In De vertelling keert
Ursula Le Guin terug naar het Hainische universum waar ook haar klassiekers De
linkerhand van het duister en De ontheemde zich afspeelden. Een
uitgebreid sterrenrijk waarin de mensen van Hain, uitvinders van de
interstellaire aandrijving, een vooraanstaande rol spelen. En evenals in die
andere romans is de sciencefiction voornamelijk een decor op de achtergrond --
hoe bepalend dat decor ook is -- en richt het verhaal zich op een hoofdpersoon
die geïsoleerd raakt in een andere, hem of haar vreemde cultuur. Le Guin
baseert zich daarbij op de antropologische theorie dat werkelijke veranderingen
in een cultuur ontstaan bij individuen die zich in een liminale, een
grenssituatie bevinden. Om contact tussen twee culturen tot
stand te brengen, moet een individu de grens tussen die culturen overschrijden
en, de eigen cultuur tijdelijk achterlatend, deel gaan uitmaken van die andere
cultuur.
In De vertelling is dat
Sutty, die als Waarnemer naar de verre wereld Aka is gestuurd om de
geschiedenis van de bevolking te achterhalen. Waarnemers worden door de zich
steeds uitbreidende Oecumene van door intelligente rassen bewoonde werelden,
naar 'primitieve' nieuwe planeten gestuurd om de bevolking te observeren,
waarbij elke vorm van ingrijpen verboden is. De opdracht van Sutty blijkt
echter niet eenvoudig. Aka is een wereld die zich sinds de ontmoeting met
andere intelligente rassen geheel op de toekomst heeft gericht en waar de
geschiedenis op rigoureuze wijze is verboden als zijnde primitief. De taal is
veranderd, oude boeken zijn vernietigd, geloof en volkswijsheid verboden. Een
staatskapitalistisch aandoende wereld met strafkampen en verklikkers, waarin de
commerciële instelling van onze westerse wereld -- reclames, productiviteit,
positief denken, samenwerking etc. -- tot in het extreme wordt beleden.
Wanneer Sutty dan toch in een
situatie komt om de 'oude' cultuur te leren kennen, het verhaal, de
'vertelling' van de Akanen -- want uiteraard zijn er nog tal van subversieve
elementen die in het geheim de oude gewoonten in ere houden -- wordt zij ook in
toenemende mate met haar eigen verleden als Canadese met wortels in India
geconfronteerd. Die terugblikken geven de lezer een toekomstbeeld van de Aarde
waarin geloofsijver, nog altijd de belangrijkste bron van conflicten,
afschrikwekkende proporties heeft aangenomen.
Deze relatief korte vertelling (slechts 160 bladzijden) heeft Le Guin met veel
diepgang en op zeer poëtische wijze geschreven. Een absolute topper, die
aantoont dat Ursula le Guin nog altijd tot de beste en boeiendste schrijvers
van sciencefiction behoort. Naar de reden waarom het boek onder de noemer
fantasy is gepubliceerd, kan slechts worden gegist. Omdat techniek op de
achtergrond blijft? Omdat fantasy populairder en dus commerciëler is? In ieder
geval is het evenveel fantasy als de reeds genoemde klassiekers dat waren, en
die werden gepubliceerd als sciencefiction.
Ursula Le Guin: De vertelling, Meulenhoff, Amsterdam 2000, 160 p. ISBN 9029066512
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf 2000
Meer besprekingen over Ursula Le Guin
deze pagina printen of opslaan