In een kamer in een verlaten dorp in Noord-Noorwegen bereidt de achttienjarige Karl Ove zich voor op zijn eerste dagen als leraar. Hij heeft zich verplant naar het einde van de wereld, ziet de zee zich uitstrekken tot Newfoundland en wordt daar zielsgelukkig van. Het eerste ommetje naar de buurtwinkel confronteert hem met de afstandelijkheid van zijn nieuwe omgeving, maar al na een paar dagen komen zijn leerlingen en collega’s kennismaken. Karl Ove wordt snel net zoals alle anderen in het dorp: iemand die iedereen kent. Het lesgeven zelf wil ook wel lukken en in de weekends is er drank genoeg om de strubbelingen met collega’s weg te spoelen. Een zware kater voert de verteller in zijn herinneringen terug naar de tijd die zijn vlucht naar het noorden voorafging. De spanningen met zijn vader hebben hem doen ontsporen. Aan vrouwelijke aandacht ontbreekt het hem niet, ook niet hier in het noorden, maar uit gebrek aan ervaring slaagt hij er maar niet in om die te verzilveren. Tussen het lesgeven en drinken door probeert hij nog wat te schrijven ook.
Waar Knausgård in de eerste twee delen van zijn ondertussen berucht geworden zesdelige autobiografie ‘Mijn strijd’ nog proza kon hanteren dat soms te realistisch was om het banale te overstijgen, of zijn sterke verhaal vergooide aan uiteenwaaierend gefilosofeer, is zijn bijna rapporterende stijl in Nacht, het vierde deel, veel meer toegespitst op de handeling zelf. Daardoor sluit het meer aan bij het voorafgaande Zoon. Knausgård is er echt in geslaagd spanning op te bouwen door het leven te vertellen. Alledaagse uitspraken, korte ontmoetingen, een flard van een telefoongesprek of een brief vol clichés van een meisje uit Denemarken bevatten ontknopingen en ontpoppen zich tot adolescentendrama’s. ‘Oma Knausgård heeft gezegd dat je niet meer bij haar op bezoek moet komen,’ zegt Karl Oves moeder zonder rekening te houden met de vertwijfeling waarin ze hem daarmee stort. Of er is een meisje dat woordeloos uit bed opstaat na zijn zoveelste mislukte poging tot seksueel contact. Het is Knausgårds vertelkracht die je aan het lezen houdt, maar ook het besef dat van de vele mensen die een leven leiden als dat van Knausgård, er maar weinigen zijn die de moed kunnen opbrengen om zichzelf net zo genadeloos binnenstebuiten te trekken. Dat hij in eigen land ter verantwoording werd geroepen omdat hij in Nacht wat namen heeft veranderd en eigenschappen van personages heeft verdoezeld, doet absoluut geen afbreuk aan het feit dat hij hier, uitgerekend in het deel waarin hij zijn eerste literaire probeersels als puber presenteert, meer dan in alle andere volumes samen bewijst een groot literator te zijn. Het beste nieuws moet hierbij nog worden gezegd: er liggen nóg twee delen op ons te wachten.
Karl Ove Knausgård, Nacht, De Geus Breda, 2013, 477 p., € 25. ISBN 9789044526578. Vert. van: Min kamp : fjerde bok door Marianne Molenaar
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013
deze pagina printen of opslaan