Jenny Erpenbecks laatste roman, sinds kort naar het Nederlands
vertaald als Gaan, ging, gegaan, was
in Duitsland een enorm succes. Het boek was dan ook genomineerd voor de
prestigieuze Duitse Boekenprijs. In een interview zei de schrijfster over het
boek: ‘mijn roman wordt zelfs gekocht door mensen die anders nooit een boek
kopen’. Toch kon de roman die favorietenrol niet verzilveren. Volgens de
commentaren was dat vooral te wijten aan het, wat men dan noemt,
‘controversiële thema’ (Frankfurter
Allgemeine).
Richard, hoofdpersonage in Gaan,
ging, gegaan, is een emeritus-professor klassieke filologie. Sinds zijn
pensioen heeft hij maar weinig om handen. Op het nieuws wordt zijn aandacht
getrokken door de vluchtelingen die in het centrum van Berlijn hun tenten
hebben opgeslagen en waarvan er een aantal in hongerstaking zijn om hun mensonwaardige
situatie aan te klagen. Richard besluit zich in de situatie te verdiepen en
probeert in contact te komen met de vluchtelingen. Die kennismaking loopt
aanvankelijk nogal stroef. Richard beseft dat zijn eigen leven mijlenver staat
van dat van de asielzoekers (‘Richard heeft Foucault gelezen en Baudrillard en
ook Hegel en Nietzsche. Maar wat je moet eten als je geen geld hebt om eten te
kopen, weet hij ook niet’). Toch ontstaat er langzaamaan een vertrouwensband
tussen hen en gaat hun contact stilaan verder dan naar verhalen luisteren en
notities nemen: hij helpt hen aan een bijverdienste, geeft taal- en pianolessen
en voorziet zelfs een plek in zijn bibliotheek om rustig La Divina Commedia te lezen. Hij voelt zich de enige Duitser die
echt iets doet om de asielzoekers te helpen.
Gaan, ging, gegaan is dus een roman die inspeelt op de actuele
vluchtelingencrisis. Vandaar dat zogenaamd ‘controversiële thema’. Toch is het
geen zwaar boek. Natuurlijk, de verhalen van de asielzoekers zijn niet erg
fraai en grijpen meermaals naar de keel, maar Erpenbeck weet haar roman zo vorm
te geven dat het verhaal weldegelijk raakt, maar niet onnodig beklemmend werkt.
Dat heeft grotendeels te maken met haar heldere, ongecompliceerde taal.
Wat Gaan, ging, gegaan zo’n interessant boek
maakt, is dat het de actuele vluchtelingencrisis verbindt met de Duitse
geschiedenis. Richard, van geboorte Oost-Duitser, mijmert: ‘Was men uitgerekend
in Berlijn alweer vergeten dat een grens zich niet alleen richtte naar de
grootte van de tegenstander, maar die tegenstander ook voortbracht?’ Of in een
andere passage: ‘Het is helemaal niet zo lang geleden, denkt Richard, dat de
geschiedenis van de emigratie en de zoektocht naar geluk een Duitse
geschiedenis was.’ Op die manier plaatst de roman de huidige migratiegolven,
die bij een groot deel van de Europese bevolking vooral een gevoel van
vervreemding oproepen, terecht in een breder kader; een kader waartoe ook wij
behoren.
Toch
heeft Erpenbeck een paar kansen gemist om van Gaan, ging, gegaan een ‘echt goed boek’ te maken. Zo voegt de
schrijfster aan het relaas van het verhaal een aantal elementen toe die
interessant zijn, maar niet uitgewerkt worden en dus weinig functioneel zijn,
zelfs storend. Zonder dat de verhaallijn aan het einde iets oplevert, vermeldt
Richard bijvoorbeeld herhaaldelijk dat in het meer nabij zijn huis een man
verdronken is, zonder dat men het lijk ooit gevonden heeft – intrigerend
misschien, maar ook niet meer dan dat. De inbraak in Richards huis aan het
einde van de roman (zou een van de asielzoekers het gedaan hebben? Of mag je
dat als lezer niet denken?) is dan weer te voorspelbaar (op een storende,
clichématige manier) en doet zelfs afbreuk aan de kracht van Erpenbecks boek. De
integratie van verschillende verhaallijnen en gebeurtenissen loopt dus her en
der wat stroef. Dat neemt niet weg dat Gaan,
ging, gegaan zonder twijfel tot aanbeveling strekt. De roman had alleen nóg
beter kunnen zijn. Controversieel? Misschien. Maar, ondanks enkele
schoonheidsfoutjes, vooral broodnodig.
Amsterdam : Van Gennep 2016,
314 p. Vert. van: Gehen,ging, gegangen door Elly
Schippers. ISBN 9789461644053
deze pagina printen of opslaan