Nederlands proza

BOEKEN NR. 4, FEBRUARI 2016

H.M. Van Den Brink: Dijk

door MB

Dijk is een van de betere romans van Hans Maarten Van den Brink. Naast journalistiek werk (bijvoorbeeld De dertig dagen van Sint Isidoor' uit 2002, naar aanleiding van zijn correspondentschap voor NRC Handelsblad in Spanje) en essays werd Van den Brink vooral geprezen voor zijn fictiewerk, zoals het internationaal bekroonde Over het water (1998). We zien in Dijk tal van overeenkomsten met die novelle. Niet alleen herkennen we 's schrijvers oog voor detail en diens poëtische, fijnzinnige stijl, ook inhoudelijk zijn er raakvlakken, zoals het thema van herinneringen aan een (vermeende) vriendschap. Ook het voorbij schrijden van de tijd, en hoe daarmee  alles onomkeerbaar verandert, is in beide werken cruciaal.
 
Dijk is een roman over twee collega's; de een (de naamloze verteller) is gevraagd om een toespraak te schrijven voor het afscheid van zijn naaste collega Dijk. We springen dus heen en weer tussen de herinneringen van de ik-figuur en het heden. Dat heden betreft zowel het huidige dagelijkse leven van de verteller, als de ruimte waarin de directrice, die de woorden uitspreekt,  zich bevindt:  
 
'Een hal van immense afmetingen, duidelijk bedoeld om te imponeren'.[...] Zeker dertig meter hoog was die hal, van de buitenwereld gescheiden door een spiegelende glazen pui en voorzien van een vloer van roze marmer in brede stroken.’
 
Die beschrijving gaat nog even verder, om de massaliteit en het overwicht van ijzer en industrie op de mens te benadrukken.  In dat nieuwe kantoor, niet langer in de stad, maar op een industrieterrein daar buiten,  kijkt zij in de woorden van de verteller terug op het werkzame leven van Dijk bij de Rijksdienst voor het IJkwezen, 'tegenwoordig BV Metrifact'.
 
Los van de feitelijkheden vermeld in de toespraak haalt de ik-figuur herinneringen op aan het leven op kantoor.  In de expliciete beschrijving van het nieuwe, moderne kantoorgebouw kunnen we een verwijzing naar het beroep van de hoofdfiguur van Hart van glas lezen, de roman die H.M. Van den Brink in 1999 schreef. Die roman speelt zich af in de jaren negentig en gaat over een projectontwikkelaar, glas en staal zijn essentieel voor zijn professionele bezigheden.   
 
 'Dat er zoveel veranderen kon, kwam niet in ons op - en zeker op die januari ochtend in 1961, stonden we daar jong en vol goede moed geen moment bij stil', stelt de verteller nuchter vast over zijn eerste werkdag. Meteen bevindt de lezer zich in een weemoedige sfeer- maar Dijk is veel meer dan terugkijken op wat was. Het is ook het verhaal van collega's, en de afstand tussen hen, van het kantoor als referentiepunt (ijkpunt) ten opzichte van de wereld, letterlijk en figuurlijk. De auteur staat dus duidelijk in een literaire traditie; hij is schatplichtig aan Gerard Reve, in sfeerschepping, en vooral aan J.J. Voskuils Het bureau. In Dijk en Het bureau lezen we het verslag van kantoorklerken die omwille van het werk naar buiten moeten, de een om de liedcultuur vast te leggen (Voskuil) en de ander om de gewichten te controleren (Van den Brink). Daar verbazen ze zich én laten ze zich overdonderen door wat en wie ze tegenkomen. Zo zullen weinig lezers van Dijk het bezoek van de verteller aan een aardappelschuur vergeten, met zijn (fysieke) ontmoeting met eigenheimers, een roestige bascule en vooral een boze boer. Van den Brink is zo nauwgezet in zijn beschrijving, dat alle zintuigen van de lezer geprikkeld worden. Bovendien lees je Dijk niet alleen voor de schoonheid van de taal en de beelden, Van den Brink voegt er een vleugje spanning aan toe: wie Karl Dijk echt is, komen we niet te weten, en tijdens het uitspreken van de speech verschijnt de man niet op zijn eigen feestje.
 
Een feestje, dat is ook de lectuur van Dijk, traag kabbelt de verhaallijn voort, rijk is de roman aan beelden en verstilde emotie. Het boek is bovendien zeer verzorgd uitgegeven. Kortom, een klein juweeltje om te koesteren. 
 
Amsterdam : Augustus 2016, 188 p. ISBN 9789025446406 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri