Emylia Hall (1978) is met De zee die ons scheidt niet aan haar
proefstuk toe. Na haar studies, werkte ze vijf jaar in een reclamebureau voor
ze het schrijverschap verkende. Dat heeft haar geen windeieren gelegd want haar
werk is meermaals vertaald en opgepikt door verschillende media zoals ELLE en
BBC Radio 6. Vandaag de dag woont ze in Bristol waar ze aan een nieuwe roman
werkt.
De zee die ons scheidt opent met een haast droomachtige voorstelling van hoe de
achttienjarige Robyn een zonovergoten baai van Cornwall zich eigen maakt. Ze
doopt het Rockabilly, naar de vetkuifvorm en de ruige rotsen en gaat er surfen.
De onstuimige golven maken het de onstuimige Robyn niet gemakkelijk; al gauw raakt
ze in de problemen en is ze aan de golven overgeleverd. Jago, een mysterieuze
jongen uit de buurt hield haard gelukkig nauwlettend in gaten. Hij weet Robyn
te redden en het startschot van een idyllische romance lijkt gegeven:
“Je
hebt met gered,’ zei ze met krakende stem. ‘Zonder jou…’ ‘Had je het ook wel
gered,’ zei Jago. Hij had het nog niet gezegd of hij wilde zijn woorden al
terugnemen, iets anders zeggen, alles behalve de vaststelling dat dit meisje,
wie ze ook was, zich prima zonder hem kon redden.’
De verliefdheid zet zich door: aftastend, onzeker en
aandoenlijk zoeken de twee elkaar op. De band die is ontstaan, lijkt te leiden
naar een onvermijdbaar en zeemzoet hoogtepunt. Dat verhaal zou gedaan zijn na
vijftig bladzijden in deze vierhonderd pagina’s tellende roman. De illusie
brokkelt beetje bij beetje af door de harde realiteit: onverenigbare verlangens
en externe factoren. In de daaropvolgende jaren groeit de kloof tussen de twee
geliefden en kiezen ze elk hun pad. Maar de band die is ontstaan sinds de
redding van Robyn lijkt de twee protagonisten terug naar elkaar te drijven.
Op
vele manieren zijn de twee geliefden elkaars antipode: Robyn is roekeloos
terwijl Jago eerder de kat uit de boom kijkt, zij verkiest de bruisende stad en
hij het rustgevende platteland, zij wil vooruit, reizen en verkennen terwijl
hij zich nestelt in zijn gekende omgeving. Het is dus ook een verhaal geworden
over hoe de ene extreme alles wat hijzelf of zijzelf niét belichaamt net mooi
vindt aan de andere extreme.
Toegegeven:
deze recensie blijkt bol te staan van de clichématige beelden maar dat was voor
dit verhaal onvermijdbaar. Het boek is geschreven in een taal die past bij
Robyn en Jago en wordt opgesmukt met een geslaagde zeemetafoor die de
hoofdstukken ordent. Het is bovenal een zomerboek geworden, om te lezen aan het
kabbelende water wanneer je in de verdovende zon grabbelt naar een gemakkelijk
verteerbaar, feel-good boek.
Amsterdam : Ambo/Anthos
2016, 413 p.
Vert. van The sea between us door Linda Broeder. ISBN 9789026332548
deze pagina printen of opslaan