In 1940, op haar drieëntwintigste, werd Carson McCullers
(1917-1967) met haar debuutroman The
Heart Is a Lonely Hunter in één klap een literaire ster. Bijval oogstte ze
ook met latere romans, verhalen en theaterstukken, al waren de reacties minder overweldigend.
Haar liefdesleven was turbulent, haar gezondheid zwak. Slechts vijftig was ze
toen ze, half verlamd, aan een zoveelste hersenbloeding overleed.
Haar succesdebuut speelt
zich af aan het eind van de jaren dertig in het Zuiden van de VS, in een stad met
enkele grote katoenspinnerijen en wat kleinere fabrieken. De winters zijn er
wisselvallig, de zomers lang en heet. Een kermis met een paar aftandse toestellen
trekt van het ene naar het andere braakliggende terrein en is vooral voor zwarten,
arbeiders en kinderen een bron van vertier. In de lange hoofdstraat kunnen de
blanke inwoners dag en nacht terecht in het New York Café.
In deze fabrieksstad komt Jake
Blount, een vaak beschonken en twistzieke marxistische vagebond aanwaaien en
gaat er aan de slag als onderhoudsmonteur op de kermis. Mick Kelly, een
jongensachtig pubermeisje past vaak op haar jongere broertjes, maar hangt voorts
meestal alleen rond. De Afro-Amerikaan Benedict Mady Copeland runt een dokterspraktijk
in de stad. Hij is voortdurend in touw voor zijn patiënten, maar de relatie met
zijn eigen familie blijft ondanks de verzoeningspogingen van zijn dochter
Portia getroebleerd. Biff Brannon, de eigenaar van het New York Café, slaat
vanop afstand gade hoe de wegen van de hoofdfiguren elkaar kruisen.
Daarbij verbaast hij
zich vooral over de doofstomme John Singer, die als een soort heiland de
anderen aantrekt. De antikapitalistische vrijbuiter Jake Blount, het
tienermeisje Mick en dokter Copeland komen geregeld naar zijn pensionkamer om
tegen hem te praten. Zwijgend hoort Singer hen aan. Alleen af en toe dient hij
hen van repliek door kort iets op te schrijven. Dat hijzelf wordt verteerd door
eenzaamheid sinds zijn beste en enige echte vriend om gezondheidsredenen ver
weg in een instelling is geplaatst, realiseert zich niemand.
Zijn bezoekers voelen zich goed
bij hem, omdat hij lijkt te begrijpen wat hen bezighoudt en waar ze van dromen.
In het geval van Mick is dat de juiste stemming vinden om de melodieën in haar
hoofd vast te houden en ook zelf muziek te componeren. Jake Blount droomt van
de emancipatie van de arbeidersklasse. Dit verlangen naar sociale gelijkheid deelt
hij met dokter Copeland, al is die in de eerste plaats begaan met de achterstelling
van de zwarten.
Carson McCullers verleende in haar debuutroman een opvallend warme en
krachtige stem aan haar zwarte personages en zette zich daarmee af tegen de rassenhaat,
die toentertijd, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, diep in de
Amerikaanse cultuur was verankerd. Een sprong naar de huidige tijd is zo
gemaakt, want de strijd van de zwarte burgerrechtenbeweging in de VS is nog
altijd niet gestreden, en ook de ruimere ongelijkheid die in de roman aan de
kaak wordt gesteld, is verre van uit de wereld geholpen. Die maatschappelijke
relevantie, de personages, even
excentriek als doorleefd, de sprekende setting, dat alles maakt van deze roman over dromen, idealen en de rusteloze zoektocht naar spirituele rijkdom een meeslepende klassieker.
Amsterdam :
Athenaeum – Polak & Van Gennep 2016, 367 p. Vert. van The heart is a lonely
hunter door Molly van Gelder. ISBN 9789025303549.
Distributeur: L&M Books
deze pagina printen of opslaan