Eowyn Ivey (1973) werd geboren in Denver (Colorado) en werd
door haar moeder vernoemd naar een personage uit Tolkiens Lord of the Rings-trilogie. Als kind verhuisde ze met haar ouders
naar Alaska waar ze opgroeide. Ze studeerde journalistiek en creative writing aan
de Western Washington University en werkte negen jaar als verslaggever en
columnist voor de Frontiersman in Palmer,
een stadje ten noorden van Anchorage (Alaska).
Haar liefde voor literatuur maakte dat ze uiteindelijk de
plaatselijke krant inruilde voor de plaatselijke boekhandel, waar ze het
Russische sprookje ontdekte dat haar debuutroman The Snow Child (2012, vert. Kind
van sneeuw) en carrière als schrijver inspireerde. Haar grote muze blijft wel
het overweldigende landschap van Alaska, waarvan haar leven en oeuvre volledig doordrongen
is.
Ze woont nu samen met haar man (een bioloog) en twee dochters
op een zelfvoorzienende boerderij waar ze groenten telen en gevogelte kweken.
Jacht, visvangst, houtkap en het verzamelen van wilde bessen vullen de voorraad
aan om de donkere ingesneeuwde winters te overbruggen. Een leefwijze die ietwat
aansluit bij de ervaringen van de personages uit de jaren twintig van de vorige
eeuw in haar debuutroman.
Het voor de Pulitzer Prize 2013 genomineerde Kind van sneeuw is een sprookjesachtige historische
roman over een pionierskoppel in Alaska (Alpine) dat een baby verloor en geen
kinderen meer kan krijgen. Een in een emotionele opwelling gemaakt sneeuwkind
transformeert schijnbaar in een ongetemd wildernismeisje, dat het koppel
regelmatig bezoekt, maar uiteindelijk steeds de roep van de natuur volgt. In de
overweldigende setting van het wilde Alaska groeit een band tussen het koppel
en het opgroeiende meisje, die gedoemd is om verbroken te worden.
In 2016 volgde de roman To
the Bright Edge of the World (vert. Aan
de schitterende rand van de wereld). Hier graaft Ivey nog dieper in de
geschiedenis van Alaska in het spoor van de ontdekkingsreizigers die de
onherbergzame wildernis in kaart brengen. In 1885 krijgt oorlogsheld kolonel
Allen Forrester de opdracht om met enkele manschappen de loop van de Wolverine
rivier vast te leggen.
Dat is een fictieve expeditie, geïnspireerd door de ontdekkingstocht
van luitenant Henry Tureman Allen (1885) langs de Ahtna (Copper), Tanana en
Koyukuk rivier. Een ietwat vergeten ontdekkingstocht vol ontberingen, waarin Allen in de
loop van vijf maanden toch nog 2400 kilometer ontoegankelijke wildernis wist te
doorworstelen. Een wapenfeit dat toen vergeleken werd met de veel langere, iconische
tocht van Lewis & Clark (1804-1806) door het Amerikaanse Westen langs de
Missouri, Yellowstone en Colombia rivier.
Onderweg houdt kolonel Forrester een dagboek bij en hij schrijft
regelmatig brieven aan zijn vrouw, Sophie, die achterblijft in het fort van Vancouver.
Hun leven en hun wederzijdse liefde worden in deze periode zwaar op de proef gesteld.
Uiteindelijk belanden na vele jaren alle mogelijke correspondentie,
aantekeningen, logboeken en een aantal persoonlijke bezittingen van het koppel bij
een verre kinderloze nazaat, die ze bezorgt aan het Historisch Museum Alpine
met een pleidooi om het in de museumcollectie op te nemen.
De inleidende brief van nazaat Walt(er) Forrester aan
museumconservator Josh(ua) Sloan is een veelgebruikte techniek in
negentiende-eeuwse historische romans om het verhaal authenticiteit te
verlenen. Ook suggereert deze aanpak een verschuiving van de vertelinstantie/auteurschap
naar conservator Sloan die het materiaal sorteert, teksten uitschrijft en
correspondeert met de erfgenaam. Zo krijgen we een soort meta-tekstueel opgebouwd
roman uit fragmenten van het materiaal en de verwerking ervan.
Een geordende, met spanningselementen opgebouwde puzzel, waarin
de lezer op ontdekkingsreis gaat om het verhaal te reconstrueren. Het Alaska
van Ivey is een mystieke wereld met slechts een dunne scheidingslijn tussen
mens en dier, tussen de rauwe werkelijkheid en bedreigende, door allerhande
krachten bevolkte, bovennatuurlijke wereld die inherent is aan de ontembare wildernis.
Een wereld die na de exploratie van Alaska’s natuurlijke rijkdommen
door de beschaving verloren lijkt, zeker nu de historische mijnen langs de rivieren
vandaag opnieuw heropend worden. Met haar lyrische proza tracht Ivey het wilde
Alaska opnieuw tot leven te wekken, respect af te dwingen voor iets dat groter
is dan onszelf; een sacrale natuur die we niet kunnen bezitten.
Eowyn Ivey: Aan de schitterende rand van de wereld, Ambo/Anthos Amsterdam, 2017, 432 p. : ill. ISBN 9789026339097. Vertaling van To the Bright Edge of the World door Lidwien Biekmann en Koos Mebius. Distributie: VBK België
Meer besprekingen over Alaska
deze pagina printen of opslaan