Nederlands proza

Jean-Paul Franssens: Rozen uit het Zuiden

door Erik de Smedt

De moeder van de 11-jarige Paul houdt er een minnaar op na, de schilder Rook. Elke week bezoekt ze hem op zijn zolderatelier. Johann Strauss' wals 'Rozen uit het Zuiden' begeleidt hun amoureuze escapades, terwijl Paul speelt met de wonderlijke poppen die de artiest heeft vervaardigd. Ook voor hem zijn de uitstapjes naar Rook een verademing. Thuis wordt hij gepest door zijn broer Harry en op school zwaait meester Stek de plak. Stilaan blijkt dat de wereld van de volwassenen lang niet ideaal is. Wat bezielt dokter Krakkrak wanneer hij moeder spuitjes komt geven tegen haar galstenen? Hoe lang kunnen hij en moeder hun geheim voor vader bewaren, nu de roddelende buurvrouw lont ruikt? Waarom heeft de onderwijzer het zo moeilijk met zijn mongoolse zoon Gomarus? Paul leeft half in een fantasiewereld, voelt zich bedreigd door de kinderen van het naburige doofstommenkasteel en vindt een tweede thuis bij 'tante', de ex-vrouw van zijn vader. Hij ontdekt het geheim van meester Stek en wordt een paar keer nadrukkelijk geconfronteerd met de dood. Op zijn eigen zolder besluit de jongen als schilder een mooiere wereld te creëren.

Dit verhaal van liefde, dood en jongensleed wordt in de ikvorm verteld vanuit het perspectief van een 11-jarige. Franssens weet een evenwicht te vinden tussen die kinderlijke invalshoek en de barokke thematiek waar het hem eigenlijk om te doen is: schijn en zijn, de vergankelijkheid van illusies en de tegenstelling tussen kleinburgerlijkheid en vrijheidsdrang. Hoewel moeders geheimpje met Rook niet overeind blijft, wordt de schilder voor Paul toch een model, iemand wiens woorden hij tot de zijne maakt: "De mensen willen dat je altijd naar hen luistert en niet naar jezelf. Ze willen een slaaf van je maken. Ze willen beter van je worden. Maar zodra ze je gebruikt hebben, gooien ze je als een afgekloven kip in de hoek of in de vuilnisemmer. Dat zal mij niet gebeuren." Stilistisch en qua opbouw heeft het boek zijn beperkingen. De korte zinnen dragen weliswaar bij tot een realistisch perspectief, maar worden wat eentonig. De verschillende hoofdstukken staan te veel op zichzelf om het verhaal echt spannend te houden. Toch bezitten deze tranches de vie over de ondergang van een kinderziel in de naoorlogse jaren de charme van het authentieke.

Jean-Paul Franssens, Rozen uit het Zuiden, De Arbeiderspers Amsterdam, 2001, 190 p., € 640. ISBN 9029516364

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2001

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri