Uitgeverij Ijzer heeft het boek Auguste Rodin van Rainer Maria Rilke opnieuw
uitgebracht; eerder was het bij
uitgeverij Sun verschenen. Hiermee komt dit unieke werk, dat eigenlijk altijd
beschikbaar zou moeten zijn, opnieuw in de winkels te liggen. Het boek is uniek
om twee redenen. Het is een monografie van een groot kunstenaar als Rodin,
geschreven door een groot dichter. Rilke put uit al zijn poëtische
zeggingskracht om trachten te vatten wat het werk van Rodin zo bijzonder maakt.
Maar dit boek is veel meer dan een monografie.
Het werk van Rodin maakte een grote indruk op Rilke, die
met zijn gedichten iets gelijkaardigs wou bereiken als Rodin met zijn beelden
en schetsen. Het boek is ook een document van een dichter die erg gefascineerd
en geïnspireerd was door het werk van een andere kunstenaar en die probeert in
woorden te gieten wat het juist is dat hem zo raakt.
Het boek bestaat uit teksten van Rilke over Rodin aangevuld
met de correspondentie tussen hen en brieven van Rilke aan kennissen zoals
Lou-Andreas Salomé over Rodin, maar dit werk is in de eerste plaats een
verzameling teksten waarin Rilke een visie probeert te ontwikkelen op het soort
kunst dat hij nastreeft, onder invloed van het werk van Rodin.
Rilke maakte voor het
eerst kennis met het werk van Rodin rond 1900 door de beeldhouwster Clara
Westhoff, die aan de Académie Rodin studeerde en met wie Rilke later zou
trouwen. Niet veel later trok Rilke zelf naar Parijs en in 1902 bood hij zich
aan bij Rodin om zijn secretaris te worden. Jarenlang heeft Rilke nederig voor
Rodin gewerkt, om de door hem zo bewonderde kunstenaar elke dag te kunnen
observeren, tot hun relatie vertroebelde en Rilke gedwongen werd de residentie
van Rodin te verlaten. Rodin was absoluut geen aangenaam gezelschap, maar een
heel veeleisende en opvliegende persoon, en de inspiratie was zeker niet
wederzijds.
Rodin - vele jaren ouder dan de
relatief jonge Rilke en reeds een gevestigde, alom gewaardeerde kunstenaar
terwijl Rilke zijn beste werken nog moest schrijven - sprak heel neerbuigend
over ‘die Duitser’ die bij hem in huis rondliep. Het contrast tussen de twee
lijkt zeer groot. Rodin was een soort natuurkracht: dominant, zelfzeker, fysiek
sterk en met een beruchte passie voor vrouwen. Rilke was schuw, nederig,
ascetisch en fragiel. Ze waren ook nooit vrienden. Toch zag Rilke in Rodin een
voorbeeld van een kunstenaar die beantwoordde aan zijn eigen visie op kunst.
Meer nog, Rodin inspireerde Rilke om een ander soort gedichten te schrijven,
die hij ‘ding-gedichten’ noemde, en onder Rodins invloed heeft Rilke een paar
van zijn beste werken geschreven zoals de Neuen
Gedichte of Die Aufzeichnungen des
Malte Laurids Brigge.
Vooral uit dat
laatste werk blijkt dat zijn tijd in Parijs zeker geen gemakkelijke tijd is
geweest voor Rilke. Parijs was een echte schok voor de overgevoelige man en de
inspiratie kwam steeds samen met weerzinwekkende en angstaanjagende stimuli die
hem aan de rand van een inzinking brachten. Wat Rilke het meest bewonderde aan
Rodin was zijn aandacht voor precisie en ambacht. Rodin slaagde erin om zijn
ideeën perfect om te zetten in concrete materie en geen enkele plooi of barst
was niet weldoordacht. Die omzetting van een idee naar iets concreets in een
dagelijkse praktijk van toewijding en precisie is wat Rilke ook wou bereiken
met zijn schrijverschap. Maar Rilke is er nooit in geslaagd om ook zo te werken
als iemand die elke dag opnieuw zijn ambacht uitoefent: voor hem kwam de
inspiratie slechts in vlagen en uitbarstingen, met periodes waarin hij op een
korte tijd vele gedichten schreef.
Het bekendste gedicht van de Neuen Gedichte, ‘Archaïscher Torso Apollos’, eindigt met de
veelgeciteerde zin: ‘Du mußt dein Leben ändern.’ Het werk van Rodin stimuleerde
Rilke om effectief zijn leven te veranderen en nog meer dan voorheen voor zijn
kunst te leven en zijn visie na te streven. Een boek als dit dient niet zozeer
om van kaft tot kaft te lezen, maar om open te slaan en te genieten van de
reflecties die op zo goed als elke pagina te vinden zijn. Zo schrijft Rilke dat
schoonheid nooit bewust gemaakt kan worden. Men kan enkel een bepaalde
levenswijze ontwikkelen waarbij men ontvankelijk is voor schoonheid. Men kan
alleen een ‘liefde voor de schoonheid en een louter verlangen daarnaar’
cultiveren en dat verlangen spreekt uit elke pagina.
Utrecht : IJzer 2016, 212 p. :
ill. Vert. van Auguste Rodin
ISBN 9789086841448. Distributie: EPO
deze pagina printen of opslaan