Vertaald proza

BOEKEN NR. 12, NOVEMBER 2016

Patrick Modiano: Een jeugd

door Katja Feremans

In Een jeugd, geschreven in 1981, herbeleeft Louis hoe hij en Odile elkaar rond hun twintigste ontmoetten in Parijs en betrokken raakten bij de handel en wandel van Jean-Claude Brossier en Roland de Bejardy, twee zakenlui van dubieus allooi. Vijftien jaar is dat intussen geleden. Louis was net afgezwaaid. Brossier, door wie hij kort tevoren in een café in de buurt van de kazerne werd benaderd, begon zich over hem te ontfermen. Dat leverde Louis een baantje op als nachtwaker in Bejardy’s garage van luxeverhuurwagens. Dat dit bedrijf slechts een dekmantel was voor meer schimmige activiteiten, ging hem al snel dagen.   
Allebei hadden Louis en Odile hun ouders verloren. En ook zij was in Parijs op een vaderlijke mentor gestuit. Die wilde haar helpen om een plaat op te nemen, maar nadat de man zelfmoord pleegde, viel ze in handen van onbetrouwbare figuren. Twee jeugdige, verloren zielen die almaar dieper vast komen te zitten in een web dat boven hun hoofden wordt geweven, het is een vaker voorkomend gegeven in het oeuvre van Nobelprijswinnaar Modiano (1945).
 
Louis en Odile tasten op veel vlakken in het duister. In welke mate moeten ze op hun hoede zijn voor Bejardy, Brossier en hun aanhang? Wat bedoelt de vriendin van Bejardy precies, wanneer ze hem een schoft, een oplichter en zelfs een moordenaar noemt? Waar komt het smokkelgeld vandaan dat naar Engeland en Zwitserland moet worden gebracht? Hoe kunnen ze hoogte krijgen van Brossier, als die zich bij elke nieuwe weg die hij inslaat een andere gedaante aanmeet?
 
Toch wordt het voortdurend dreigende onheil nauwelijks echt beklemmend. Dat is te wijten aan de weemoedige bekoring waarmee Patrick Modiano het verhaal watteert. De lome, dromerige sfeer spreekt vooral uit momentopnamen, zoals uit Louis’ herinnering aan het suggestieve samenspel van een opbollend gazen gordijn in een appartement aan de Seine, de slaperige glimlach van Bejardy’s vriendin en het geluid van de motor van een rivieraak.

In Een jeugd zet Modiano meermaals zulke bijna bevroren scènes neer die doen denken aan de geladen sfeer in de schilderijen van Edward Hopper. Louis, die naar Brossier belt vanuit een rode telefooncel op een verlaten rotonde vlak bij het strand van het Engelse Bournemouth, roept helemaal die stemming op. Er lag een laagje zand van een paar centimeter in de cabine, maar de telefoon deed het. Brossier vroeg Louis naar het nummer van het toestel. Onwezenlijk was het gerinkel, toen er een halfuur later vanuit Frankrijk werd teruggebeld. Door dit soort taferelen baadt de roman af en toe zelfs in een bijna surrealistisch licht dat de werkelijkheid verzacht.
 
Amsterdam : Querido 2016, 208 p. Vert. van: Une Jeunesse door Edu Borger. ISBN 9789021401409 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri