Hans Tentije heeft onderhand al een stevig oeuvre opgebouwd. Sinds zijn eerste bundels — verzameld in Drenkplaatsen — is daarbij veel veranderd, maar minstens evenveel hetzelfde gebleven. Van meet af aan heeft de dichter de werkelijkheid vooral beschouwd in termen van sporen: objecten, plaatsen en ogenblikken verwijzen als het ware naar een dieperliggende samenhang die het dichterlijke ik tracht bloot te leggen. De eigen subjectiviteit is daarbij duidelijk ondergeschikt aan die visie op de werkelijkheid. In zijn eerste bundels ging het Tentije bijvoorbeeld om de moeizame reconstructie van de biografie van mensen, zoals de dichter Celan. In zijn latere bundels blijft de inzet hetzelfde, maar is het zoeken zo mogelijk nog belangrijker geworden dan het trachten en hopen te vinden.
De titel van Tentijes jongste bundel is daarvoor symptomatisch. Niet ‘gebeurtenissen’ staat voorop, maar ‘gissingen’. Via de activiteiten van het menselijke brein — waarneming, maar evenzeer interpretatie en verbeelding — tracht de dichter als het ware ‘mogelijke’ gebeurtenissen te achterhalen en in zijn teksten te presenteren. Eenduidigheid is daarbij veelal uit den boze, aangezien de complexe realiteit zich doorgaans niet laat reduceren tot eenvoudige categorieën.
Die visie uit zich in deze bundel op verschillende manieren. Allereerst staat het dichterlijke ik bij Tentije zelden centraal. Het duikt weliswaar op, maar veelal in de gedaante van iemand die volgt, die waarneemt, die zoekt. Doorgaans duurt het ook een aantal regels voor zo'n ‘ik’ daadwerkelijk wordt vermeld. Veel vaker opteert de dichter voor een zogenaamde objectieve weergave van de werkelijkheid, of gaat hij schuil achter een ‘wij’ of een ‘jij’ (overigens een manier om meteen ook de lezer bij het vers te betrekken). Daarbij komt een veelvuldig gebruik van de opsomming. De bundel opent bijvoorbeeld met een lijst van een paar tientallen voorwerpen die op het eerste gezicht niets gemeenschappelijk hebben: van een schouderbandje tot een gesprek of woede op de tribunes… Het gaat de dichter net om het samen denken van die heterogene verzameling, om het zoeken naar verbanden en diepere betekenissen: in dit geval lijken veel van de objecten verbonden met hevige emoties die nooit een oplossing kregen, waardoor het vers eindigt op ‘de vragen, de vragen –’. Het voorgaande illustreert meteen ook hoe de poëzie van Tentije haar kracht haalt uit de optimale combinatie van enerzijds bijzonder concrete, haast idiosyncratische details en anderzijds vage contouren, uit tegelijk een overvloed en een vaagheid aan informatie.
Bij die complexe ervaring speelt de ruimte vaak een beslissende rol. Ook in Gissingen, gebeurtenissen benadert de dichter de werkelijkheid via de ruimte, een dimensie waarin tegelijk ook de tijd wordt gestold. De reels ‘Noorderlicht’ is bijvoorbeeld gesitueerd in Noord-Duitsland. De Elbe speelt daarin een centrale rol, als een beeld van het eeuwig stromende water. Daarnaast worden diverse ruimtes opgeroepen, die vertrouwen lijken te wekken maar tegelijk verraderlijk gevaarlijk zijn: een kliniek voor tbc-patiënten, een gevangenenkamp, het atelier van een tragische schilder. Dezelfde dubbelzinnige indruk maakt de reeks over het Antwerpse ‘Billard Palace Hotel’. Een seksueel avontuurtje staat eens te meer model voor de problematische ervaring van de relatie tussen het ik en de ander. Net zoals bij de ruimte wordt de ander tegelijk geportretteerd als bekend en vreemd. Daardoor krijgt de bundel soms een bedreigende sfeer.
Lezers van eerder werk van Tentije zullen in deze nieuwe bundel vooral ‘thuiskomen’. Voor andere lezers vormt deze bundel een uitstekende staalkaart van alles waarvoor de dichter staat. Hoogtijd dus voor een grondiger kennismaking.
Hans Tentije, Gissingen, gebeurtenissen, De Harmonie Amsterdam, 2013, 59 p., € 15,9. ISBN 9789076168845. Distributie: Elkedag Boeken
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013
deze pagina printen of opslaan