Vertaald proza

Anne Donovan: Buddha Da

door Kris van Zeghbroeck

De Schotse Anne Donovan, die haar leeftijd angstvallig verzwijgt, is afkomstig uit het plaatsje Coatbridge en woont in Glasgow. Die feitelijke locatie is belangrijk voor haar fictie omdat ze daarin gebruikmaakt van een plaatselijk dialect uit de arbeidersklasse. Daarmee tracht ze dichter bij haar personages te komen en ze spontaner te laten overkomen. Op het eerste gezicht lijkt dat een obstakel, maar in de praktijk pikt de lezer het ritme vrij snel op. Donovan beschrijft met mededogen en zin voor humor het leven van doodgewone mensen. Dat neemt niet weg dat hun leven op het eerste gezicht een vreemde wending kan nemen, maar uiteindelijk vallen de puzzelstukjes mooi op hun plaats. Donovan debuteerde in 2001 met de verhalenbundel Hieroglyphics die een paar individueel bekroonde verhalen bevat. Buddha Da is haar eerste roman die dankzij de shortlist van de Orange Prize meteen op internationale belangstelling mag rekenen. Daarin maken we kennis met Jim McKenna een huisschilder en behanger op weg naar de veertig die op tijd en stond een biertje lust en naar de voetbal kijkt. Het lijkt vreemd dat net zo'n typisch voorbeeld uit de arbeidersklasse zich gaandeweg aangetrokken voelt tot het boeddhisme, maar het wordt geloofwaardig uitgewerkt in het verlengde van het overlijden van zijn vader en de ontwikkeling van zijn innerlijke zelf. De roman werd opgebouwd uit drie alternerende stemmen -- Jimmy, zijn vrouw Liz en de 12-jarige dochter Anne Marie -- elk met hun gevoelens, houdingen en reacties om met de ontwikkelingen in het reine te komen. Om elk van de stemmen een individueel karakter te geven, staan telkens een of meerdere zintuigen centraal. Het visuele van Jimmy krijgt zo tegengewicht van de reukzin en sensualiteit van zijn vrouw en de hang naar luisteren en zingen van zijn dochter.

Anne Donovan, Buddha Da, Canongate Edinburgh, 2003, 330 p., € 17,38. ISBN 1841953385

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2003

deze pagina printen of opslaan