Peter Mangel
Schots is al geruime tijd als dichter actief, maar pas met Wij zijn er nog allemaal debuteert hij met een heuse bundel. De
titel is alvast sprekend. Het gaat de dichter niet zozeer om zijn individuele
ik, maar veeleer om het uitspreken van een collectiviteit. Mangel Schots is
inderdaad sociaal bijzonder sterk bewogen, iets dat op vrijwel elke bladzijde
van de bundel tot uitdrukking komt. Tegelijk is de titel ironisch geruststellend.
Het lijkt er op alsof ‘er
zijn’ het belangrijkste is – misschien wel het enige – dat over die ‘wij’ te
melden valt.
Dat engagement spreekt uit vrijwel alle gedichten in de bundel. De dichter is
sterk aanwezig als een ik, maar hij wil vooral getuigenis afleggen. Hij is een
genadeloze observator, een analist en een verslaggever. De wereld rondom hem
vormt daarbij zowel het vertrekpunt als het eindpunt van vrijwel elk vers. Het
duidelijkst komt die kijk naar voren in de reeksen ‘Rachel’ en ‘Berlijn-Polen’.
Rachel Corrie is een Amerikaanse activiste die, bij haar protest in Palestina,
door een Israëlische bulldozer genadeloos werd aangereden. In een reeks
aangrijpende fragmenten laat Mangel Schots ons kennis maken met een
idealistische vrouw die passioneel houdt van muziek en schrijven, maar die
gaandeweg in de stad Rafah geconfronteerd wordt met de machteloosheid en de
niets ontziende machine van het militaire apparaat. Samen met de stad wordt ook
Rachel intens veranderd, maar haar wil tot engagement wordt niet gebroken. De
slotregels laten de dode vrouw versmelten met de aarde (haar lichaam drukt
letterlijk een stempel op het land) en met de zweetdoek van Veronica, die het
lijden van Christus trachtte te verminderen. De reeks ‘Berlijn-Polen’ laat zien
hoe de geschiedenis van Wereldoorlog en de Holocaust als het ware blijvende
sporen heeft nagelaten in onze cultuur. Overal waar de dichter komt, rijst uit
het landschap dat verleden naar boven, via monumenten en gebouwen, maar ook via
onze herinneringen en onze kennis; het dichterlijk ‘ik’ wordt daardoor
letterlijk zelf ook geannuleerd.
Deze voorbeelden laten ook al zien hoe Mangel Schots dat
engagement eerder existentieel opvat dan wel specifiek politiek. Het gaat hem
niet om een of ander standpunt maar vooral om de analyse van mensen, en
uiteindelijk misschien zelf van dé mens als zodanig. Het blijkt immers inherent
aan mensen om zich af te schermen, om te handelen volgens een
‘wij-zij’-patroon. In de reeks ‘Ons huis’ bijvoorbeeld blijkt hoezeer de
zoektocht naar bescherming en intimiteit als het ware vanzelf leidt tot een
vorm van xenofobie. Het is de sterkte van Mangel Schots dat hij dat engagement
weet op te roepen in sterke versregels en treffende beelden. Het vakmanschap van
de dichter zorgt voor een beklemmende sfeer die de lezer bij de keel grijpt.
Dat deze poëzie belangrijk is in deze tijd, mag duidelijk zijn. Dat dit debuut
ook de kwaliteit van de meeste beginners overstijgt, staat eveneens vast.
Gent :
Poëziecentrum 2016, 70 p. ISBN 9789056553166
deze pagina printen of opslaan