In zijn debuutbundel brengt Twan Vet exact
wat hij in de titel belooft. Zijn gedichten zijn evenveel pogingen om de
dagelijkse wanhoop om te zetten in troost, om een moment van loutering te
bieden. Zijn inspiratie haalt Vet uit de dagelijkse, vaak vrij banale
gebeurtenissen en ervaringen. Die presenteert hij op een haast laconieke wijze
en voorziet hij van persoonlijke commentaar. Zijn verzen zijn doorgaans
rechttoe-rechtaan, zonder al te veel franjes maar, daarom niet minder
trefzeker. Vooral de koele ironische toon intrigeert en dwingt tot herlezen.
Op het persoonlijke vlak is er de intieme relatie met de
geliefde in de besloten huiselijke omgeving. Die wordt vlijmscherp geanalyseerd
als een poging van twee mensen om hun eigen gemis te compenseren in een
gezamenlijke relatie. De liefde verzacht en verdooft, maar tegelijk blijft ze
erg broos en voorlopig, een remedie met een kortstondige werking. Het conflict
tussen de hoge romantische verwachtingen en de realiteit is hier vaak een soort
van test, een les om te leren omgaan met relativering. Niet toevallig nemen
sommige gedichten de vorm aan van brieven, intieme gedachten die hopen de
geadresseerde te bereiken. Zo komt in de monologen van het vers vaak een soort
van dialoog tot stand.
De buitenwereld weerspiegelt in feite dezelfde onzekerheid
en onvoorspelbaarheid. Belangrijk daarbij zijn de nieuwsuitzendingen op
televisie, want zij vormen de weg waarlangs de wereld zijn intrede doet in de
binnenruimte. Weerberichten en nieuwsfeiten worden zo omgevormd tot
waarschuwingen of voorspellingen die het ik beïnvloeden in zijn eigen
opvattingen en gedragingen. De buitenwereld verschijnt vaak als een oord van
vervreemding en verwondering. Het ik ziet voortdurend spiegelbeelden van zichzelf:
in achtergelaten voorwerpen, in marginale figuren, in het onopgemerkte waaaraan
mensen achteloos voorbijgaan…
Twan Vet schrijft zo een lyriek die wel herinnert aan
Ingmar Heytze of Jean Pierre Rawie, om maar die namen te noemen. Het zijn haast
klassieke gedichten, verstaanbaar en toegankelijk maar tegelijk bijzonder knap
in elkaar gezet, met oog voor dubbele bodems en een verfijnde ironie. Ook de
romantische insteek is daarbij essentieel. De dichter poseert echter minder dan
zijn voorbeelden, en daardoor neemt hij slechts zelden zijn toevlucht tot
theatraliteit en overdrijving (al zullen zijn gedichten het ongetwijfeld ook
goed doen op het podium). Hij blijft kwetsbaar, al is zijn poëzie een strategie
om daarmee om te gaan. Het gevoel van verlatenheid en tekort wordt daardoor
echter eerder schrijnender dan draaglijk gemaakt. In die zin is het succes van
deze ‘troostpogingen’ toch twijfelachtig, maar net dat levert dan weer
voortreffelijke poëzie op.
Twan Vet:
Troostpogingen, De Bezige Bij, Amsterdam 2025, 43 p. ISBN 9789403134130.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan