De Tsjechische schrijver Karel Čapek (1890-1938) wordt door zijn
sciencefictionwerk vaak vergeleken met George Orwell. Nochtans is Čapek hier
amper bekend. Ten onrechte, zo blijkt uit de eerste Nederlandse vertaling van
zijn boek Krakatiet, verschenen in
1924.
Alles
draait om de scheikundige Prokop, de uitvinder van het krakatiet, een
aartsgevaarlijke en unieke springstof die door zijn verwoestende kracht de hele
wereld kan doen ontploffen. Daardoor komt de uitvinder in het vizier van alle
wereldmachten en slechteriken ter wereld, die jacht maken op het poeder. Maar
Prokop wil zijn uitvinding niet uit handen geven, en start daarvoor een lange
zoektocht naar een onbekende gesluierde deerne, de enige die hem kan helpen.
De parallel
met de atoombom, die pas later werd uitgevonden, ligt voor de hand. Maar Čapek
vervalt niet in een moraliserend, pacifistisch verhaal. Integendeel: de
schrijver dendert in een onderhoudende, lichtvoetige, maar evengoed bedachtzame
stijl door het hele verhaal. Dat komt vooral door het hoofdpersonage Prokop,
het prototype van de knettergekke zenuwachtige geleerde, die door zijn
onstuimige, emotionele karakter van het ene in het andere avontuur,
twistgesprek of gevecht belandt.
Prokop valt voortdurend ziek, wordt op elke vrouw en heeft
louter griezelige dromen die zich vermengen met de realiteit, maar het verhaal
toch geloofwaardig houden. De absurditeiten houden niet op: hij gaat op zoek
naar een vrouw die hij amper heeft gezien, probeert te vluchten uit een zwaar
bewaakt kasteeldomein, raakt bijna verlamd na zijn eerste rit op een paard en
verbrandt zijn vingers bij talrijke experimenten. Maar door zijn geniale vlagen
kijkt iedereen evengoed naar hem op, zoals tijdens zijn gevangenschap in het
kasteeldomein, waar hij in de watten wordt gelegd tussen allerlei
‘geparfumeerde idioten’.
Karel Čapeks
grappige stijl (‘Gelukkig was dokter Krafft bijziend en bovendien idealist en
daardoor volkomen onafhankelijk van zijn toevallige omgeving’) maken het boek
onweerstaanbaar, ondanks het zwakke begin en einde. Čapek schreef het boek in
1924, maar het verhaal is zo tijdloos dat het verhaal zich even goed vandaag
zou kunnen afspelen. Dat is een pluim voor de visionaire auteur.
Amsterdam : Wereldbibliotheek 2016, 366 p.
Vert. van: Krakatit door Irma Pieper. ISBN 9789028426399
deze pagina printen of opslaan