Vertaald proza

Andrew O'Hagan: Onze vaders

door Kris van Zeghbroeck

Andrew O'Hagan gooide eerder al hoge ogen met The missing (1996), een mengeling van memoire, reportage, sociale geschiedenis, true crime en literaire non-fiction, waarin vermiste voorwerpen en personen als een rode draad doorheen lopen. Het leverde hem een nominatie voor de Esquire Award, de Saltire First Book Award en de McVities prize for Scottish Writer of the Year. O'Hagan is inderdaad een Schot, geboren en getogen in Glasgow. Hij zit in de redactieraad van de 'London Review of Books', is redacteur en medewerker van 'Granta' en schrijft voor de 'Guardian'. O'Hagan heeft naam gemaakt als vooraanstaand journalist met een eigen, tegelijk gepunte en lyrische stijl, waarmee hij doorgaans iets pietluttigs, vaak persoonlijk getint, laat uitgroeien tot een bijna universeel gegeven.

Niet alleen lijkt zijn verhalende non-fiction interessanter dan veel fiction van de laatste jaren, bovendien toont O'Hagan zich met zijn opmerkelijke romandebuut Onze vaders als een literair schrijver van formaat. Het werd een prachtige Bildungsroman met als vertellende protagonist de jonge, eenzame, introverte Jaimie Bawn, die te lijden heeft onder een alcoholische, naar fysiek geweld neigende vader, een moeder die alles laat betijen en een homoseksuele priester; om dan als jonge tiener resoluut de band met zijn ouders te verbreken en bij zijn grootouders in te trekken. Jamies grootvader Hugh, een socialist in hart en nieren, die na de oorlog de drijvende kracht was achter het Schotse sociale huisvestingsprogramma, ontpopt zich tot zijn mentor. Na universitaire studies en jarenlange afwezigheid keert de 35-jarige Jaimie terug naar het Schotse Ayrshire om zijn stervende grootvader bij te staan. Jaimies haast vaderlijke zorg voor Hugh tijdens de laatste maanden van zijn leven helpt hem in het reine te komen met zijn verleden, zijn eigen ouders te aanvaarden voor wat ze zijn en zelf een toekomstig ouderschap te ambiëren.

Dat klinkt allemaal melodramatisch, maar O'Hagan gaat opvallend onsentimenteel te werk en verbindt bovendien het familiale conflict met de botsing tussen het oude, door stedelijk socialisme getekende Schotland en het nieuwe. Centraal hierbij staat het verhaal van Jamies verbitterde grootvader en zijn kapotgeslagen droom van sociale huisvesting in woonblokken -- intussen verwaarloosd en vervallen; broednesten van armoede, criminaliteit en ratten -- die door Jaimie als afbreekexpert met de grond gelijk gemaakt worden. Tellen we daarbij een fascinerende lyrische stijl, doortrokken met een obsessie voor plant en steen, die het meesterschap van O'Hagan sterk benadrukt. Ook op literair vlak grijpt O'Hagan voortdurend terug naar (Schotse) peetvaders als bv. Hugh MacDiarmid, wiens gedicht 'On a Raised Beach' gebruikt wordt om de boodschap van het boek cryptisch te duiden: "There are ruined buildings in the world, but no ruined stones".

Andrew O'Hagan, Onze vaders, De Geus Breda, 2000, 349 p., € 998. ISBN 9052267472. Vert. van: Our fathers door Rutten, Kathleen

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2000

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri