Honderd jaar geleden werd
J.D. Salinger (1919-2010) geboren, hij is vooral bekend als auteur van The Catcher in the Rye (1951
- De
vanger in het graan). Naar aanleiding daarvan wordt het volledige werk van
Salinger in de Nederlandse vertaling van Johan Hos heruitgegeven. Veel heeft
Salinger niet geschreven. Naast zijn bij adolescenten overbekende cultboek,
verschenen Nine
Stories (1953 - Negen
verhalen), Franny
and Zooey (1961 - Franny
en Zooey) en Raise
High the Roof Beam, Carpenters and Seymour: An Introduction (1963
- Heft hoog de
nokbalk, timmerlieden en Seymour, een introductie). Postuum
verscheen Three
Early Stories (2014 - Drie
vroege verhalen), maar het gerucht gaat dat Salinger zestien
afgewerkte manuscripten in een kluis bewaarde. Al het tot nu toe gepubliceerde
werd in de periode 1940-1959 gepubliceerd. Sindsdien hulde Salinger zich in
stilzwijgen en leefde als een kluizenaar, wat zijn cultstatus alleen maar
aanzwengelde. (Portret door Robert Vickrey voor Time magazine (1961))
Het was telkens weer voorpaginanieuws wanneer hij een opdringerige belager met
een jachtgeweer van zijn oprit verjoeg, iemand een interview van hem kon
loskrijgen of hij de zoveelste rechtszaak aanspande tegen iemand die uit zijn
werk had geciteerd. Bovendien lag hij eind jaren negentig voortdurend onder
vuur naar aanleiding van drie publicaties. In 1998 kwam Joyce Maynards At Home in the World
(Thuis in de wereld)
uit, over haar verhouding met Salinger in de jaren zeventig, toen ze achttien
was. Daarna volgde Paul Alexanders speculatieve Salinger-biografie
- die echter niet kan tippen aan Ian Hamiltons In Search of J.D. Salinger (Op zoek naar J.D. Salinger)
. En tot slot keerde Salingers dochter, Margaret (Peggy), zich tegen hem met
haar jeugdmemoires Dream
Catcher.
Opvallend is de beperkte omvang van Salingers werk, en dat de meeste mensen
enkel zijn succesvolle roman kennen. De oorzaak daarvan ligt in Salingers mediaschuwheid.
Hij vond het moeilijk om met de uitgebreide persbelangstelling voor The Catcher in the Rye om
te gaan. Het werk, en niet de auteur, moest in de belangstelling staan. Algauw
verkaste Salinger van New York naar het plattelandsgehucht Cornish in New
Hampshire. Toen de kritieken over Franny
and Zooey en Raise
High the Roof Beam and Seymour, An Introduction tegenvielen,
stopte hij gaandeweg met publiceren. Van de vijfendertig verhalen die Salinger
tussen 1940 en 1965 schreef voor onder meer The New Yorker, werden er maar
dertien in zijn verhalenbundels opgenomen. Het grootste gedeelte van zijn
verhalen moet nog bijeengebracht worden.
Hoewel heel wat mythes over het doen en laten van Salinger intussen werden
ontkracht, blijft een beeld hangen van een moeilijke man, die zijn
onmiddellijke omgeving ondergeschikt maakt aan zijn personages. Zijn
levensgenoten moeten beantwoorden aan de criteria van zijn romanfiguren, die
hij haast als zijn enige familie beschouwt.
Eigenlijk gaat het om twee groepen personages die bij de lezers elk hun fans
hebben: de familie Caulfield en de familie Glass. De Caulfields zijn het
bekendst uit De
vanger in het graan, maar aan dit debuut gaan een aantal niet
gebundelde Caulfield-verhalen vooraf, die gedeeltelijk in de roman herwerkt
werden. Centraal staat de rebellerende 16-jarige Holden Caulfield die van
school geschopt wordt en enkele dagen rondzwerft voor hij thuis verwacht wordt
voor de kerstvakantie. Met wat geld van zijn grootmoeder huurt hij een
hotelkamer in New York en stort zich in het grootstadsleven. Hij dwaalt rond,
praat met mensen, bedrinkt zich, laat een prostituee aanrukken, bezoekt een
nachtclub. Telkens probeert hij aan zichzelf te ontsnappen en de stap naar de
volwassenheid te zetten, maar alles loopt op een mislukking uit en vervult hem
met walging. Alleen zijn zusje Phoebe kan hem een gevoel van warmte geven.
Haar onschuld staat in schril contrast met de schijnheilige leefwereld van de
volwassenen. Salinger laat Holden de term 'phoney' in de mond nemen wanneer
oprechtheid en eerlijkheid voor geld moeten wijken. Zoals bij zijn broer, die
zijn schrijverschap ingeruild heeft voor het geld van Hollywood, waar hij de
hoer uithangt. Balancerend tussen psychotische gestoordheid en een symbolische
kruistocht voor onschuld en gevoeligheid, werpt Holden zich op als de vanger in
het graan.
Hij roept het droombeeld op van een groot graanveld aan de rand van een afgrond
waar kinderen onbekommerd spelen, onwetend over het dreigende gevaar. Hij zal
ze vangen als ze dreigen in de afgrond te storten... Het thema van de bedreigde
onschuld zal het hele oeuvre van Salinger bepalen, net zoals de eeuwige
confrontatie met de 'phoney people'. Voor zijn zieleheil en dat van zijn
personages keert Salinger zich van het Westen af en richt zich op het Oosten.
Zijn studie van de oosterse filosofie duikt in zijn werk op onder de vorm van
het zenboeddhisme.
Het is beslist geen toeval dat er opvallende overeenkomsten zijn tussen de
levensloop van Holden Caulfield en die van Boeddha. De zenboeddhistische
meester-leerlingrelatie is een constante bij Salinger, met de leerlingrol
meestal weggelegd voor de lezer. Salingers verhalen worden gebracht als zen
koan: uitspraken en handelingen van oude zenmeesters die op een vrije en
creatieve manier de zenspiritualiteit verbeelden. Bij zentraining krijgt de
leerling van zijn meester een koan om te mediteren. De koan heeft de eigenschap
alle intellectuele en verstandelijke capaciteiten teniet te doen en je te
confronteren met de nietigheid van je kennis in het aangezicht van de
fundamentele levensvragen. Het is een besef dat de leerling tot diepe wanhoop
brengt, waarna hij als een vernieuwde mens zal opstaan.
De bundel Negen
verhalen heeft zo'n koan als motto: 'Het geluid van twee
klappende handen kennen we. Maar hoe klinkt één klappende hand?' Je raakt er
net zo min wijs uit als uit de zelfmoord van Seymour Glass op het einde van het
verhaal 'Een perfecte dag voor bananenvis''. Seymour knoopt vriendschap aan met
de kleine Sybil om aan zijn 'phoney' vrouw te ontsnappen. Zij en andere
schijnheiligen worden met hun zinloos materialisme opgevoerd in de metafoor van
de bananenvis die een holletje binnenzwemt om zich vol te vreten met bananen.
De kogelronde vis zit vast in het holletje en sterft aan bananenkoorts. Als
Sybil bij hoog en bij laag beweert dat ze zo'n vis al gezien heeft met wel zes
bananen in zijn bek, groeit bij Seymour het besef dat ze gedoemd is haar
onschuld te verliezen. Misschien omdat hij inziet dat hij binnen zijn
huwelijkse staat geen kans maakt op spirituele onthechting, jaagt hij zich een
kogel door de hersenen.
De dood als mogelijke weg naar spirituele puurheid speelt dan ook een
belangrijke rol bij Salinger. 'Een perfecte dag voor bananenvis' is samen met
'Beneden bij de boot' uit Negen
verhalen de eerste kennismaking met de beruchte Glass-familie,
die ook terugkomt in de verhalen van Franny
en Zooey en Heft
hoog de nokbalk, timmerlieden en Seymour, een introductie. Het is
een verlicht zootje dat al op vroege leeftijd de zenboeddhistische denkbeelden
van oudste broer Seymour ingelepeld krijgt. Na zijn zelfmoord klampen ze zich
vast aan religie en isolement. Uiteindelijk willen ze zich niet in haat van de
schijnheilige wereld afwenden, maar verzoening nastreven: minachting voor de
niet-verlichte medemens is uit den boze.
De breedsprakerigheid waarmee de lof van de heilige Seymour gezongen wordt,
bracht critici tot vertwijfeling. Het is opvallend hoe slecht Salingers
verhalen bij hun verschijning scoorden in vergelijking met De vanger in het graan.
Daar is gaandeweg verandering in gekomen, naarmate het modieuze van het
zenboeddhisme aan belang inboette en de stilistische kwaliteiten van de
verhalen kwamen bovendrijven. Tegenwoordig zijn er zelfs critici die verhalen
als 'Voor Esmé veel liefs en morsigheid' en 'Een perfecte dag voor bananenvis'
hoger aanslaan dan De
vanger in het graan. Ondanks die typische sfeer van de jaren
vijftig, blijft Salingers oeuvre overeind in de 21ste eeuw. Hij trekt
stilistisch de lijn van Scott Fitzgeralds werk door, hoewel hij niet op gelijke
voet daarmee staat.
Heel wat boeken, zoals bijvoorbeeld The
Bell Jar van Sylvia Plath en, dichter bij huis, Prachtige ogen van
Herman Brusselmans zijn schatplichtig aan Salinger. Minder fraai is dat John
Lennons moordenaar, Mark Chapman, zich ter rechtvaardiging op De vanger in het graan beriep.
Lennon dreigde een 'phoney'' te worden. Vooral bij jongvolwassen lezers gaat er
van het werk van Salinger een betoverende magie uit die onuitwisbare sporen
nalaat. Een eerste lezing van Salinger is altijd een ware ontdekkingsreis, maar
tegen herhaaldelijk herlezen is zijn werk zelden bestand. Het lijkt wel of je
Salinger gaandeweg ontgroeit. Misschien is Salinger gestopt met publiceren
omdat hij zijn eigen oeuvre ontgroeide?
Na tientallen jaren speculatie, laat Salingers zoon Matt aan The Guardian weten,
dat zijn vader nog vijftig jaar lang verder is blijven schrijven. Dat
ongepubliceerde werk zou in de loop van de komende tien jaar uitgegeven worden.
Afwachten wat de kwaliteit van dat werk is en of het de tand des tijds kan
weerstaan...
J.D. Salinger: De vanger in het graan, De Bezige Bij Amsterdam, 2019, 240 p. ISBN
9789403134109. Vertaling van The Catcher in the Rye door Johan Hos. Distributie
Standaard Uitgeverij
J.D. Salinger: Negen verhalen, De Bezige Bij Amsterdam, 2019, 240 p. ISBN
9789403134000. Vertaling van Nine Stories door Johan Hos. Distributie Standaard
Uitgeverij
J.D. Salinger: Franny en Zooey, De Bezige Bij Amsterdam, 2019, 208
p. ISBN 9789403133904. Vertaling van Franny en Zooey door Johan Hos.
Distributie Standaard Uitgeverij
J.D. Salinger: Heft hoog de nokbalk, timmerlieden en Seymour, De Bezige Bij
Amsterdam, 2019, 224 p. ISBN 9789403134208. Vertaling van Raise high the roof
beam, carpenters and Seymour door Johan Hos. Distributie Standaard Uitgeverij
Een versie van dit stuk verscheen eerder in De Standaard der Letteren
(04.10.2001)
deze pagina printen of opslaan