ontroerend hoe Janneke Schotveld, tussen al deze rauwe pijn, een ontzettend
warme persoonlijkheid laat doorschemeren. Zo is Tabitha de enige in het gezin
die Rifka’s geaardheid accepteert. ‘Je bent goed zoals je bent’. En Rifka
omschrijft haar zusje als ‘de enige in ons gezin die écht gemeend kon knuffelen’.
Schotveld
geeft een onthutsende inkijk in de puinhoop van Rifka’s gedachten. Terwijl ze beweert
niet meer in God te geloven, maalt de angst voor de hel onophoudelijk door haar
hoofd, net als de afwijzende houding van haar familie tegenover haar
geaardheid. Het turbulent rouwproces overheerst alles. Intens gemis en een
knagend schuldgevoel, ‘Ik was er niet’, lopen door elkaar. Om haar steeds vaker
opspelend schuldgevoel te onderdrukken, jakkert Rifka maar door ‘alsof de
duivel me op de wielen zit’. In amper acht dagen fietst ze naar Denemarken. Een
doorbraak komt er wanneer Rifka langs de kant van de weg een ziek vogeltje
vindt en dit ervaart als een nieuwe kans om een leven te redden. Wanneer het
beestje toch sterft, krijgt ze een heftige paniekaanval. Jens, de
gepensioneerde huisarts waarbij ze op dat moment logeert, is de eerste voor wie
ze haar zorgvuldig opgebouwd schild laat zakken. Ze praat met hem over Tabitha
en hij helpt haar om te vertragen en beter voor zichzelf te zorgen. Op een ontroerende
manier verwoordt Rifka hoeveel dit voor haar betekent: ‘Jij komt het dichtst
bij hoe ik hoopte dat een god zou zijn’.
De ambivalente relationele
dynamiek tussen Rifka en haar ouders loopt als een rode draad doorheen het
verhaal. Ondanks alle starheid is er ongelofelijk veel liefde voelbaar. Deze
mensen willen elkaar ondersteunen en vasthouden, maar hebben geen idee hoe ze
elkaar kunnen bereiken. Rifka toont zich vaak razend op haar ouders omdat ze
Tabitha’s radeloosheid alleen maar vergrootten met hun psalmen, preken en hun
keuze voor een gereformeerde psycholoog. Tegelijkertijd herinnert ze zich hoe
graag ze wilden dat Tabitha beter werd. Elke avond laat Rifka haar ouders weten
waar ze is. Ze wil gehoor geven aan hun bezorgdheid om haar, die haar duidelijk
deugd doet, maar ze kan het niet opbrengen om te vragen hoe zij zich voelen. Doorheen
alle verwarring weet Rifka zich onlosmakelijk met hen verbonden: ‘En ze zijn mijn
enige lijntje met Tabitha’.
Hiva vermoedde al dat Rifka overspoeld werd door schuld en
nodigde haar uit om haar hierin bij te staan. Maar de heftigheid waarmee ze
Rifka na haar aankomst dat schuldgevoel uit het hoofd probeert te praten, komt
een tikkeltje kunstmatig en theatraal over. Daarnaast geeft ze Rifka de raad om
haar eigen mensen die haar nauw aan het hart liggen, rondom zich te verzamelen.
Een soort zelfgekozen familie die naast haar eigen familie kan en mag bestaan. Dat
komt wèl behoorlijk binnen. Bijzonder knap hoe Schotveld dit heftig verhaal
sereen weet neer te leggen met een advies dat ontroert door de eenvoud en tegelijkertijd
een uitzicht biedt op betere tijden. Zonder te veroordelen of het rouwproces te
verdoezelen.
Janneke
Schotveld Rifka Mels: Zusje, Querido, Amsterdam 2025, 192 p. ISBN
9789045130590. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan