Nederlands proza

Julien Weverbergh: Weverbergh '30-'70

door Erik de Smedt

In de Vlaamse literaire wereld was Julien Weverbergh (geb. 1930) sinds de jaren '60 een figuur waar je niet omheen kon. Hij was een gevreesd criticus en polemist in de tien afleveringen van zijn gestencilde tijdschrift 'Bok'. De jonge garde rekende af met de gevestigde waarden. Uit dat tijdschrift, dat slechts twee jaar bestond, zouden 'Mep', 'Diagram' en 'Komma' voortkomen. In 1966 kreeg Weverbergh bij Manteau carte blanche voor de oprichting van de reeks 'De vijfde meridiaan'. Daarin debuteerden o.a. Walter Van den Broeck en Daniël Robberechts. Intussen schreef hij reportages voor 'Vrij Nederland', o.m. over Roemenië. In 1971 werd de stroper boswachter. Toen Angèle Manteau opstapte naar Elsevier, kreeg hij de leiding van de Vlaamse uitgeverij Manteau en gaf hij o.a. de auteurs uit die hij vroeger had afgebroken. In zijn herinneringen huldigt Weverbergh het principe dat eigen en andermans privéleven buiten het vizier blijft. Daar houdt hij zich grotendeels aan. Desondanks bevat het boek meer dan genoeg smeuïge verhalen. De groten in de letteren hebben hun kleine kanten, en Weverbergh is er de man niet naar om de figuren uit zijn omgeving alleen van hun mooie zijde te belichten. Ook wie hij als compagnon de route dankbaar is -- zijn mentor Louis Paul Boon, medestrijders als Herwig Leus, Freddy de Vree en Hedwig Speliers en uiteraard Angèle Manteau -- moeten het op tijd en stond ontgelden. Soms heeft de lectuur iets van een wisselbad en wordt er binnen eenzelfde alinea koud en warm geblazen. Slechts een paar figuren kunnen op zijn onverdeelde sympathie rekenen: de jonggestorven auteur René Gysen, de idealistische maar misleide uitgever van De Galge, Johan Sonneville, en de bezielde Paul De Wispelaere. Het naamregister beslaat 12 bladzijden; een groot staal van het Vlaamse (en Nederlandse) literaire leven passeert hier dus de revue. Een vrij uitgebreid slotdeel is gewijd aan de zakelijke en menselijke blunders van de volgens Weverbergh flink over het paard getilde Angèle Manteau. Een tekst uit 1970 in het addendum rekent af met de literatuur als overleefde kunstvorm: "literatuur is een met stro opgezette mummie". Nochtans beleed Weverbergh nog in 1992 aan het slot van zijn literaire kritieken Hard tegen hart zijn "blijvend geloof in de zin van de literatuur". Zo zitten er wel meer contradicties in dit gedreven leven van een geboren vechtersbaas. De hedendaagse lezer zal opkijken van de tijdgeest uit de sixties, met zijn grote vrijheidsdrang, wilde creativiteit en de verbeten strijd tussen vrijzinnigen en katholieken, die nu van een andere wereld lijken. Een schatkamer voor de literatuurgeschiedschrijving zijn deze herinneringen in elk geval, mede door de talrijke citaten uit brieven en contemporaine documenten en ondanks een aantal slordigheden in de feiten. Toch blijven ze naar mijn gevoel te erg haken in de petite histoire. Over Weverberghs kritische principes (meer vent dan vorm?) is het laatste woord zeker niet gezegd. Beschouwing en reflectie heeft de lezer nog te goed. In het volgende deel zal de uitgeversactiviteit tussen 1971 en 1986 centraal staan: niet langer weverbergh, maar Weverbergh.

Julien Weverbergh, Weverbergh '30-'70, De Arbeiderspers Amsterdam, 2005, 35016 p., € 21,95. ISBN 9029563273

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2005

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri