Het
onooglijke Noord-Franse dorpje Marville, dicht bij de Belgische grens, was van
1954 tot 1967 een Canadese vliegbasis. De streek ademt oorlog en vernietiging,
of zoals Nathan, de vertellende
ik-figuur uit het eerste deel van Angel,
het uitdrukt:
‘In
de brochure Be a Good Canadian Overseas,
die we bij onze inscheping hadden meegekregen, stond dat deze regio tot drie
keer toe een oorlog te verduren had gekregen. De Frans-Pruisische Oorlog van
1870 en twee wereldoorlogen.’
Eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw was er dan de
dreiging van de Koude Oorlog. ‘De Russen komen’ was, zeker tussen de militairen
die in Marville waren gelegerd, een van de meest gehoorde uitspraken. De missie
om het Westen te behoeden voor nieuwe gekken smeedt een band tussen Nathan
Helmer, die als mecanicien tewerkgesteld is op de basis, en Daniel Hilfiger.
Jongemannen die ‘zwanger zijn van de toekomst’, maar evengoed dromen van het
gezin dat voor beiden aan uitbreiding toe is. Als hun liefjes dan toch, na lang
aandringen, worden overgevlogen vanuit Canada, slaat het noodlot toe. Om
duistere, onopgehelderd gebleven redenen, blijken de vrouwen bij aankomst
doodziek. Louise, de vrouw van Daniel, overleeft het niet, Margret brengt een
misvormde baby ter wereld, die kort nadien sterft.
Filip Rogiers stootte tijdens
zijn zoektocht in en rond Marville op het Canadese kerkhof: een troosteloze rij
witte graven, ‘tientallen dode geschiedenissen’ herleid tot een naam. Angel wil die naam van onder het stof
der vergetelheid halen: ‘Het is niet wat gebeurt dat we ons herinneren. Het is
wat we ons herinneren dat gebeurt. Tijd verandert geen feiten meer, wel de
vragen die we ons stellen.’
Die vragen (blijvend) stellen: daar is het Filip Rogiers om
te doen met Angel, een roman die
zoveel meer biedt dan het relaas van de persoonlijke levensgeschiedenis van
twee Canadese militairen die hun droom uit elkaar zagen spatten. Hoe Margret
gedesillusioneerd terugkeert naar Canada en later met Daniel, die oneervol
wordt ontslagen uit het leger, huwt; hoe Nathan met vallen en opstaan in
Frankrijk een nieuw leven opbouwt met Emilie: het blijft het kader voor een
indringende en beklijvende benadering van de maatschappelijke evolutie van de
rumoerige voorbije halve eeuw. Rogiers vat het zo samen:
‘Het waren de tropenjaren van de
Koude Oorlog. Vooruitgang was de nieuwe religie, atoomenergie en chemie waren
de gouden kalveren. Vurig aanbeden, maar nog maar amper begrepen.’
Binnen deze aanpak
spoort de roman op twee parallel lopende beddingen: het persoonlijke
levensverhaal van Nathan en Daniel én het niet meer ter stoppen failliet van
alles wat met een te verantwoorden manier van omgaan met onze biotoop te maken
heeft. Hier speelt de dubbele gelaagdheid van de titel een bepalende rol:
‘Angel’ - op zijn Engels dan - staat
voor de verdroomde blik waarmee geliefden elkaar benaderen, maar evengoed
verwijst het woord – in het Nederlands dan - naar de bijenwereld. Aan het slot
van de roman staat deze bedenking van Nathan:
‘Op de basis kent eenieder zijn
taak en werken wij samen aan hetzelfde doel, een bijenkorf gelijk.’ Die
natuurlijke orde, ook in de mensenwereld, lijkt voorgoed verstoord. De massale
bijensterfte als metafoor voor de samenleving: ‘Hun dood is de uitkomst van
door pesticiden veroorzaakte amnesie en desoriëntatie.’
In het centrale, overigens het
meest uitgebreide deel van de roman, geschreven vanuit het ik-perspectief van
Nathans zoon Alain, voert Rogiers de lezer mee in de carrousel van de
geschiedenis: de jongerenprotesten, het uiteenvallen van het Oostblok, met
Hongarije als voorbeeld, de val van de Berlijnse muur, de opkomst van
extreemrechtse partijen, de machtswissel in Rusland met Poetin…Wat hier
meespeelt en meteen de link legt naar de actualiteit, wordt in de mond gelegd
van Alains prof aan de Ecole de Photographie:
‘Angst, meneer Helmer, is het
kiertje waarlangs machthebbers zich toegang trachten te verschaffen tot wie u
bent. Machtiger dan tanks is de bezetting van het geheugen.’
Angel bevestigt, mede door de afgemeten
manier waarop fictie en feiten in elkaar haken, dat Filip Rogiers aan de top
van onze literatuur staat.
Filip Rogiers, Angel, Polis, Kalmthout 2018, 247 p. ISBN 9789463103152.
Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan