In de nieuwe roman van
Philippe Claudel krijgt het hoofdpersonage, net terug van een lange reis naar
Indonesië, op een dag een bericht van zijn goede vriend Eugène dat hij kanker
heeft. Een paar maanden later zal hij aan de ziekte sterven. Ook voor Claudel
zelf was het schrijven van de roman een reactie op het sterven van een goede
vriend. Het hoofdpersonage, die steeds vertelt in de ik-vorm, lijkt erg op
Claudel en heeft er veel aspecten mee gemeenschappelijk. Hij is een
filmregisseur – Claudel is naast schrijver ook regisseur – , hij is afkomstig
uit de Lorraine en hij houdt van bergbeklimmen. De flamboyante levensgenieter
Eugène was zijn filmproducent en zijn discussiepartner bij het uitwerken van al
zijn ideeën en projecten.
Ook al lijkt het
hoofdpersonage als twee druppels water op de schrijver en krijgt de lezer het
gevoel dat hij een autobiografische roman aan het lezen is, toch vallen het
hoofdpersonage en Claudel niet samen. Claudel heeft zelf herhaaldelijk
benadrukt dat het hier om een personage gaat, onder meer tijdens zijn lezing
vorig jaar in Leuven. Toch is het een personage dat opgebouwd is uit elementen
van het leven van Claudel, zodat we als het ware een fictie-portret krijgen van
Claudel, deels uit zijn leven gegrepen, deels verzonnen. Duidelijk fictief zijn
bij voorbeeld de films en andere werken die het hoofdpersonage heeft gemaakt.
Dit persoonlijke aspect maakt het een bijzonder werk in het oeuvre van Claudel.
In het begin van De
boom in het land van de Toraja vertelt het hoofdpersonage over zijn reis
naar Sulawesi, waar de Toraja wonen. Het hele leven van de Toraja draait rond
de dood. Ze hebben uitgebreide rituelen als iemand overleden is. Zo worden
overleden kindjes bewaard in de holten van een boom, de boom waar de titel naar
verwijst. De volstrekt andere omgang met de dood in de wereld van de Toraja is
het begin van de rode draad die doorheen de roman loopt: hoe kunnen we omgaan
met de dood van dierbaren? Naast de beschrijving van het proces van de ziekte
en de uiteindelijke dood van Eugène, komen er nog een reeks andere personages
aan bod die het hoofdpersonage heeft gekend en die plots overleden zijn. Zo is
er een vroegere klasgenoot in het internaat die het nooit kon verkroppen dat
zijn geliefde hem afwees en die zelfmoord heeft gepleegd. Verder is er ook een
goede vriend waar het hoofdpersonage een liefde voor de bergen mee deelde, en
waar hij lange beklimmingen mee samen deed. Tijdens een van die beklimmingen
werden ze overvallen door een storm en werd zijn vriend gedood door een
bliksem. Het is alsof de pogingen van de verteller om met de dood van Eugène om
te gaan oudere ervaringen met de plotse dood van een vriend oproept.
Maar het overlijden van
geliefden is niet het enige onderwerp van deze roman. Claudel verweeft zijn
reflecties over de dood met beschrijvingen van de verschillende liefdes in het
leven van het hoofdpersonage. Zo is er Florence, zijn ex-vrouw, met wie hij nog
steeds een heel hechte band heeft en af en toe nog steeds de liefde bedrijft,
ook al hebben ze nu andere levens. Terwijl de levens van de verteller en
Florence steeds verder uit elkaar lijken te gaan, begint de verteller ook een
nieuwe relatie met de Kroatische Elena. Aan de hand van deze twee personages
biedt Claudel reflecties over het ontstaan van nieuwe liefdes, over het
verglijden van oude liefdes en over ouderdom en jeugd.
Wie
het werk van Claudel kent, weet dat zijn boeken vaak de dood van een geliefde
of een ander personage als uitgangspunt hebben. Claudel is gefascineerd door de
dingen die onze levens plots overhoop kunnen halen en de diverse manieren hoe
mensen hiermee weten om te gaan. Ondanks het duistere thema is De boom in het land van de Toraja geen
loodzwaar boek, vol neerslachtige reflecties over de dood en verval.
Integendeel. Claudel roept de kleine dingen op die ons leven waardevol maken,
van kleine gedeelde momenten tot jeugdherinneringen. En hoe we steeds opnieuw
iets nieuws weten op te bouwen voorbij alle verlies. Hierdoor is het een mooi,
menselijk boek, met een plaats voor de menselijke zwaktes en twijfel. Een apart
gegeven is dat Claudel soms bestaande personen opvoert in de roman. Zo komen de
bekende Franse acteur Michel Piccoli of Beth Gibbons, zangeres van de groep
Portishead, in de roman voor. En niemand minder dan Milan Kundera duikt ook
zowaar onverwacht op.
Amsterdam : De Bezige Bij 2016,
207 p. Vert. van L'arbre du pays Toraja door Manik Sarkar. ISBN 9789023497967
deze pagina printen of opslaan