In augustus 2011 breken er rellen uit in Tottenham, een achtergestelde
wijk in Londen, na de dood van de 29-jarige Marc Duggan. Deze man met
Caraïbische roots werd door de politie neergeschoten. Hij had een wapen bij
zich dat hij echter niet afgevuurd had. Wat er precies gebeurd was, was niet
duidelijk. Zijn familie en vrienden hielden een vredevolle protestmars, die al
snel gekaapt werd door een aantal heethoofden die de boel kort en klein
sloegen, en auto’s in brand staken. De rellen waaiden over naar andere
achtergestelde wijken zoals Brixton en Enfield. Enkele dagen later waren
ook Birmingham, Liverpool, Bristol en Manchester aan de beurt.
De oorzaak van die rellen lag niet enkel bij de dood van
Duggan. Jeugdwerkloosheid, sociale en economische ongelijkheid lagen mee aan de
basis van de opstand. De mensen in de arme wijken en steden voelden zich
onbegrepen, en al zeker door de politie. Dat de onvrede van de generatie die na
Thatchers bewind geboren was, ooit moest ontaarden, was te voorspellen. Hun
ouders moesten volwassen worden in een periode van ernstige economische crisis
en grote sociale ongelijkheid. Voor haar bewind leefden 5 miljoen Britten onder
de armoedegrens. Begin jaren negentig waren dat er bijna drie keer zoveel. Niet
alleen groeiden heel wat jongeren in die tijd op in armoede, wanneer ze zelf
werk beginnen te zoeken, blijkt er weinig werk te zijn. Ze wantrouwen de
politie en de politiek. De publieke woede van enkelen werkte dan ook
aanstekelijk voor velen. Tegen dit gewelddadige decor speelt Voor de brand van Sarah Butler zich
af.
De brand
Manchester, juni 2011. Stick en zijn vriend
Mac worden weldra 18. Samen hebben ze een tweedehands auto gekocht. Ze maken
zich klaar om daarmee naar Spanje te trekken en er voor onbepaalde tijd van de
zon, de zee, het strand en wilde feestjes te gaan genieten. De avond voor hun
vertrek organiseren ze een afscheidsfeest in een lokale pub. De drank zit goed
in de twee jongens. Wanneer de uitgelaten, openhartige Mac stomdronken naar
huis vertrekt, maakt de introverte Stick nog snel een vluggertje af in het
toilet. Hij wandelt alleen naar huis en valt in slaap in de spoorwegberm.
Wanneer hij ’s ochtends in alle vroegte ontwaakt en naar huis gaat, treft hij
daar zijn moeder aan in volle paniek. Het nieuws dat hij van haar krijgt, doet
zijn hele bestaan op zijn grondvesten wankelen. Mac is die nacht neergestoken
en overleden. Een geval van zinloos geweld. Stick verliest niet alleen zijn
reisgezel, maar ook zijn beste vriend. Mac was een levensgenieter, de vrolijke,
opgewekte, mollige tegenpool van de schriele, ietwat gedeprimeerde Stick. Een
vriend die hem tot mildheid dwong, zeker als het aankwam op Sticks houding ten
aanzien van zijn vader. <br
/>
Zowel Stick als Mac
groeien op in een ‘gebroken’ gezin. Na de zoveelste scheve schaats van Macs
vader, verhuizen hij en zijn moeder. Een warm contact bestaat er niet echt
tussen vader en zoon. Stick verliest als kind zijn zusje Sophie in een brand.
Het huwelijk van Sticks ouders overleeft dat verlies niet. Zijn moeder houdt er
een obsessief-compulsieve stoornis aan over, zijn vader hertrouwt en begint een
nieuw leven, met een toffe, spontane vrouw. Hij krijgt twee dochters met haar
en zijn zaak in dubbelglas bloeit. Stick haat hem daarom, om dat nieuwe geluk,
terwijl hij opgescheept zit met zijn (alles bij elkaar nog niet zo erg) labiele
moeder. Hij gunt het zijn vader niet, die nochtans wel naar hem omkijkt, in
tegenstelling tot Macs vader.
Stick en Mac komen dan misschien
niet uit een rijk gezin, erg achtergesteld zijn ze nu ook weer niet. Het
belooft alles bij elkaar wel goed met hen te komen. Ze hebben geen ‘slechte
vrienden’, vieren graag feest en genieten van het leven. Ze worden - of ze het
nu willen of niet - omringd door liefhebbende familieleden die weliswaar met
hun eigen problemen en frustraties kampen. Maar met het overlijden van Mac
wordt Sticks leven al gauw uitzichtloos. Hoewel hij maar al te goed beseft dat
Mac niet zou willen dat hij het hoofd laat hangen, komt hij in een negatieve
spiraal terecht. De volwassenen rondom hem merken dat en willen hem op hun
eigen, ietwat onbehouwen manier, helpen, maar hij aanvaardt die hulp niet.
Wanneer blijkt dat het proces van de verdachte pas in het najaar echt voorkomt,
gaat het van kwaad naar erger met zijn gemoedstoestand. De dood van zijn zusje
en van zijn beste vriend hebben letterlijk en figuurlijk het vlammetje van
levenslust gedoofd en dat van woede en frustratie aangewakkerd.
Dan ontmoet hij J, een geheimzinnig meisje met fluo haren.
Hij trekt zich aan haar op. Ze is meer zoals hij. Ze heeft net zoals Stick haar
portie ongeluk al gehad. Stick lijkt de wereld rondom hem even te vergeten
wanneer hij bij haar is. Tot de rellen in Londen uitbreken en naar Manchester
overwaaien.
Generatiewoede
Butlers boek werd erg goed onthaald in
de Britse pers. Veeleer dan een roman over de rellen, aldus Nikesh Shukla in The Independent, is het een roman over
hoe verdriet en rouw kunnen overslaan in blinde woede. Shukla prijst ook het
sobere taalgebruik van Butler die, in tegenstelling tot veel andere schrijvers,
geen jeugdslang probeert na te bootsen.
De achtergrond van de rellen past mooi in het verhaal. De
rellen waren één nihilistische woedekreet van een groep jongeren die
werkloosheid staat te wachten en opgroeit in een wereld in crisis. De jongeren
herkenden zich in de woedende massa en voelden zich er ook sterker en machtiger
in dan ze eigenlijk zijn. De oorspronkelijke aanleiding van die collectieve
woede, namelijk de dood van één man, waren ze alles bij elkaar snel vergeten.
Net zoals die woedende massa is Stick vooral gefrustreerd en kwaad op de wereld
waarin hij leeft. <br
/>
Voor de brand gaat niet zozeer over de rellen zelf, maar wel over
het mechanisme dat eraan ten grondslag ligt. Het gaat over de persoonlijke
strijd van een kwetsbare jongen die zich heel alleen en machteloos voelt met
zijn verdriet. Het gaat over hoe destructief dat verdriet en die rouw kan
worden en hoe sterk je je kunt voelen in een woedende massa. Butler toont aan
hoe verdriet kan omslaan in blinde woede op de maatschappij.
Schreeuwerige
superlatieven
Butler heeft een spannend,
vlot lezend boek geschreven over de innerlijke strijd van één jongen tegen de
achtergrond van het algemene ongenoegen van zijn generatie. Toch had ik het
boek in elk opzicht graag in zijn originele taal gelezen.
De uitgever heeft gekozen voor een nogal stoere
jeugdboekencover: een boze ‘hoodie’ tegen een betonnen muur met Butlers naam en
de titel van het boek in graffitiachtige letters. Het ziet er nogal goedkoop en
schreeuwerig uit. De sobere cover die de oorspronkelijke uitgeverij Picador
voorzag, is me liever. De skyline van een grote stad tegen een vuurgele
achtergrond, met op het voorplan het silhouet van Stick en zijn auto, zegt
zoveel meer. Het gaat over Stick, over zijn kleine oorlog tegen de achtergrond van
de rellen die Engeland overspoelden die zomer. De samenvatting op de
Nederlandstalige cover laat ook te wensen over. In plaats van de inhoud wat in
het midden te laten, is de backcover voorzien van de volledige plot van het
boek, maar dan met een onnodig sensationele inslag. Er werd ook nog een
‘slogan’ aan toegevoegd van iemand die het boek volgens mij niet echt gelezen
heeft: ‘Hedendaagse roman die een stem geeft aan jongeren aan de zelfkant van
de maatschappij’. Dat is niet alleen overdreven, het boek gaat daar zelfs niet
over. Stick en Mac komen misschien niet uit het meest bevoordeelde milieu, ze
komen ook niet uit de zelfkant van de maatschappij. Bovendien gaat het verhaal
over één traumatische gebeurtenis in het leven van Stick. Een gebeurtenis die
zijn hele leven overhoop gooit.
Tussen de
graffitiachtige letters van de frontcover prijkt nog een ‘slogan’: ‘Gedurfde
roman over de explosieve gevolgen van woede en onvrede’. Butler heeft absoluut
een goed boek geschreven. Maar een gedurfde roman? De overload aan
schreeuwerige kwalificaties op een al even schreeuwerige cover hebben de
leeservaring een beetje verpest. Er werden verwachtingen gecreëerd die het boek
niet inlost. De vertaling was ook niet meteen om warm van te lopen en deed iets
te Hollands aan. Jammer dat al deze externe
factoren toch wat afdoen aan het overigens prima boek van Butler.
Amsterdam
Ambo/Anthos 2016, 247 p. Vert. van: Before the fire
door Marja Borg. ISBN 9789047203278
deze pagina printen of opslaan