Poëzie

BOEKEN NR. 5, NOVEMBER 2015

Vegter, Anne (red.): Je bent mijn liefste woord. Gedichten voor bijzondere momenten

door Dirk De Geest

Anne Vegter is momenteel Dichteres des Vaderlands in Nederland. In die functie symboliseert zij zowat het poëtische geweten van de natie. Zoals haar illustere voorgangers probeert zij de actualiteit tot poëzie te transformeren, als een stem die commentaar geeft op wat zich voordoet in onze samenleving. Die gelegenheidsgedichten zorgen voor een brede weerklank, maar tegelijk verdwijnen ze ook weer snel uit het geheugen. In die zin probeert Vegter ook op een meer duurzame manier poëzie bij de mensen te brengen. Deze bloemlezing is daarvan de directe uitdrukking. Op de flaptekst en in haar inleiding stelt de samenstelster de vraag naar het ‘nut’ van poëzie. Ze argumenteert dat lezers zich kunnen herkennen in de woorden van dichters, zeker op bijzondere momenten die zulke woorden kunnen gebruiken. Tegelijk relativeert ze die functie toch ook weer door te spreken van het ‘voorwerk’ van dichters. Daarmee legt Vegter de vinger op de wonde. Gedichten kunnen inderdaad troost bieden, loutering of vreugde helpen ondersteunen, maar tegelijk zijn het allereerst artistieke creaties; net daardoor overstijgen ze de loutere nuttigheid.  
Die dubbelzinnigheid kun je in deze bloemlezing op vrijwel elke bladzijde aantreffen. Vegter heeft haar ruime anthologie thematisch ingedeeld, volgens de grote episodes van het leven (vanaf geboorte over opgroeien tot de dood en na de dood) en de grote gevoelens en verlangens (identiteit, seks, liefde, overspel, geluk en ongeluk). Het is, met andere woorden, een bijzonder herkenbaar schema dat door tal van andere bloemlezers al is gebruikt, zij het dat hier wat meer eigentijdse accenten worden gelegd, bijvoorbeeld door de klassieke categorie van het ‘huwelijk’ niet langer te gebruiken.

De selectie zelf is ruim en bevat veel eigentijdse gedichten, terwijl omgekeerd oudere dichters geheel zijn weggevallen. Geen Leopold, Bloem of Van Nijlen dus. Van de experimentelen zijn vooral leesbare gedichten opgenomen: het onvermijdelijke ‘Voor een dag van morgen’ bijvoorbeeld, of van Claus enkel late, vrij toegankelijke verzen. Uiteindelijk zijn die evergreens echter van minder tel, want de klemtoon ligt overduidelijk op poëzie na 1990. In dit opzicht biedt dit boek toch wel een staalkaart van wat de Nederlandse poëzie vandaag voorstelt (met inbegrip van een aantal Vlaamse dichters, niet mis te verstaan). Daarbij heeft Vegter, niet zo vreemd gezien haar functie en haar eigen literaire werk, de klemtoon vooral gelegd op ‘leesbare’ gedichten, verzen die weliswaar gestileerd zijn maar zelden of nooit problemen stellen aan de lezer. Dat past uiteraard ook bij het ‘nuttige’ waarmee ze poëzie hier associeert.

Je bent mijn liefste woord vormt een uitstekende, zij het toch wel eenzijdige bloemlezing. Als literair-historisch document, maar ook als staalkaart van de actuele poëzie is ze nogal eenzijdig. Als ‘bruikbare’ verzameling gaat het echter om een uitstekend boek, vergelijkbaar (maar wat frivoler) dan het legendarische Groot verzenboek van Jozef Deleu (dat volgens mij toch wel duidelijk als inspiratiebron heeft gediend). Veel lezers zullen hier allicht verzen naar hun gading vinden. Van een Dichteres des Vaderlands kon men trouwens moeilijk iets anders verwachten.
 
Amsterdam : Querido, 2015, 439 p. ISBN 9789021457154

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri