Waterland (Marshland) is het debuut
voor een volwassen publiek van de Amerikaanse jeugdschrijver Matthew Olshan.
Hoofdpersonage Gus is een bejaarde legerarts die decennialang opgesloten werd
als een landverrader. Zijn gezondheid is volledig gebroken als hij uiteindelijk
vrijgelaten wordt en na een dagenlang geblinddoekt vliegtransport in een
vreemde stad wordt gedropt. Zijn proces heeft indertijd heel mat media-aandacht
gekregen en de mensen die hem herkennen, willen niets met hem te maken hebben.
Hij is gedoemd om als dakloze ten onder te gaan, ware het niet dat een
museumcurator hem onderdak en werk geeft als arts voor (illegale?)
vluchtelingen, moerasmensen uit het gebied tussen Eufraat en Tigris in het
Midden-Oosten. Blijkbaar loopt in het museum een controversiële tentoonstelling
over het moerasvolk en hun traditionele leefomgeving.
Gus
voelt zich thuis bij de moerasmensen aangezien hij van jongs af in hun cultuur
geïnteresseerd was en jarenlang werkzaam was in het gebied als arts en administrateur
van een vreemde bezettende mogendheid. Zijn leven bij de moerasmensen, de reden
van zijn landverraad en zijn band met de curator die hem als klein meisje
gekend heeft, wordt pas gaandeweg onthuld aangezien de drie delen van het boek
elkaar in tegenwijzerzin opvolgen. Gus’ passie voor het gebied en zijn mensen
is de reden voor zijn uiteindelijke ondergang. Hij wil hen medische zorg geven
terwijl dat expliciet verboden is. Hij wil zich distantiëren van
martelpraktijken om informatie in te winnen. Hij wil gerechtigheid voor gewone
moerasmensen die door de militaire overheid omgebracht worden. De dunne
scheidingslijn tussen een recht op bestaan en terrorisme maakt dat Gus ongewild
een wasvrouw helpt om de dood van haar zoon te wreken. Wanneer zij de
sadistische militaire overste van Gus neerschiet, wijst die met zijn laatste
ademtocht Gus aan als verrader.
De inspiratie voor
zijn roman haalt Olshan naar eigen zeggen uit de figuur van de Britse
ontdekkingsreiziger Sir Wilfred Thesiger en zijn boek The Marsh Arabs (1964): ‘He was an aristocrat who
went to Eton and Oxford, but he couldn't stand being around his own people. He
would search out these corners of the world where modernity had not interfered.
He would live with the marsh Arabs or the nomads of the Sahara. He loved being
in a 120-degree, flea-bitten hovel and drinking coffee in a reed guesthouse.’
Het biotoop, de stammenstructuur en de oeroude beschaving van deze
moerasarabieren werd later door Saddam Hoessein vernietigd. Door de Amerikaanse
oorlog in Irak en het westerse imperialisme impliciet te linken aan de
ondergang van de moerascultuur, wordt dit Kafkaiaans aandoende, haast tijdloze
verhaal gelinkt met de actualiteit. Uiteindelijk blijkt de curator de dochter
van de door de militaire overheid vermoorde Magheed (een stamhoofd van de
moerasarabieren) te zijn. Zij werd als kind door Gus medisch verzorgd en staat
in zekere zin symbool voor de erfenis van de moerasarabieren.
Amsterdam
: Meulenhoff, 2015, 205 p. Oorspr. titel :
Marshlands. ISBN 9789029090254
deze pagina printen of opslaan