‘Mijn eerste jaar in een verlaten fjord’ luidt de ondertitel
van Laura Broekhuysens nieuwe roman, en dat is een vlag die de lading volkomen
dekt. Samen met haar IJslandse man en hun dochter van twee verhuisde ze naar
zijn geboorteland. Ze betrokken er een houten huis met vier hectaren
onontgonnen grond errond. Van die ervaring is Winter-IIsland het relaas. Het werd een klein maar prachtig boek,
waarin Broekhuysens poëzie een fascinerend pact sluit met de eindeloosheid van
wat misschien wel het fascinerendste land van het Noordelijk halfrond is.
Het is vooral de peilloze leegte en de eenzaamheid die
confronterend is in Broekhuysens relaas. Het zal je maar overkomen: van een
dichtbevolkt en overgereguleerd land terechtkomen op een eiland waar de natuur
nog werkelijk meester is en waar de aanwezigheid van mensen slechts gedoogd
wordt, en dan nog. Makkelijk is de overgang van stadsbewoner naar
grootgrondbezitter lang niet altijd, schrijft ze ook zelf:
‘Land bezitten betekent vooral
dat niemand in je uitzicht bouwt. Dat trok ons toen we hier kwamen. Maar na
maandenlang in vier windrichtingen te hebben geloerd, met niets wat het
uitzicht blokkeert - op die ene berg pal voor de zon na - denk ik, buiten
wandelend: nu langs een bouwput te lopen, iets te zien ontstaan, werk verzet te
zien worden, hamers te horen slaan, geluid dat geen gesnater is, of wind.’
In Winter-IJsland thematiseert Broekhuysen
dit dubbele gevoel op onovertroffen wijze. Ze beschrijft hoe de schoonheid en
de leegte enerzijds een hemels genoegen, maar anderzijds ook een compleet
gebrek symboliseren. Het IJslandse landschap is prachtig en rustgevend, maar
ook hard, kil, eenzaam en veel weidser dan een mens verdragen kan. Opvallend is
hoe Broekhuysen er ook stilistisch in slaagt om deze cultuurschok te vatten, in
zinnen die gevat en zelfs zuinig zijn. Geen breedspraak hier, geen al te
opzichtige mooischrijverij: Broekhuysen kiest voor de kracht van de eenvoud, en
dat doet haar thema deugd. En bovendien geldt ook hier de wet van vraag en
aanbod, en dus is inflatie nooit veraf:
‘Ook de natuur ondergaat
inflatie als je er veel van hebt. Een dal zonder water vind ik nu niet veel
bijzonders, terwijl we hunkerden naar zo'n plek toen we dagelijks het Vondelpark
doorkruisten.’
Pas wanneer ze iets niet zomaar ter beschikking hebben, beseffen mensen wat ze
missen. De macht van het schijnbaar vanzelfsprekende: het is een wetmatigheid
die geldt voor iedereen, en die voor iedereen anders uitpakt. Dat geldt ook voor
Nederlandse vrouwen die in IJsland gaan wonen.
Amsterdam
: Querido 2016, 135 p. ISBN 9789021402178
deze pagina printen of opslaan