Vertaald proza

Kurban Said: Ali en Nino

door Erik de Smedt

Toen dit Romeo en Julia-achtige verhaal voor het eerst in 1937 in Wenen verscheen, werd het meteen een bestseller. De liefdesgeschiedenis van Ali Shirvanshir, een moslim-edelman, en Nino Kipriani, de dochter van een christelijke koopman, speelt in Azerbeidjan ten tijde van de Russische revolutie en de Eerste Wereldoorlog. Liefde over etnische grenzen heen is al een gewaagd thema, maar als men had geweten wie achter het pseudoniem schuilging, was het boek pas echt een schandaal geworden. De auteur, Lev Nussimbaum, was een jood, geboren in Bakoe (waar de roman grotendeels speelt), die in 1920 voor de bolsjewieken naar Duitsland was gevlucht. In Berlijn bekeerde hij zich tot de islam en deed hij zich graag voor als een moslimprins uit de Kaukasus. Zijn eigen multiculturele achtergrond vormde de voedingsbodem voor deze roman, die meer is dan het verhaal van een gedwarsboomde liefde. De liefdesscènes zijn weliswaar zo mooi als de verhalen van Sheherazade en er is ook een behoorlijke portie avontuur aan toegevoegd -- inclusief een schaking, een wilde achtervolging en bloedwraak --, maar het boek gaat vooral over culturele en religieuze identiteit in een land waar zoveel volkeren naast elkaar leven en dat een speelbal is van Azië en Europa.

Met groot inlevingsvermogen schildert Said de zeden en gebruiken, de vooroordelen en de principes van de diverse volksgroepen en generaties, die heen en weer worden geslingerd tussen de hang naar traditie en de roep om vernieuwing. Als er één boek bol staat van couleur locale, is het wel Ali en Nino, soms zelfs in die mate dat de veelheid van exotische namen en dingen het lezen belemmert. Wie wil weten hoe verschillend islamitische geloofsrichtingen over de vrouw en het huwelijk denken, wat de motor is in de strijd voor etnische identiteit en hoe het leven van een vrouw in een Perzische harem verliep, komt met deze roman al behoorlijk ver. Maar ook de schoonheid van de woestijn, de grote gastvrijheid, de blinde strijdlust en de uitzinnige flagellantenprocessies worden in geuren en kleuren beschreven. Dat de auteur ondanks zijn fascinatie voor het exotische de moeilijkheden die met een 'gemengd' huwelijk gepaard gaan niet minimaliseert, geeft het verhaal nog meer overtuigingskracht. Het historische en politieke kluwen van de Kaukasus mag dan niet het makkelijkst via een roman te ontrafelen zijn, door de veelzijdige thematiek en de onopdringerig poëtische stijl is dit een proeve van inculturatie die kan tellen.

Kurban Said, Ali en Nino, De Bezige Bij Amsterdam, 2001, 279 p., € 666. ISBN 9076682119. Vert. van: Ali und Nino door Meijerink, Gerda

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2001

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri