Vertaald proza

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2025

Isabel Allende: Mijn naam is Emilia Del Valle

door Hugo Van Hoecke

Op haar leeftijd van ruim boven de 80 en na tientallen succesvolle romans te hebben gepubliceerd is de Chileense Isabel Allende, die al vele jaren in Californië woont, nog lang niet uitverteld, zo blijkt. En te oordelen naar haar nieuwste roman is er doorheen de jaren weinig sleet gekomen op haar schrijverstalent, eerder uitdieping en verfijning. Terugkijkend naar haar vorige romans kan men daarin grosso modo een ‘dubbele’ achtergrond onderkennen: de Chileense achtergrond -- de plek van haar wortels -- en de Amerikaans-Californische, waar ze als rijpere volwassene haar verdere leven heeft uitgebouwd. Op die achtergronden, nu eens de ene dan weer de andere, krioelen dan op het voorplan de luitjes goed en kwaad die de verteller in Allende hebben wakkergemaakt. Maar kijk, dit keer wordt het anders, omvattender eigenlijk. In Mijn naam is Emilia del Valle schuiven beide achtergronden, beide leefwerelden zeg maar, in een soort osmose over elkaar heen. For better or for worse.
 
Om het verhaal te situeren moeten we terug naar de laatste decennia van de 19de eeuw. De plek van aanvang is Californië en het is Emilia die meteen het woord neemt. Het wordt dus háár verhaal. Emilia blijkt de dochter te zijn van een Ierse immigrante die een korte affaire had met een Chileens rijkeluiszoontje dat in Californië was beland. Na de geboorte van het meisje was de man met de noorderzon (of juister nog: de zuiderzon) vertrokken uit de V.S. en teruggekeerd naar zijn thuisland. Emilia groeit op als een begaafd meisje met schrijversbloed in de aderen; naarmate ze ouder wordt raakt ze almaar meer aangetrokken door die mysterieuze verre vader, die zij ooit wil ontmoeten. Tot zich opeens een gedroomde gelegenheid aandient. De Californische krant waar zij werkt maar waar ze zich alsnog moet beperken tot het schrijven van oppervlakkige columns, wil een oorlogsreporter naar Chili sturen om de dreigende burgeroorlog in dat land te verslaan. Emilia is dan vooraan in de twintig, en bovendien vrouw: in die tijd twee levensgrote obstakels. Maar ze haalt haar slag (gedeeltelijk) thuis: haar collega Eric zal de politieke situatie coveren, Emilia moet het houden bij humaninterest-columns…
 
Wat de onvoorbereide Emilia nadien, gedropt (fictie) midden in de slag om Concón (historisch), aan gruwel meemaakt, en ook aan den lijve ondervindt, schudt haar meedogenloos dooreen. De oorlog heeft mij met zijn drakenmuil verslonden, erkent ze achteraf. Ergst van al is ‘De angst die zich in je botten nestelt en daar permanent op de loer ligt, klaar om bij het  minste of het geringste toe te slaan’. Nu ze die angst van nabij heeft leren kennen, begrijpt ze dat ze er nooit meer vrij van zou zijn, en dat elk bescheiden streepje geluk niet méér zou kunnen betekenen dan ‘een bedrieglijke pauze in de gewelddadigheid van de wereld’.
 
Die indringende oorlogservaring doet haar alvast beseffen dat ze nooit meer zoals voorheen over oppervlakkige onderwerpen zal kunnen schrijven. Dat besef is weliswaar nog lang niet het eindpunt van Emilia’s odyssee in Chili. Amper overleeft ze de naweeën van de militaire confrontatie en doolt verder doorheen het land -- haar vader is intussen gestorven -- op zoek naar het landgoed dat hij haar zou hebben nagelaten. Maar veel belangrijker is wat ze uiteindelijk vindt, met name zichzelf als schrijfster met een kostbaar getuigenis in zich dat hunkert naar uitbraak: over de gruwel van geweld en oorlog, over de vrijgevochten vrouw die zij geworden is, over haar gehechtheid aan het nieuw ontdekte (vader)land -- het Chili van haar afkomst.
 
Het getuigenis dat de fictieve Emilia neerlegt, is eigenlijk min of meer dat van de reële Isabel Allende. Thema’s als geweld, de vrouw, haar geboorteland Chili zijn niet weg te denken uit haar werk. Waar ze ook materiaal vindt om, met dezelfde ingrediënten maar telkens nieuw ingekleed, een gloedvol verhaal in elkaar te steken dat recht doet aan de ‘diffuse tinten, omfloerste mysteries, onzekerheden’ van welke samenleving ook waarin ze leeft, ontstaat een roman. Of het nu gaat om diepmenselijke toestanden van lief en leed of vrouwen die de conventies uitdagen, sociale competitie of oorlogsgeweld -- zo manifest aanwezig in deze dagen -- ze blijft consistent gestalte geven aan de mooie én smeuïge kanten van de hedendaagse samenleving. Met als einddoel verzoend te raken met het leven en de eigen herinneringen: ‘Middels het geschreven woord probeer ik de vluchtige aard van het bestaan te vlug af te zijn, de momenten te vangen voordat ze vervagen, de verwarring rond mijn verleden op te helderen’.
 
Naar het einde toe verkondigt Emilia (en via haar dus Isabel) dat haar boek af is omdat haar schrift vol is. ‘Maar ik blijf mijn leven opschrijven in andere schriften tot ik geen herinneringen meer over heb’. Het valt te verhopen dat de bodem van het vat nog lang niet bereikt is.
 
Isabel Allende: Mijn naam is Emilia del Valle, Wereldbibliotheek, Amsterdam 2025, 368 p. Vertaling van Mi nombre es Emilia del Valle door Rikkie Degenaar. ISBN 9789028453852. Distributie Lannoo

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri