Toen Donatella Di Pietrantonio (°1963) in september de
prestigieuze Premio Campiello in ontvangst mocht nemen voor Teruggeworpen (2017), vergeleken
Italiaanse critici de auteur met Elsa Morante (1912-1985). Nu, Di Pietrantonio
had hen zelf in die richting gewezen met het epigraaf uit Morantes Sortilegio e menzogna (1948, ‘Toverij en
leugens’, in het Engels vertaald als House
of Liars), de retrospectieve roman waarin een onverwerkt verleden en complexe
familierelaties, in het bijzonder de relatie met de adoptiemoeder, beschreven
worden vanuit het perspectief van een kind.
In Teruggeworpen stuurt die adoptiemoeder haar dertienjarige ‘dochter’
terug naar haar biologische moeder, met het excuus dat ze ziek is. Zo ruilt het
meisje haar mooie, cleane thuis, gelegen aan de zee, in voor een chaotische
woonst, in de ruwe bergen van de Abruzzo, de geboortestreek van de auteur. In
die streek was het in de jaren zeventig overigens niet ongebruikelijk dat kinderen
werden ‘uitbesteed’ aan kinderloze koppels.
In Di Pietrantonio’s derde roman
kan het jonge meisje haar adoptiemoeder, haar tot dan kinderloze tante,
moeilijk loslaten en blijft ‘het woord “mamma” in [haar] keel steken als een
visgraat die nooit meer lossch[iet]’. Dat ze ‘de teruggeworpene is ’ – in de
oorspronkelijke titel opteerde de auteur voor de streektaal van de Abruzzo, zal
pas veel later tot haar doordringen.
Terwijl de adoptiemoeder het
meisje alsnog (financieel) zal blijven steunen, zo bijvoorbeeld in haar
schoolkeuze waarvoor haar andere moeder weinig begrip wil opbrengen, maakt het
jonge meisje kennis met haar biologische familie, die in armoede leeft. Zo is
haar vader een wat afwezige, maar agressieve figuur, haar oudere broer ziet
haar niet als zijn zus maar als een jonge vrouw en haar moeder lijkt haar eigen
dochter niet te willen aanhalen, waardoor het jonge meisje zich dubbel verlaten
voelt:
‘Ik was
wees van twee moeders die allebei nog leefden. De ene had me afgestaan met haar
melk nog in mijn mond, de andere had me op mijn dertiende teruggeworpen. Ik was
een kind van scheidingen, met onechte of verzwegen familiebanden, van
afstanden. Ik wist niet meer van wie ik afstamde.’
Haar jongere broertje weet een plaats in haar hart te
veroveren door zijn zachte karakter, waardoor de teruggekeerde zus zijn anders
zijn probleemloos aanvaardt. Het is echter haar jongere zus met wie het
hoofdpersonage een erg hechte, maar ook aparte band ontwikkelt. Die jongere zus
dwingt haar als het ware een eigen weg te zoeken, los van de ellende waarin ze
opgroeit. Zo komt ze langzaam tot het besef dat ze niet aan zichzelf moet
verzaken:
‘Ik
weet inmiddels dat ik mezelf niet laat uitzetten, hooguit af en toe heel
eventjes. Op mijn kussen ligt elke nacht diezelfde klodder aan spookbeelden,
aan duistere angsten op me te wachten.’
Teruggeworpen kan dan ook gelezen worden als een bildungsroman, die
wat klassiek aandoet en een aantal stereotiepe personages opvoert, maar Di
Pietrantonio weet die goed in te bedden in de Abruzzo waar de band tussen leven
en dood erg tastbaar en ruw is. De zintuiglijke beschrijvingen versterken
bovendien de verwantschap met de Romeinse Morante, die in onze contreien
wellicht bekend is door haar beklijvende historische roman De geschiedenis (1982)
Donatella Pietrantonio: Teruggeworpen, Serena Libri,
Amsterdam 2017, 217 p. ISBN 9789076270968. Vertaling van L'Arminuta door Hilda Schraa. Distributie: EPO
deze pagina printen of opslaan