Valeria Luiselli (1983, Mexico-Stad) debuteerde in 2012 met Valse papieren. Aangestuurd door
literair-filosofische overpeinzingen wandelt en fietst ze in deze essayistische
verhalen door Venetië, Mexico-Stad en New York, waar ze sinds enkele jaren met
haar gezin woont. Het samenspel van eruditie en onbevangenheid dat haar debuut
typeert, kenmerkt ook haar romans De
gewichtlozen (2014) en De
geschiedenis van mijn tanden (2015).
Met Vertel me het einde brengt ze opnieuw een beschouwende tekst. Deze
móest ze schrijven, wilde ze ooit nog iets anders op papier krijgen. De
aanleiding gaat terug tot de zomer van 2014. In afwachting van hun permanente
verblijfsvergunning zijn zij en haar echtgenoot (Álvaro Enrigue, eveneens
Mexicaan en schrijver) verplicht om hun zomervakantie in de VS door te brengen.
Het wordt een roadtrip door Amerika samen met hun twee kinderen. In de kleine,
beschutte wereld van hun huurauto worden ze echter permanent geconfronteerd met
de alarmerende nieuwsberichten over de tienduizenden Centraal-Amerikaanse
minderjarigen die zonder begeleiding van volwassenen via de Mexicaanse grens de
VS binnenstromen.
Het lot van de jongeren, dat haar van begin af aan heeft aangrepen,
dringt pas in zijn volle reikwijdte tot haar door, wanneer ze in 2015 als
vrijwillige tolk aan de slag gaat bij de immigratierechtbank van New York.
Tijdens een intakegesprek krijgen de in hoofzaak uit El Salvador, Guatemala en
Honduras komende jongeren er veertig vragen voorgelegd. De schrijfster vertaalt
hun brokkelige antwoorden naar het Engels en puurt er telkens weer een zo
samenhangend mogelijk verhaal uit, waar de advocaat van het kind vervolgens
details in opspoort die een uitzettingsbevel kunnen tegenhouden.
Elk van die verhalen
is uniek, maar dezelfde gruwelijke elementen komen er steevast in terug. Met de
hulp van mensensmokkelaars ontvluchten de kinderen hun thuisland en doorkruisen
Mexico, doorgaans meeliftend op La Bestia, de bijnaam voor de gammele
goederentreinen waarop er al duizenden vluchtelingen zijn gestorven of
zwaargewond geraakt. Ze proberen onderweg uit handen te blijven van
verkrachters, corrupte politieagenten, moordlustige soldaten en drugsbendes die
hen onder dwang aan het werk willen krijgen op papavervelden of
marihuanaplantages. Als ze weigeren of vluchten, lopen ze het risico vermoord
te worden en te eindigen in een massagraf. Bij de Amerikaanse grens geven ze
zich over aan de Border Patrol-beambten, want enkel zo zijn ze in regel met de
Amerikaanse wet. Van een detentiecentrum gaan ze naar een tijdelijke opvang,
vanwaar ze contact leggen met de familieleden die ze willen vervoegen.
Onder Obama werd de
afwikkelingstermijn van hun asieldossiers verkort. In de praktijk kwam het erop
neer dat de kinderen, die verplicht zijn zich te laten bijstaan door een
advocaat, nog maar eenentwintig dagen (in plaats van een jaar) kregen om er een
te vinden. Immigratierechtbanken moesten voorrang geven aan deze jeugdzaken en
kwamen algauw handen tekort om ze af te handelen. In dit essay, dat is
gestructureerd rond de veertig vragen waarmee in de rechtbank wordt gepeild
naar de achtergrond en de motieven van de jonge vluchtelingen, spreekt Valeria
Luiselli vanwege die onmogelijke race tegen de tijd van een uiterst kille,
wrede beleidskeuze: ‘een sluiproute
om niet te hoeven afrekenen
met de dreigende realiteit die plotseling op de drempel van het land stond’.
Het stuit haar
ook tegen de borst dat de oorsprong van de kinderexodus in de media wordt
herleid tot lokale problemen in de herkomstlanden van de jongeren. Zelf oppert
ze dat de oorzaken diep verankerd zijn in de gezamenlijke geschiedenis van de
VS en Centraal-Amerika. Ze verwijst naar de Amerikaanse steun aan de militaire
regering van El Salvador tijdens de burgeroorlog (1979-1992) en de vernietiging
van het sociale weefsel die het gevolg was van dat conflict. Ze heeft het over
de wapensmokkel van de VS naar Mexico en de landen van Centraal-Amerika. Verder
voert ze aan dat het stijgende heroïnegebruik in de VS de drugsoorlogen in
Midden-Amerika voedt.
Deze punten haalt Valeria Luiselli aan zonder ze evenwel verder uit te
diepen. Dit neemt niet weg dat ze, vertrekkend vanuit haar persoonlijke
situatie en haar eigen engagement, een duidelijk beeld schetst van de horror
achter de angstaanjagende cijfers in deze immigratiecrisis.
Valeria Luiselli: Vertel me het
einde, Das Mag, Amsterdam 2017, 132 p. ISBN 9789492478436. Vertaling van Tell me how
it ends door Fiep van Bodegom en Merijn Verhulst. Distributie: Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan