Mentaal opgebrand raken is al lang
geen verschijnsel meer dat zich enkel voordoet bij mensen die al te lang
hetzelfde eentonige werk verrichten of te weinig prikkels krijgen. Het is een
aandoening die zich in haast epidemische vormen verspreidt onder voornamelijk
ambitieuze twintigers en dertigers met boeiende jobs en een druk sociaal leven.
Plots gaat het licht uit en stort je zowel psychisch als fysiek helemaal in.
Het overkwam
Bregje Hofstede, die in 2014 succesvol debuteerde met De hemel boven Parijs, al op haar vierentwintigste! Met De herontdekking van het lichaam. Over de
burn-out publiceert ze daarover een essaybundel waarin ze vertelt hoe het
zover kon komen en hoe ze weer uit het dal klom. Met behulp van filosofen als
Sartre, Merleau-Ponty en Sontag gaat ze op zoek naar oorzaken en oplossingen.
Daarmee is dit niet alleen een boekje dat gaat over de burn-out, maar tevens
het verslag van de wijze waarop zij over die burn-out heen raakte.
Het is de
zelfopgelegde druk, zo concludeert Hofstede. Mensen die het overkomt, hebben
niet te weinig, maar net te veel opportuniteiten. Het probleem is dat we niet
meer willen kiezen; we willen alles, en liefst alles tegelijk. Daardoor raak je
overprikkeld en vind je nooit rust. Haar persoonlijke probleem was, zo
analyseert Hofstede, dat ze alleen maar met haar hoofd probeerde te leven en
haar lichaam uit het oog verloor, verdrong, verwaarloosde – een gevolg van een ideologie
die sinds Descartes opgeld maakt, namelijk dat de geest edeler is en dat wie
los kan komen van zijn lichaam en vergeestelijkt leeft een beter, een
hoogstaander bestaan heeft.
Eens ze de nefaste
gevolgen van die opvatting ging inzien, sloeg ze evenwel door naar de andere
kant en ging ze zich zo hardnekkig toeleggen op gezonde voeding, yoga en
meditatie, dat het lichaam op zich weer een doel werd, iets om aan te werken,
iets om resultaat mee te behalen, met als gevolg dat ze opnieuw belandde in de
mallemolen van de prestatiemaatschappij. Het was het letterlijk doelloze
wandelen dat haar er weer bovenop geholpen heeft, en de conclusie luidt dan
ook: niet alles moet een finaliteit hebben, niet alles moet in het teken staan
van een hoger doel, je mag ook gewoon rondkijken en tijd verprutsen, het is
goed om er een keertje niet bij te zijn. Even je brein uitzetten, de competitie
achterlaten en weigeren aan de rat race mee te doen (’s avonds niet meer je
mails checken bijvoorbeeld), dat zijn de tips die Hofstede geeft.
Al bij al vertelt
Hofstede weinig nieuws over het fenomeen van de burn-out, de maatschappelijke
oorzaken of de eventuele oplossingen, en een doorwrocht filosofisch werkstuk is
het ook al niet; veeleer hebben de vlot geschreven stukken iets van de betere Flair-reportage. Het boekje moet het dus
vooral hebben van de eerlijke getuigenis die als waarschuwing en zelfhulpgids
moet dienen.
Amsterdam
: Cossee 2016, 124 p. ill. ISBN 9789059366947
deze pagina printen of opslaan