Vertaald proza

Magnus Mills: Vrij kamperen

door Kris van Zeghbroeck

Magnus Mills is een buschauffeur die met zijn debuut (De hekkenbouwers -- Podium, 1999) genomineerd werd voor de prestigieuze Booker en Whitbread Prize. Tel daarbij een ophefmakende blurb van de kluizenaar Thomas Pynchon himself en je krijgt een explosieve cocktail waarbij als vanzelfsprekend de media-aandacht meer naar de persoon achter de schrijver dan naar het boek zelf gaat. Magnus Mills wist hoe dan ook een overtuigende eersteling neer te zetten die naar meer smaakt. Enthousiaste fans worden op hun wenken bediend met Vrij kamperen, waarin een aantal vertrouwde ingrediënten opnieuw de kop opsteken. Een anti-held leidt een passief (bij momenten Kafkaiaans) bestaan op het platteland, wordt buiten zijn wil om meegevoerd door externe omstandigheden en raakt uiteindelijk verstrikt in een hopeloze situatie waar geen ontsnappen aan lijkt. Geen afsluitingen en een spoor van onvrijwillige doodslag zoals in De hekkenbouwers -- er valt maar één lijk te betreuren --, maar Topham's Excelsior Bitter, bonen in tomatensaus, koekjes, melk en vooral veel, heel veel groene verf bepalen de handeling. Een snoer van kleine gebeurtenissen die gaandeweg een gevoel van spanning en onbehagen oproepen. Hierbij spelen de meesterlijke dialogen die deze kleine dorpsgemeenschap typeren, een rol. Spaarzame maar uniek gekleurde uitlatingen die met hun monkelend-absurdistische ondertoon en lange betekenisvolle stiltes aan Pinter of Beckett doen denken. Je denkt een motorreis naar Indië mee te maken (de originele titel luidt trouwens All quiet on the Orient Express), maar uiteindelijk moet je het doen met vogelpik, hopen schilderwerk en een melkronde... Vermakelijke literatuur van de bovenste plank.

Magnus Mills, Vrij kamperen, Podium Amsterdam, 2000, 232 p., € 798. ISBN 9057592339. Vert. van: All quiet on the Orient Express door Van Moppes, Rob

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2000

deze pagina printen of opslaan