In 2006 wordt vlucht 127,op weg van Damascus naar Wenen, gekaapt
door een Islamitische terroristische organisatie. De Amerikaanse
inlichtingendiensten waren door hun informanten op de hoogte gebracht dat er
iets ernstigs zou gebeuren in Duitsland of Oostenrijk. Zij hechtten echter geen
belang aan de informatie ,namen daarom geen voorzorgen en verwittigden hun
bondgenoten niet. De gevolgen waren desastreus:alhoewel de CIA een mol op het
vliegtuig had, kwamen 120 mensen om. Jaren later is operatie Flughafen, zoals het
debacle nadien wordt genoemd, nog steeds een etterende zweer. Want als je geen
schuldige voor een misdrijf kunt aanwijzen, werpt dat een smet op iedereen. Henry
Pelham en Celia Favreau, twee van de protagonisten, waren destijds geliefden; Celia
verliet de dienst om in Californië huisvrouw te gaan spelen, Henry bleef actief
als agent. Vijf jaar later is de tijd gekomen om orde op zaken te stellen en
vliegt Henry naar de States om Celia te confronteren met haar verleden. Eén
ding is ondertussen duidelijk:een bron binnen de Amerikaanse ambassade was
medeplichtig aan de catastrofe in 2006 op het vliegveld van Wenen.
Met geslepen messen heeft een meesterlijke plot. Steinhauer laat
afwisselend Henry en Celia aan het woord zodat de lezer continu op het
verkeerde been wordt gezet; was Celia de schuldige, of Henry, of iemand anders?
Het verhaal speelt zich grotendeels af in een Californisch restaurant met
flashbacks naar het verleden. Een huzarenstukje, want de spanning verslapt
nooit, o.a. door de vlijmscherpe dialogen. De spionagewereld wordt genadeloos
uitgetekend:
‘Normaal
wil zeggen dat je de constante druk van geheimen voelde. Dat je in een
voortdurende staat van verwarring verkeerde. Dat je zelfs de mensen van wie je
hield niet kon vertrouwen. Maar als je alom geaccepteerde waarheden aan de
achterkant kunt bekijken, waar de geheimen verborgen zitten, geeft dat een
kick.’
Elke
spion is een professionele manipulator die een verhaal kan verzinnen dat je
diep in een doolhof van verzinsels trekt waar zoveel waarachtigs in zit
verwerkt dat je nooit weet of je bent beetgenomen of niet. Henry verwoordt zijn
dilemma treffend: ‘Ik denk aan wat ik haar aandoe en ik vraag me af of ik
daarmee kan leven terwijl ik dit juist doe om te blijven leven.’ ‘We hebben
minder sympathie voor de mensen die de wereld niet zien zoals wij die zien’
zegt Henry ‘en diegenen die aantoonbaar rijp zijn voor het gekkenhuis, ach hun
vermoorden is een daad van barmhartigheid.’ Toch vat de lezer de meeste
sympathie op voor het personage van Henry. Zijn humoristische zwartkijkerij
werkt aanstekelijk. Zijn kijk op de Amerikaanse way of life getuigt van
Steinhauers observatietalent. John Le Carre heeft een waardige opvolger.
Amsterdam : Ambo
/ Anthos, 2015, 235 p.
Oorspr. titel: All the old knives. ISBN 9789026332562
deze pagina printen of opslaan