Fania Oz-Salzberger is auteur en
hoogleraar geschiedenis aan de universiteit van Haïfa. Haar vader is
de internationaal bekende Israëlische romancier, essayist en vredesactivist
Amos Oz, een man die tot de elite van de Israëlische maatschappij
behoort. Zowel de vader-dochter relatie als zijn gepassioneerde
betrokkenheid bij het intellectuele, culturele en politieke leven van de
joods-Israëlische gemeenschap zijn hier relevant.
De auteurs hebben het met name
over de centrale rol van de verhouding tussen ouders en kinderen, en leraren en
leerlingen, rollen die vaak samenvallen, voor het doorgeven van de traditie en
vandaar het voortbestaan van het joodse volk. Omdat ze zich allebei
distantiëren van de joodse religie en geen boodschap hebben aan een zuiver genetische
invulling van deze traditie, concentreren ze zich op de eeuwenoude en uiterst
complexe omgang van 'de joden' met het woord. Ze noemen zichzelf
'Atheïsten van het Boek', waarmee ze enerzijds afstand nemen van hun orthodoxe
en ultraorthodoxe mede-joden in Israël en de Diaspora, maar anderzijds weigeren
de erfenis van de Bijbel uitsluitend aan die gelovigen over te laten.
In vier hoofdstukken beschrijven en onderzoeken ze het
probleem van de continuïteit van de joodse tradities, de opvallende rol die
talloze 'mondige vrouwen' in de Bijbelse mythologie en in de geschiedenis van
de joden gespeeld hebben en in toenemende mate blijven spelen, de typisch joodse
omgang met tijd en tijdloosheid en ten slotte de historische en actuele band
tussen de joden onderling en met de niet-joodse wereld.
Het valt de romanschrijver uiteraard niet
moeilijk zich los te maken van de zuiver wetenschappelijke discussies over 'de
oorsprong van het joodse volk', 'waarheid en mythe in de Bijbelse
verhalen' en het politieke gebruik dat in het conflict met de Palestijnen
van bijvoorbeeld de archeologie gemaakt wordt. Daarover gaat dit boek
niet. Wél over de fascinatie met letters, woorden en teksten vanaf het
vroege begin van de joodse geschiedenis en, als gevolg van de nadruk op de
studie van Tora en Talmoed, ook vanaf de prille jeugd van de orthodoxe
jongens.
De auteurs argumenteren dat die vertrouwdheid met de Bijbelse teksten ook aan
de basis ligt van de seculiere agnostische of atheïstische hedendaagse joodse
beschaving. Ze benadrukken onder meer het unieke 'mirakel' van de
wedergeboorte van het Bijbelse Hebreeuws binnen het zionisme en vandaag in de
staat Israël: waar het Latijn van de christenen het sinds de moderniteit moest
afleggen tegen de opkomst van de moderne talen is het Hebreeuws zelf een
succesvolle, rijke en gediversifieerde moderne taal geworden met een
internationaal bekende en gewaardeerde literatuur.
Daarom weigeren ze ook de défense
et illustration van deze cultuur aan nostalgici, atavisten en etnisch
nationalisten over te laten. Ze vatten hun fascinerende reis doorheen de joodse
geschiedenis samen in twee lapidaire zinnen die volkomen in deze verbale
traditie passen: eerst en vooral 'is de natie slechts een natie bij gratie
van haar teksten', en ten tweede 'zijn we niet een volk omdat
we zus en zo dachten, maar omdat we zus en zo lazen.'
Amos Oz, Fania
Oz-Salzberger: Joden en woorden, De Bezige Bij Amsterdam, 2014, 271 p. ISBN 9789023483663. Vertaling van Jews and words. Distributie:
WPG Uitgevers
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswolf 2014.
deze pagina printen of opslaan