Poëzie

Bart Stouten: Ongehoorde vragen

door Jooris Van Hulle

Bart Stouten is als radiomaker verbonden aan Klara. Niet toevallig dus dat in zijn bundel ‘Ongehoorde vragen’ een gedicht voorkomt met de titel ‘Wat is de essentie van radio?’ Het gedicht opent zo: ‘Er is een luisteraar, er is een micro. / Daarmee moet je het doen.’ Net als in heel wat andere gedichten uit de bundel buigt Stouten zijn initiële vraagstelling om tot een heel persoonlijk gekleurde benadering van de innerlijk doorleefde wereld waarin hij zich, in de eenzaamheid van de zendkamer, heeft teruggetrokken: ‘Wees voorzichtig, maar GA DOOR / tot het bittere eind. Tot alle verlangen is gedoofd.’ Alle titels in deze bundel hebben de vorm van een vraag: het gaat om ongehoorde vragen, in de dubbele betekenis van het woord, zoals Stouten aangeeft in zijn nawoord: ‘niet gehoord, maar toevallig ontdekt in deze gedichten die zichzelf schreven, ergens in een achterhoekje van mijn bewustzijn, waar taal nog net bij kan. […] Ongehoord ook in de zin van niet gepast, buitenissig.’ In en door de vragen die de dichter zichzelf voor de voeten schuift, neemt hij afstand van de waan van de dag, ontdoet hij kleine momenten, in een Grieks café bijvoorbeeld, van hun onbeduidendheid en kijkt hij zichzelf recht in de ogen, ‘de grenzen van mijn zwijgen willen wijken’. Het beeld dat zich daarbij aftekent, is dat van een eenzaat, verdwaald in de tijd, altijd weer op zoek naar een stuk schoonheid dat ondergesneeuwd dreigt te raken onder de eisen van het steeds agressiever om zich grijpende consumentisme. De anekdotiek speelt bij dit alles een belangrijke rol: dwalend door een niet bij naam genoemde stad ‘lijkt het of ik wacht op de terugkeer / van tijden die uit het zicht verdwenen zijn’, terwijl beneden in het historische pand BASE-telefoons worden verkocht. Verder voeren de vragen die Stouten zich stelt naar een metrostation, naar de Vierseizoenenlaan waar eens zijn liefje woonde, naar perron vijf waar mensen wachten op een trein die vertraging heeft... En telkens weer is er ‘de zachte kalligrafie van pijn’, een pijn die de dichterlijke inspiratie dreigt te laten wegebben. Zo luidt het in het gedicht ‘Zal ik het woord schuwen?’: ‘Spoor van inkt op een lege bladzijde. / En jij die bang bent voor het woord / dat niet meer droogt.’ Nadrukkelijk manifesteert zich ook de liefde van Stouten voor de antieke, vooral Griekse cultuur: niet een of andere imposante tempel of de al even indrukwekkende bibliotheek van Hadrianus, ‘maar liefst nog zoek ik vertroosting / bij de byzantijnse stèles van vergeten illusies’ (uit: ‘Waarom stoppen bij Zeus’ tempel?’). Onder de vaak overheersende verhaaltoon van de verzen (een enkele keer zelfs een prozagedicht), enkele keren ontsporend door de overtrokken zegging (‘in de hoop dat een helder wonder / uit de spuigaten zal sijpelen / van je dobberende denksyntaxis’) sluimert het gevecht dat de dichter blijvend voert met de woorden. En dat levert mooie gedichten op, zoals ‘Waarover per kerende post een onbeantwoorde vraag stellen?’, dat opent met deze strofe: ‘Leven. De laagjes van een ui pellen. / Zure tranen huilen en de dader zoeken./ Iets aanpakken en dat poëzie noemen. / Daar waar het laatste thema bloedt.’

Bart Stouten, Ongehoorde vragen, P Leuven, 2013, 62 p., € 17. ISBN 9789491455292. Distributie: Uitgeverij P

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri