Doorgaans is het zo dat in de
eerste bladzijden van een boek de auteur kader en context aanbrengt, om dat
grondplan vervolgens te injecteren met ter zake doende ingrediënten die het
verhaal op gang brengen, en de luisterbereide lezer dan verder aan het handje
te begeleiden richting ontknoping. Waarmee wil gezegd zijn dat wie een roman
leest normaliter van buitenaf aangereikt krijgt wat daarin gebeurt en vaak ook
de manier om de opeenvolgende ‘incidenten’ alsmede het ganse verloop te
interpreteren. Veel keuze wordt hem daarin niet gelaten : de lezer is en blijft
een passieve toeschouwer, die weliswaar geacht wordt mee te leven, maar ook
niet meer dan dat.
Laat zulk ‘veilig’ klassiek procedé nu net niet gemaakt zijn voor de uit
evenwicht geslagen geest van Zambra, die nog lang niet klaar is met zijn jeugd,
de volwassenenomgeving en de verscheurde Chileense samenleving waarin hij een
eenzame weifelaar blijft. In plaats van deze problematiek te bundelen in een
regulier verhaal legt hij ons in Begrijpend
lezen de zogeheten facsímil voor, een meerkeuzetest in 90 vragen die op de
middelbare scholen in de Pinochet-tijd (en zelfs nog daarna) de taalvaardigheid
van de leerling beoogde te testen bij wijze van toelatingstoets voor latere
universitaire studies. Zambra laat ons deze proef andermaal ondergaan, alleen
heeft hij de in de schooltest geponeerde stellingen en de daaraan gekoppelde
keuzemogelijkheden een eigen invulling gegeven die best vaak (naargelang van de
keuze die men maakt) een verwijzing inhoudt naar de vervreemding die vele
Chileense jongeren teistert op de dag van vandaag.
Het sterke aan dit procédé is
dat de auteur zelf niets poneert, hij schept enkel de contouren en nodigt de
lezer uit te kiezen; probeert die de mogelijkheden een voor een uit, dan duiken
telkens nieuwe realiteiten op: bitter, zeemzoeterig, grimmig-humoristisch,
tragisch, maar bijna zonder uitzondering alle doordrenkt met een niet mis te
vatten maatschappijkritisch geurtje. De duidelijkste illustratie daarvan wordt
geleverd in het laatste deel ‘Tekstbegrip’. Daarin worden drie speels
uitdagende teksten voorgelegd: over de middelbare school, over trouwen en
scheiden, over ouders en kinderen; elk gevolgd door vijf keuze-interpretaties.
Ze geven de auteur de gelegenheid om als het ware zijn duivels te ontbinden en
onverhuld de maatschappijkritische kaart te trekken, straf genoeg zonder
(ogenschijnlijk) zelf te kiezen, want ja, een test is niet meer dan een test…
Anders
dan geniaal kun je dit originele werkstuk niet noemen. De titel die de
vertaling meekreeg geeft perfect aan hoe met dit werkje dient omgegaan. Zonder
iemand met de vinger te wijzen krijg je de sociale context van een met zichzelf
in onmin levende maatschappij op je bord geserveerd, voor zover je tussen de
regels begrijpend leest. Hier wordt echt een andere en zeg maar inventieve vorm
van literatuur bedreven; een waarbij het de lezer is die mee het boek maakt.
Als dat geen interactie is!
Amsterdam : Karaat
2016, 106 p. Vert. van Facsímil door Luc de Rooy. ISBN 9789079770281
deze pagina printen of opslaan