Vertaald proza

Ernest Hemingway: En de zon gaat op

door Kris van Zeghbroeck

Ernest Miller Hemingway (1899-1961) werd geboren in Oak Park, Illinois als zoon van een dokter. Zijn schrijversdrang werd al vroeg naar buiten gekanaliseerd als journalist en zijn zin voor avontuur lokte hem naar het Italië van de Eerste Wereldoorlog, waar hij als vrijwillige ambulancier aan het Italiaanse front gewond raakte in 1918. Hij werkte nog een tijd als journalist voor hij neerstreek in de Parijse kolonie van Amerikaanse auteurs in zelfgekozen ballingschap. Daar ontmoette hij o.m. Ezra Pound, Gertrude Stein, F.M. Ford, Scott FitzGerald. Met de roman The sun also rises (1926 -- En de zon gaat op) brak Hemingway door bij een breed publiek. Hierin wist hij overtuigend het naoorlogse onbehagen en de teleurstelling van de zgn. 'lost generation' te vatten, die zich na het "weerzinwekkende" avontuur van de Eerste Wereldoorlog weer aan het gewone burgerleven moesten aanpassen. Centraal staan de omzwervingen van femme fatale Lady Brett Ashley en haar entourage van Amerikaanse intellectuelen, waaronder de in de oorlog verwonde en impotente verslaggever Jake Barnes. Hemingways economische stijl en ruwe-bolsteropstelling lieten een diepe indruk na. A farewell to arms (1929 -- Afscheid van de wapenen) bevestigde zijn literaire verworvenheden, maar toch wordt hij beschouwd als een betere kortverhalen- dan romanschrijver. Zijn bundel Men without women (1927 -- Mannen zonder vrouwen) is -- naast Winner take nothing (1933 -- Wie wint krijgt niets) -- een van de uitschieters, waarbij de karakteristieke Hemingwayaanse stijl van afgebeten staccato dialogen en het koesteren van de mannelijke stoerheid uitgepuurd worden. De typische Hemingway-man (stierenvechter, soldaat, bokser...) staat centraal in deze verhalen. Hemingways groeiende ontevredenheid met de naoorlogse cultuur uitte zich in een onuitputtelijke drang naar avontuur en het cultiveren van het brutale en het primitieve. Zo verheerlijkte hij achtereenvolgens stierengevechten in Death in the afternoon (1932 -- Dood in de namiddag) en de jacht op groot wild in Green hills of Africa (1935 -- De groene heuvels van Afrika). Ironische dialogen, landschapsbeschrijvingen en vooral actiescènes die de emotie centraal stellen, worden verpakt in een haast geforceerde eenvoud die een tegengewicht moet bieden aan de hoogdravende politieke retoriek, die volgens Hemingway aan de basis van de oorlogsgruwelen lag. Nihilisme en fatalisme waren inherent aan zijn levensvisie, maar in zijn werk stelde hij daartegenover de stoïcijnse held die elk lijden doorstaat. Die sterke nadruk op mannelijkheid, seksuele potentie, zuipvermogen en koelbloedige doodsverachting bij zijn 'helden' maakte het gaandeweg steeds moeilijker om de man en de mythe van elkaar te scheiden. Hemingway ontwikkelde intussen wel een sterker politiek en sociaal engagement dat met zijn actieve ondersteuning van de republikeinen in de Spaanse burgeroorlog resulteerde in For whom the bell tolls (1940 -- Voor wie de klok luidt). Hij was oorlogscorrespondent tijdens de Tweede Wereldoorlog en trok zich later o.m. terug op Cuba, waar zijn passie voor diepzeevissen de achtergrond vormde van de parabel/novelle The old man and the sea (1952 - De oude man en de zee). Hemingway kreeg de Nobelprijs voor literatuur in 1954, waarna zijn oeuvre stagneerde. Hij pleegde zelfmoord in 1961, na een periode van ziekte.

Ernest Hemingway, En de zon gaat op, Muntinga Amsterdam, 1999, 284 p., € 298. ISBN 9041710906. Vert. van: The sun also rises door Fick-Lugten, W.A.

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 1999

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri