Na de Verzamelde
gedichten is nu ook het proza van de artistieke duizendpoot Armando (geb.
1929) gebundeld. Armando's geladen poëzie heeft nooit het grote publiek
bereikt, en dat geldt grotendeels ook voor zijn prozawerk. Een uitzondering
vormen de verslagen uit Berlijn, die oorspronkelijk in 'NRC Handelsblad' zijn
verschenen. Uit Berlijn, Machthebbers en Krijgsgewoel
tonen Armando in het hol van de leeuw, de stad waar mensen en huizen kogelgaten
vertonen.
Bijna het hele oeuvre verwerkt
de traumatische confrontatie van de jonge Armando met het geweld en het
machtsmisbruik waarvan hij getuige was in de omgeving van het concentratiekamp
Amersfoort. Het idyllische boslandschap werd in de oorlog het decor voor de
gruwelijkste handelingen, die de
jongen tegelijk fascineerden en afstootten. De bomen keken zwijgend toe en
leefden verder: de kern van Armando's vaak geciteerde 'schuldig landschap'. Dagboek
van een dader evoceert in korte fragmenten de opdracht van de schrijver om
de tijd stil te laten staan, dader en slachtoffer inwisselbaar te maken, de
geschiedenis op de natuur te heroveren. Net als grote delen van de poëzie treft
hier de neiging tot mythische uitvergroting, die nu wat pompeus overkomt. De
negen benarde verhalen van De ruwe heren fictionaliseren de verhouding
tussen overweldiger en verdrukte, gebruikmakend van onverwachte omkeringen.
Aantekeningen over de vijand brengen voor het eerst het understatement, de
praattoon en de schijnbare naïviteit die een waarmerk van Armando's proza
worden. In de autobiografische jeugdherinneringen De straat en het
struikgewasworden in korte stukjes scènes van vóór, tijdens en na de oorlog
bij elkaar gebracht. Wat mensen elkaar aandoen in uitzonderlijke situaties
blijkt voor Armando in het verlengde te liggen van het gedoe in
vredestijd. Opvallend is dat ondanks de scherpte waarmee de menselijke omgang
wordt getekend, concrete referenties aan personen en het tijdskader ontbreken.
Het is Armando's tactiek om in zijn literaire werk juist niet de suggestie te
wekken alles objectief historiserend onder controle te hebben, maar de complexe
werkelijkheid van die tijd van heel dichtbij inleefbaar te maken. De
persoonlijke, columnachtige verslagen uit Berlijn, waarin hij overal sporen van
het oorlogsverleden aantreft, worden afgewisseld met 'Flarden'. Hierin laat hij
in monoloogfragmenten mannen en vrouwen aan het woord over hoe zij de oorlog
ervaren hebben. Het onverwachte van hun stukjes levensverhaal bevestigt een
basisthema uit zijn werk: goeden en slechten zijn niet duidelijk van elkaar te
onderscheiden.
Het werk uit de jaren '90 neemt
stilaan afscheid van de preoccupatie met oorlog, schuld en geweld. Voorvallen
in de wildernis is een soort dagboek van een paar verblijven in het wilde
Westen: Armando lijkt hier milder te zijn geworden, toegankelijker en meer
geneigd tot ontboezemingen, waar hij lange tijd als de dood voor was. Verbazing
blijkt zich nu over de kleinste dingen uit te strekken. De toon wordt
luchtiger, het al zo heldere Nederlands waarin hij schrijft nog uitgepuurder:
geen dure of vreemde woorden, ten hoogste een aanhaling in het Duits. De
fictievere verhalen uit De heideweg overtuigen minder, omdat het absurde
hier in een klassieke vorm wordt gewrongen. Die absurdistische toets charmeert
wel in De sprookjes en De prinses met de dikke bibs. Van de drie
'kinderboeken', geschreven voor kinderen van acht tot achtentachtig jaar, is
echter Dierenpraat het absolute hoogtepunt: ontwapenend eenvoudige,
ogenschijnlijk zinledige en toch ten zeerste herkenbare gesprekjes met leeuw,
paard, muis en een stel andere dieren. De te nauw bij de werkelijkheid liggende
boeken als de SS'ers, Geschiedenis van een Plek, De boksers
en Mensenpraat zijn niet in dit verzamelde 'fictionele' proza opgenomen.
Voor Mensenpraat vind ik deze beslissing aanvechtbaar -- alsof je een
overzichtstentoonstelling ziet van Marcel Duchamp zonder de readymades. Maar Schoonheid
is niet pluis bevat zo veel sterke teksten met een eigen stem en in de
'flarden' zo veel andere stemmen, dat zulke detailkritiek in het niet
verdwijnt.
Armando: Schoonheid is niet
pluis, De Bezige Bij, Amsterdam 2003, 1255 p. ISBN 90-234-1079-3
Oorspronkelijk verschenen
in De Leeswolf 2003
deze pagina printen of opslaan