Nederlands proza

Herman Franke: De tuinman en de dood van Diana

door Erik de Smedt

De fantasievolle romanschrijver die Franke is ("De verbeelding", 1998), laat zich niet zomaar wegcijferen als de auteur zich aan essays waagt. 'Verhalende beschouwingen' noemt hij deze bundel dan ook, waarin hij zich beweegt tussen fictie en non-fictie, kritische reflectie en het ophalen van eigen (?) herinneringen. Dat Franke in een vorig leven criminoloog was, geeft zijn stukken bovendien vaak iets van een speurtocht en behoedt de schrijver voor elke idealiserende eenzijdigheid. De titel contamineert twee essays die al stof hebben doen opwaaien. In het ene gaat hij na waar P.N. van Eyck de mosterd haalde voor zijn beroemde gedicht 'De tuinman en de dood', een verhaal van plagiaat en/of creatieve imitatie waaraan geen einde komt. Het andere relativeert de mediaheisa rond de dood van Lady Di en ontwikkelt van daaruit het begrip pulpdemocratie. Meerdere stukken hebben trouwens een cultuurkritische, om niet te zeggen cultuurpessimistische inslag. Zo vraagt Franke zich af of de overheid niet beter opnieuw de elitekunst zou stimuleren en zou afstappen van haar beleid om cultuur te buigen naar de massa. Hij denkt in het spoor van Oswald Spengler na over decadentie in onze beschaving. Hij gaat in discussie met Spinoza en met hedendaagse kunst in het teken van het christelijke lijdensverhaal.

Het beklijvendst vond ik het relaas van de verloren eer van Maurits Dekker, de schrijver die in de jaren '20 door de pers ten onrechte van medeplichtigheid aan moord werd beschuldigd, en de beschouwing over de ethische keerzijde van autobiografisch schrijven: "er zit heel veel werkelijkheid in veel romans en er zijn in de ogen van hun 'slachtoffers' nu eenmaal wel ethische grenzen voor een schrijver". Sterk zijn ook de stukken waarin Franke speelt met de scheidslijn tussen het verzonnene en het waar gebeurde, en je laat aanvoelen hoe een verteller zijn lezer kan manipuleren. Ze wijzen overduidelijk op het thema dat deze hele bundel bij elkaar houdt: het dunne vlies van de menselijke identiteit. "In elk mens huizen vele persoonlijkheden. Een schrijver houdt van hen allemaal en laat ze beurtelings aan het woord. (...) Voor een schrijver is zijn 'ik' gewoon een van zijn personages." De twijfel die zo'n schrijversvisie meebrengt, speelt Franke soms parten in de louter beschouwende teksten, die nu eens te stellig en dan weer te onbeslist overkomen. De verhalende stukken daarentegen profiteren van constructies die door hun auteur weer op de helling worden gezet.

Herman Franke, De tuinman en de dood van Diana, Podium Amsterdam, 1999, 273 p., € 898. ISBN 9057591324

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 1999

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri