Met zijn derde roman doet Ilja Leonard Pfeijffer
een greep naar de sterren: een roman schrijven die alle romans overbodig maakt.
Thema is de verhouding tussen het zgn. ware leven en de fictie. Bijna dertig
verschillende vertellers (tevens personages) breien mee aan het verhaal en ook
de stijlen wisselen navenant. De belangrijkste plaatsen van handeling zijn:
café Burgerzaken in Leiden, waar Ilja Leonard Pfeijffer vergeefs probeert
alwetende verteller te zijn en de serveerster Marinda te versieren, Rusland in
een onbepaald verleden, waar tweede luitenant Ferdinand Boeb heldhaftig oorlog
wil voeren, en Napels waar de Nederlandse schrijfster Eugenie van Zanten op de
vlucht voor Nederlandse burgerlijkheid met nieuwe minnaars een authentiek leven wil
opbouwen. Zonder uitzondering zijn ze op zoek naar het ware leven, al beseffen
ze dat dat veel weg heeft van een roman. Iedereen spiegelt zich aan
geprefabriceerde fictieve personages en verhalen waarnaar het leven kan worden
gemodelleerd. Het thema "dat alles wat voor waar en echt wordt gehouden,
een imitatie is van al wat op voorhand is verzonnen", loopt als een basso
continuo door het boek: "Wij worden geleefd. Anderen leven ons. Anderen
scheppen ons naar hun beeld. Anderen schrijven ons verhaal".
Dit is niet alleen
een oeverloos erop los fabulerende, maar ook een zelfcommentariërende roman.
Alles wordt de lezer uit handen genomen. Zelfs het verband tussen de
omslagillustratie (Géricaults Vlot van de Medusa) en het verhaal wordt
toegelicht -- we dobberen op het vlot van de geschiedenis --, de status van de
vertellers wordt narratologisch gecommentarieerd en de recensenten krijgen mee
waar ze op moeten letten. Een recensent die niet opmerkt dat er 'poep' in het
boek staat, deugt niet. Omdat de auteur blijkbaar van alle ruiven wil eten,
voegt hij een flinke scheut Dan Brown-achtige complottheorie aan zijn verhaal
toe. En omdat hij de overtuiging is toegedaan "Het lijkt pas ergens op als
het ergens op lijkt", hanteert hij rijkelijk het intertekstuele zoutvat,
met citaten van Shakespeare en Nijhoff tot Humphrey Bogart en Lennart Nijgh. De
lezer wordt geregeld vergast op kookrecepten ("Wij leven volgens
recept"!), blijkbaar omdat de auteur ook het schrijven beschouwt als
koekenbak.
Pfeijffers verbale
hoogbegaafdheid speelt hem lelijk parten. Het dwarse statement dat "de
tijd van de grote verhalen is aangebroken" en de visionaire waarschuwing
"de oorlog staat voor de deur" kunnen niet verbergen dat het boek van
clichés aan elkaar hangt, ook waar het nieuwe inzichten pretendeert te brengen.
Het pijnlijke van Pfeijffers branie is dat wat hij hier als een bravourestuk
naar voren wil schuiven, een paar eeuwen geleden véél geestiger is gedaan -- in
Denis Diderots Jacques le Fataliste en Laurence Sternes Tristram
Shandy. Daarmee vergeleken is Het ware leven, een roman een erg
overbodig boek.
Ilja Leonard Pfeijffer: Het ware leven,
een roman, De Arbeiderspers, Amsterdam 2015, 319 p. ISBN 9789029538701. Distributie L&M Books
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf
deze pagina printen of opslaan