Poëzie

BOEKEN NR. 7, DECEMBER 2015

Ruth Lasters: Lichtmeters

door Jooris van Hulle

Ruth Lasters debuteerde in 2006 met de roman Poolijs. Ze werd ervoor bekroond met de Vlaamse debuutprijs. Het jaar daarop volgde de dichtbundel Vouwplannen, goed voor de Debuutprijs van Het liegend Konijn. Na de romans Feestelijk zweet (2010) en Vlaggenbrief (2014) is er nu haar tweede dichtbundel, Lichtmeters. Binnen een streng in de hand gehouden opbouw, in de afzonderlijke gedichten terugvallend op een grammaticaal grenzen doorbrekende versificatie in disticha en terzines, en vanuit thematisch oogpunt gegrondvest op de antithese licht-donker, bakenen de gedichten de omtreklijnen af van de ruimte die de ik in de verzen zichzelf toemeet in het bestaan. De onderlinge samenhang van de gedichten maakt duidelijk dat Lasters hierbij rusteloos beweegt tussen een meer algemeen-maatschappelijke positie enerzijds en anderzijds een uitgesproken benadering van de relatie tussen een ik en een jij.

Vooral de gedichten die zich binnen het ingeperkte speelveld van een (liefdes-)relatie ontwikkelen, leveren ongemeen sterke staaltjes van poëtische zeggingskracht op. Zo bv. in het gedicht ‘Woud’, waarin het beeld van ‘de takken van rook’ die na het afsteken van vuurwerk voor even nog in de lucht blijven hangen (‘het luchtwoud / dat daar na het doven enkele seconden voor je ontstaat’) de ik op de idee brengt dat ‘de restwaarde eigenlijk grootser is dan / de bedoelde fraaiheid van spetters kleurvuur’. Deze idee wordt in het slotdeel van het gedicht omgebogen tot een beeld van de relatie tussen twee mensen, vanuit het besef van ‘de onherstelbaarheid / tussen ons’. Even overtuigend is het gedicht ‘Bloem’;
 
‘witte washanden waarmee je wast je oude vader
verharden ’s nachts tot omslagen voor
 
ongeschreven brieven naar elkaar’

Hier wordt het motief van het zorgende kind (‘ouders die verschoond worden / tegennatuurlijk door hun kind’) binnen de hortende denkwereld van de ouder omgebogen tot de ‘bizarre, onbestaande bloem […] zoals een, nieuwe plantensoort woekert na / kernstraling.’ Vanuit het opengetrokken ‘loketschuif van de aanvaarding’ (uit het gedicht ‘Tij’) kijkt de ik naar de wereld om zich heen, onderneemt die een poging de afstand tussen zichzelf en de anderen te meten en zo tot een toenadering te komen. Een voorzichtige vorm van benadering weliswaar, het blijft een delicate evenwichtsoefening met een stapel borden, ‘bij jou / halveerde ik de stapel tot twee gammele krukjes’ uit ‘Afstand’). Wat uiteindelijk rest, is een allesdoordringend besef van nietigheid, waarbij een milde vorm van ironie als tegenwicht fungeert. Dat blijkt uit het gedicht ‘Neon’, waarin de idee wordt geopperd dat het stukspringen van een lantaarnlamp ‘kan veroorzaken een minuscuul verschrikken, verliggen/ tijdens de daad waardoor een andere zaadcel dan die ene waaruit wij - / het had gehaald’. Vandaar: ‘Lantaarnonderhoud […] is dus een ethisch zéér / beladen zaak.’
  
Ruth Lasters stelt zich met deze bundel kwetsbaar op, vooral in de manier waarop zij nu, meer dan in haar debuutbundel, de haar omringende werkelijkheid met open blik tegemoet treedt.
 
Antwerpen : Polis, 2015, 54 p. ISBN 9789463100120

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri