Letterkunde

BOEKEN NR. 5, MAART 2016

: Tiecelijn: Jaarboek 8 van het Reynaertgenootschap

door Ine Kiekens

‘De vossenjacht is nog lang niet gesloten.’ Met deze mooie woorden vat Rik van Daele de huidige stand van zaken in het Reynaertonderzoek treffend samen. Hoewel het aantal Reynaertstudies intussen niet meer bij te houden valt, vormt de recentste Tiecelijn, het achtste jaarboek van het Reynaertgenootschap, het bewijs dat het laatste woord over de sluwe vos en zijn kornuiten nog steeds niet is neergepend. Onderverdeeld in secties als ‘Artikel’, ‘Vertaling’, ‘Iconografie’, ‘Recensie’, ‘Portret’, ‘Verslag’ en ‘In Memoriam’ bevat Tiecelijn voor zowel de Reynaertadept als de Reynaertleek vlot leesbare stukken waarin telkens een aspect van de Reynaert, de diverse overleveringstradities of de Reynaerstudies wordt behandeld. Net als de vorige jaargangen getuigt het Jaarboek ook deze keer van een bijzondere diversiteit.
 
In de sectie ‘Artikel’ lezen we aan de hand van het artikel van Joep Leerssens hoe de Reynaertoverlevering de speelbal werd van nationalistische visies. Jan de Putter heeft het in zijn diepgravende bijdrage over de mysterieuze Arnout die in de proloog van een Reynaertafschrift wordt genoemd. Bijzonder lezenswaardig is het artikel van Walter Verniers over de rol van de bever Pancer en de haas Cuwaert in het Reynaertverhaal. In een ander stuk belicht Verniers de functie van de kat Tibeert. Tibeert speelt eveneens de hoofdrol in de bijdrage van Robin Moens, die opvallende parallellen tussen de kat en graaf Arnulf IV van Oudenaarde in kaart kon brengen. Hans Rijns bekijkt in zijn stuk hoe het Reynaertverhaal in de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne volksboekentraditie ingrijpend werd aangepast, in zijn ogen zelfs ‘verminkt’. Het laatste artikel brengt ons nog een stap dichter bij onze eigen tijd en is van de hand van Yvan de Maesschalck, die de intertekstualiteit in het oeuvre van H.C. ten Berge onder de loep neemt en er de raafmotieven zorgvuldig uitlicht.

Paul Wackers opent de sectie ‘Vertaling’ met een inleiding op de ‘branche’ die door Philippe van Navarre werd geschreven. Het betreft een dertiende-eeuwse tekst waarin de personages en thema’s uit de Roman de Renart in een aparte verhaalconstructie werden ingezet en door Navarre werden gebruikt om op zijn eigen leefwereld commentaar te kunnen geven. Zo beschrijft Navarre de oorlog tussen keizer Frederik II en de Ibelins met een satirische vosseninsteek. Een moderne Nederlandse vertaling van de branche van Navarre volgt op Wackers’ inleiding. Ze is van de hand van Paul van Keymeulen en wordt in een aantal voetnoten door Wackers verder toegelicht. Mark Nieuwenhuis bekijkt in zijn bijdrage een tekst die volgens hetzelfde principe als Navarres branche is ontstaan. Hij buigt zich over het vijftiende-eeuwse Alopekiomachia of De vossenstrijd van Sebastian Brant, die ons beter bekend is als de auteur van het laatmiddeleeuwse Das Narrenschiff. Brant schreef Alopekiomachia om Rooms-koning Maximiliaan I voor zogenoemde Reynaertfiguren of valse raadgevers te waarschuwen.
 
Vervolgens komen in Tiecelijn enkele artikelen aan bod waarin de iconografie centraal staat. Mooi is dat het jaarboek de lezer telkens van duidelijke foto’s van de afbeeldingen in kwestie voorziet, dit zelfs vaak in kleur. Rik van Daele schetst een fascinerend verhaald over de Reynaertbeelden van Albert de Smedt en hun ‘opvallende doorwerking’ in de oeuvres van fotograaf Wilfried Delforge en schilder Luc Tuymans. In een andere bijdrage belicht Van Daele een reeks keramische reliëfs die de fabels van Jean de la Fontaine afbeelden. Die reliëfs zijn te bewonderen op Rotterdam V, vroeger ‘het grootste passagiersschip dat ooit in Nederland werd gebouwd’, tegenwoordig onderdeel van een hotelketen. Trude Gielen neemt de lezer mee naar het Hulsterse gemeentehuis, waar het schilderij De gerechtigheid (1663) van Jacob Jordaens een afbeelding van een vossenvel bevat. In haar stuk ontsluiert Gielen de betekenis van het vossenvel en verwijst ze eveneens naar het gelijknamige gedicht van Jacob Cats, een tijdgenoot van Jordaens. Hilde Reyniers bekijkt tot slot het oeuvre van de illustratrice Ilse Praet, waarin ze ‘een lichte sympathie voor de vos’ lijkt te ontdekken.
 
Nadien volgt de sectie ‘Recensie’, waarin enkele recent verschenen werken onder de loep worden genomen. Rik van Daele wijdt vervolgens in de sectie ‘Portret’ een stuk aan Maurits de Jonghe (1924-2011), wiens uitgebreide Reynaertcollectie intussen in de Bibliotheca Wassiana – bewaarbibliotheek en documentatiecentrum over het Waasland – is opgenomen. In de sectie ‘Verslag’ zijn twee bijdragen opgenomen. Het eerste stuk vormt een verslag van de hand van Hans Rijns over het XXIste congres van de Société Internationale Renardienne, dat afgelopen zomer in Zürich plaatsvond. Het tweede stuk is de Reynaertkroniek of het ‘jaarverslag’ van het Reynaertgenootschap, waarin Rik van Daele een overzicht geeft van de evenementen waarbij leden van het genootschap waren betrokken. Het slot van deze Tiecelijn is gewijd aan een mooi eerbetoon aan Willy Devreese (1949-2015), verzamelaar van Reynaertboeken en bureauredacteur van Tiecelijn.
 
Tiecelijn laat de lezer van vandaag versteld staan van de uiteenlopende uitgangspunten en perspectieven die in de Reynaertstudie aan bod komen: hedendaagse interpretaties van eeuwenoude teksten, analyses van historische toe-eigeningen en moderne toepassingen van de Reynaertstof. Door allerhande bedreigingen, waaronder minder subsidies en minder abonnees, ziet het Reynaertgenootschap zich genoodzaakt om steeds luider na te denken over een eventueel finaal hoogtepunt van Tiecelijn in 2017. Dat het Reynaertgenootschap zich inderdaad op een hoogtepunt bevindt, bewijst niet alleen het recentste jaarboek maar ook de vele andere initiatieven waarin het succesvol participeert. Het valt voor de Reynaertstudie dan ook maar te hopen dat de finaliteit van Tiecelijns hoogtepunt nog een heel aantal jaar op zich laat wachten en de Reynardofielen en vossenjagers zich intussen volop op het vervolg van hun jacht kunnen concentreren.

Sint Niklaas : Tiecelijn-Reynaert 2016. ISSN 0775-9770

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri