Vertaald proza

Günter Grass: Mijn eeuw

door Erik de Smedt

Op 30 september 1999 werd de Duitse schrijver Günter Grass de laatste Nobelprijs voor Literatuur van deze eeuw toegekend: "In monter zwarte fabels geeft hij gestalte aan het verloren gezicht van de geschiedenis", aldus de jury. Mijn eeuw evoceert in 100 korte verhalen evenveel jaren Duitse geschiedenis. Fictie en non-fictie, de schrijver en de burger Grass houden elkaar in evenwicht.

Het boek is tegelijk bescheiden en moedig van opzet. Over elk jaar van de bijna voorbije eeuw brengt het een kort verhaal, een anekdote, een brief, een toespraak, een verslag, een stukje memoires of de weergave van een gesprek. Wie er vertelt of aan het woord is, moet de lezer telkens in de loop van de 2 à 3 bladzijden tekst achterhalen. Ook waar het precies over gaat is, afgezien van een aantal sprekende jaartallen, niet altijd meteen duidelijk. Grass geeft er namelijk de voorkeur aan de 'grote' geschiedenis niet uit het perspectief van de hoofdrolspelers te vertellen, al zijn er stukjes waar keizer Wilhelm II, Willy Brandt-spion Günter Guillaume en de grote 'dame' van de Treuhand centraal staan. Meestal zijn de vertellers 'kleine' mannen en vrouwen die met het historische gebeuren van dat jaar slechts zijdelings of toevallig in contact komen: een bruidje bv. vergist zich in 1964 van verdieping in het stadhuis van Frankfurt en komt terecht in de zaal waar het Auschwitzproces plaatsvindt. Vaak zijn ze pionnen op het schaakbord van de geschiedenis: mijnstakers in het Roergebied, de vrouw van een arbeider in de Kruppfabriek, soldaten en dwangarbeiders, de fotograaf die de ontruiming van het Warschause getto heeft vastgelegd, puinvrouwen in 1946, een vluchtelinge die handig gebruikmaakt van de opkomst van de televisie, een studente die jobt in de garderobe van de nieuwe Berlijnse Philharmonie, een onderwijzer die onderdak verleent aan de gevluchte Ulrike Meinhof, een kraker, een politieagent die het aan de stok heeft met ultra-rechtse skinheads in de voormalige DDR, een radioverslaggever over de Berlijnse Love Parade...

Dat procédé van telkens andere vertellers zorgt voor afwisseling en verrassing in een boek waarvan de basisstof voor een groot deel bekend is. Alle belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, alle eigenschappen van de Duitse collectieve ziel in de afgelopen eeuw komen immers ter sprake: het militarisme (dat Grass met enige ironie in 1900 laat beginnen met de Duitse deelname aan de onderdrukking van de Bokseropstand in China), de dweepzucht en de hang naar innerlijkheid, het nationalisme dat ook tot uiting komt bij voetbalwedstrijden, het imperialisme via de ontwikkeling van de duikboot, de solidariteit van de arbeidersklasse en het overwicht van de kapitalistische economie, de verschrikking van twee wereldoorlogen, de vlucht in de amusementswereld, de nazi-terreur en de jodenvervolging, het protest tegen oorlog, onrecht en uitbuiting, de overlevingsstrijd in de DDR, de welvaartstaat, de ecologische catastrofe... Tegen het einde van onze eeuw verschijnen in de non-fictiesector wel meer boeken waarin in de vorm van een kroniek, van ooggetuigenverslagen of terugblikken (al dan niet aan de hand van veelzeggende foto's) de balans wordt opgemaakt. Mijn eeuw van Grass treedt met dergelijke boeken ongewild in concurrentie. Het is op historische realiteit gebaseerd en (heel uitzonderlijk bij fictie) voor een groot deel ook controleerbaar. Grass heeft zich bij de materiaalverzameling voor dit boek trouwens laten bijstaan door een jonge historicus. Mocht er aan deze bundel verhalen een naam- en zaakregister worden toegevoegd, er zouden niet zoveel belangrijke gegevens ontbreken.

Het eigene van dit boek ligt in de concreetheid en de aanschouwelijkheid waarmee geschiedenis hier wordt geëvoceerd, én in het perspectief van onder uit. Grass heeft een neus voor oude voorwerpen, gedateerde woorden en uitdrukkingen, die als de madeleine bij Proust het verleden weer onmiddellijk en heel zintuiglijk aanwezig stellen. Het boek zit vol historische couleur locale, die in de vertaling en voor niet-Duitse lezers natuurlijk wat verbleekt. Dat Grass de 'gewone' mannen en vrouwen in hun streektaal aan het woord laat, is in de Nederlandse versie, die overigens best geslaagd is, nauwelijks te merken. Een bijkomende troef is dat de keuze voor zoveel verschillende vertellers Grass ervoor heeft behoed de geschiedenis alleen vanuit zijn visie voor te stellen. Uiteraard zal niemand Mijn eeuw een pro-militaristisch boek vinden, maar de onbeleerbaren, de wapenindustriëlen, de dwepers met Hitler, de klagers vol spijt over "weggegeven overwinningen" krijgen volop de gelegenheid hun visie uiteen te zetten. Dat je hun woorden tegen de keer moet lezen, is duidelijk, maar het procédé voorkomt dat Grass zijn personages reduceert tot buikspreekpoppen die zijn visie vertolken. Daardoor laat Grass de lezer de vrijheid zelf een standpunt in te nemen tegenover de beschreven gebeurtenissen, al komt hij op andere plaatsen (maar dan in teksten die verteld worden vanuit zijn eigen perspectief) duidelijk voor zijn mening uit. Opvallend is dat die autobiografische stukjes (een 13-tal) juist het zwakste deel van het boek uitmaken. Naar mijn gevoel is de kracht van dit boek dat Grass het subjectieve grotendeels aan de kant heeft kunnen zetten. In de beste stukken toont Grass zich een meester van het contrapunt en de contrastwerking. Misschien is het geen toeval dat hij dan vaker een aantal verhalen tot kleine reeksen groepeert, waardoor de geschiedenis echt met een facettenoog wordt bekeken.

Leidt het vele onheil van deze "twistzieke, strijdbare, moorddadige eeuw", zoals Grass hem in een interview noemt, tot een sceptisch boek? Neigt de schrijver tot geschiedenispessimisme? Als het betekent dat hij er geen reden toe ziet de geschiedenis blind te verheerlijken, is dat zo. Zijn historiestuk is niet monumentaal, heeft nauwelijks glans; het ligt in scherven. Maar, lijkt Grass te zeggen, er bestaat een verborgen historische onderstroom, die telkens weer de kop opsteekt. Altijd opnieuw zie je tekenen van overlevingskunst en verzet. Ondanks het vele negatieve, zelfs gruwelijke in dit boek, blijft Grass een kind van de Verlichting.

Günter Grass, Mijn eeuw, Pockethuis [S.l.], 2003, 253 p., € 8. ISBN 9029072822. Vert. van: Mein Jahrhundert door Gielkens, Jan

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2003

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri