In maart 1917 houdt de Russische sergeant Grisja Iljitsj Paprotkin het niet meer uit als Duits krijgsgevangene aan het oostfront. Hij moet en zal terugkeren naar huis, naar vrouw en dochter. Tijdens zijn vlucht sluit hij zich tijdelijk aan bij een bende Russische uitgerangeerden en wordt hij de minnaar van de jonge vrouw die hen aanvoert. Helaas zal haar raad om verder te trekken als Bjoezjov, een gedeserteerde Rus die in hun kamp gestorven is, Grisja noodlottig worden. Want wanneer hij in de stad Mervinsk weer door de Duitsers opgepakt wordt, houden ze hem voor een overloper die de grens met het Duitse bezette gebied overschreden heeft zonder zich binnen de drie dagen bij de districtscommissaris te melden. Executie binnen de vierentwintig uur wegens spionage staat hem daarvoor te wachten.
In Mervinsk gaan de Duitse gevangenisbewakers zo kameraadschappelijk om met de Rus die ‘vrolijk en argeloos als een vis een fuik in zwom’ dat Grisja zijn doodvonnis niet ziet aankomen. Wanneer het zover is, biecht hij in paniek alsnog zijn ware identiteit op. Drie jonge stafmedewerkers van de legerleiding kunnen effectief bewijzen dat hun arrestant geen spionerende overloper is. Maar de opperbevelhebber in het oosten van het Duitse rijk vindt een herziening van het vonnis schadelijk voor de militaire discipline. Grisja is ten dode opgeschreven, want ‘de machine is sterker. Oerdegelijke, sterke raderen heeft zo’n commando-apparaat en als het eenmaal loopt, dan loopt het’.
In deze oorlogsroman geeft Arnold Zweig bij monde van zijn alwetende verteller een stem aan de vele Duitsers die na 1918 ontredderd waren over de rol van hun land in de recente wereldgeschiedenis. Hij brengt de complexiteit in beeld van het conflict tussen het individu en de Duitse staat, die door zijn overwinningsdrift gereduceerd was tot een oorlogsmachine. Verliezers naast Grisja zijn de in wezen onschuldige manschappen die zich uit angst voor hun superieuren tot lafhartige daden laten bewegen, alsook de verpleegsters, de soldaten en hun divisiegeneraal, wier grootmoedigheid geen zoden aan de dijk brengt.
Zweig wisselt breedvoerige militair-strategische steekspelen af met poëtische passages waarin vooral winterlandschappen bezongen worden. Het is een logge roman, met uitzondering van het avontuurlijke begin en het laatste van de zeven delen, waarin Grisja naar de grindgroeve gedreven wordt waar de vijf fatale kogels afgevuurd zullen worden.
Arnold Zweig, De strijd om sergeant Grisja, Cossee Amsterdam, [2013], 443 p., € 24,9. ISBN 9789059364530. Vert. van: Der Streit um den Sergeanten Grischa door Lilian Caris / Jantsje Post. Distributie: Van Halewyck
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf [2013]
deze pagina printen of opslaan