Peachez, een romance heet de nieuwe, korte roman van Ilja
Leonard Pfeijffer die op Valentijnsdag verscheen. Die genreaanduiding zal door
de meesten – niet het minst door de publicatiedatum – vast gelezen worden als
een synoniem voor ‘idyllisch liefdesavontuur’, en dat is het ook, zij het
slechts ten dele, want er zit een tragische kant aan het verhaal en of het goed
afloopt, is voor discussie vatbaar. ‘Romance’ is echter ook de term die gebruikt
wordt voor sentimentele vormen van triviaalliteratuur. Misschien is het meer
aan deze definitie dat Peachez
voldoet? Het boek vertelt immers het verhaal van een doldwaze verliefdheid, die
het leven van het hoofdpersonage, een professor klassieke literatuur, helemaal
op z’n kop zet. De tekst die je te lezen krijgt is zijn biecht, die hij
neerschrijft in de gevangenis in Argentinië.
De prof, die een autoriteit is
in zijn vakgebied, zit volop in de voorbereidingen van een groot congres over de
kerkvader Tertullianus als hij een mailtje krijgt van ene Sarah Peachez, die
hem aanspoort de dag te plukken, maar daarbij een voor een latinist
onvergeeflijke fout maakt: ze schrijft ‘capre diem’. Dat verleidt de prof ertoe
een beetje schoolmeesterachtig te antwoorden en voor hij het weet heeft hij een
conversatie met haar, die steeds meer tijd en aandacht van hem vergt. De
berichten worden confidentiëler en pikanter, en na een tijdje moet hij toegeven
dat hij verliefd is op het meisje. In eerste instantie wordt daarbij de botsing
beschreven van de gecultiveerde boekenwurm met de platvloerse slettenbak. Zijn
brieven aan haar en zijn betoog zijn doorspekt met citaten uit klassieke
literatuur, haar antwoorden overstijgen het niveau van het cliché niet. Als hij
uiteindelijk een afbeelding krijgt toegestuurd van een blonde stoot met een
goddelijk lijf zet hij zelfs zijn levenslange vliegangst opzij en besluit haar
te gaan opzoeken aan de andere kant van de wereld… Waar hij haar niet vindt,
maar wel haar koffertje met de vraag om haar achterna te reizen naar
Argentinië. Daar wordt hij door de douane tegengehouden, en belandt hij op
verdenking van drugstrafiek in de nor.
Wat voor de lezer vanaf de
eerste bladzijden duidelijk is – het ligt er vingerdik op – blijft voor de prof
ondenkbaar: dat dit allemaal fake is en dat hij in de val trapt van een bende
die hem manipuleert en uiteindelijk wil gebruiken. Daarmee past ook deze nieuwe
publicatie in het oeuvre van Pfeijffer, dat elke keer opnieuw de relatie tussen
feit en fictie onderzoekt. In dit boek doet de auteur dat op twee niveaus, want
niet alleen gaat Peachez over de
leugenachtige kanten van het internet en over de fantasieën (seksuele, maar ook
vaderlijke, waarbij de link met My fair
Lady wordt gemaakt) van een oudere heer, ook is de roman gebaseerd op het
waargebeurde verhaal van een professor die zich op soortgelijke wijze in de
luren heeft laten leggen. En hoewel het boek links heeft met zijn roman Rupert en de dichtbundel Dolores, die samen met Peachez en een nog te verschijnen tweede
deel de Streppolitetralogie vormt,
heeft het nog het meeste te maken met het boekje Second Life. Daarin doet Pfeijffer verslag van de periode waarin
hij als sexy vrouw opereerde in de driedimensionale virtuele werkelijkheid met
dezelfde naam, wat dezelfde vragen over schijn en werkelijkheid en bedrog
opriep.
Peachez lijkt de beschrijving van een
plotse zinsverbijstering. Die kent haar hoogtepunt tijdens de lezing op het
congres, waar de prof een onwetenschappelijke uiteenzetting geeft waarin hij
elke ratio opzij zet en een pleidooi houdt voor geloof, hoop en liefde. Hij
meent, verblind door verliefdheid, eindelijk helder te zien in de al eeuwen
becommentarieerde duistere teksten van Tertullianus, maar zijn esoterische
gewauwel wekt bij collega’s slechts onbegrip en spot. Wat echter langzaam
duidelijk wordt, is dat zijn merkwaardige conclusies, die hij ziet als de
bekroning van zijn wetenschappelijke carrière, niet alleen te wijten zijn aan
het feit dat de passie zijn denkvermogen aantast. Minstens evenzeer blijken ze
het gevolg van een vernauwde focus, want hoewel hij zogenaamd hooggeleerd is,
blijkt zijn wereld even virtueel als het internet: de auteurs en personages uit
de Oudheid die zijn leven zin hebben gegeven, zijn net zo onbestaand als
Peachez. Zijn klassieke referentiekader structureert niet alleen zijn
wereldbeeld, het vormt zijn werkelijkheid. De luchthaven komt op hem over als
de verwerkelijking van de onderwereld, en zijn relatie met Peachez begrijpt hij
als een variant op de mythe van Pygmalion.
Eigenlijk, zo luidt ook zijn
conclusie als hij de onverkwikkelijke gebeurtenissen overschouwt, kan hij
Peachez niets verwijten – hijzelf is wereldvreemd gebleken. Zijn fout is het
dat hij waarheid en verbeelding met elkaar verward heeft, niet alleen in dit
geval, maar gedurende zijn hele leven. Daarom ook dat hij het verblijf in de
gevangenis ervaart als een bevrijding: het inzicht ontstaat dat zijn hele leven
een leugen is geweest, dat hij vastgezeten heeft in een fantasie. De esdoorn
waarop hij uitkijkt vanuit zijn cel, symbool voor onafhankelijkheid,
onderstreept het feit dat hij in gevangenschap de ware vrijheid vindt. De hele
Peachez-episode is daarmee in elk opzicht life changing gebleken.
Op die manier verheft Pfeijffer een fait divers uit
de krant – bende brengt prof het hoofd op hol met pornoster – tot een
meerlagige roman. Uiteraard is dit op het eerste gezicht de plot voor een
pulpromannetje, maar Pfeijffer trekt het onderwerp helemaal toe naar zijn eigen
thematiek, waardoor het een reflectie op schijn en wezen wordt. Bovendien
speelt hij opnieuw een slim intertekstueel en literair spel, waarbij de roman
een variant is op bestaande genres en verhalen, maar waarin ook andere
interteksten hun werk doen (Romeinse poëzie bijvoorbeeld) en freudiaanse –
vliegen wordt bij Freud gezien als een symbool voor seksuele ontlading; dat de
prof zijn vliegangst overwint is tekenend, nog meer dat hem na de vlucht naar
Argentinië de waarheid daagt – en andere symbolen onopvallend, maar duchtig
worden rondgestrooid. Peachez is
smakelijk en vermakelijk, maar tegelijk best filosofisch.
Amsterdam
: De Arbeiderspers 2017, 174 p. ISBN 9789029511643. Distributie LMBooks
deze pagina printen of opslaan