Na
zijn dood volledig uit het zicht verdwenen, krijgt Emmanuel Bove (1895-1945) in
de late jaren zeventig van de vorige eeuw een nieuwe kans en rijst op als een
fenix uit het graf. Eerst in eigen land, maar al snel ook daarbuiten - zo zal
Peter Handke zijn volledige werk, een dertigtal romans en novellen, in het
Duits vertalen.
Als zoon van een Russisch emigrant uit Kiev, Bobovnikoff, is hij van
jongs af aan geïnteresseerd in literatuur en zal hij, ondanks het feit dat hij
zich een tijd in leven moet houden met het schrijven van goedkope romannetjes,
al snel succes oogsten als auteur van opvallend knap proza.
De Franse schrijfster Colette is
zeer onder de indruk van zijn eerste echte roman Mes amis (1924) (vertaald als Mijn
vrienden) en introduceert hem in de literaire wereld. Wanneer hij later ook
wordt verwelkomd in de surrealistische en dadaïstische kringen rond André
Breton en Philippe Sollers is zijn reputatie gevestigd. Ook het publiek succes
blijft niet uit, temeer omdat hij zich nooit zal aansluiten bij een groep of
richting en koppig zijn eigen weg blijft gaan: het prototype van de eenzame
schrijver, onafhankelijk en nergens te klasseren. De voornaamste reden ook
waarom zijn werk niet gedateerd is.
Bove munt uit in een concreet en
nauwgezet gebruik van de taal. En ook door een thematiek die zich bewust
beperkt tot het creëren van personages die worstelen met hun bestaan en die hun
plaats in de samenleving maar niet kunnen bepalen. Daarmee loopt Bove vooruit
op de existentiële romans van na de oorlog.
Hij grossiert in machteloze
helden, zoals Jean-Antoine About (what's in a name!) in de korte roman Een vader en zijn dochter (1928),
geschreven drie jaar nadat Bove's eigen huwelijk was stukgelopen en vrouw en
kinderen voorgoed het huis hadden verlaten. Op gelijkaardige wijze raakt het
hoofdpersonage in dit verhaal zowel zijn vrouw Marthe als zijn dochter Edmonde
kwijt. Wanneer de lichtzinnige Marthe uit zijn leven verdwijnt, blijft Antoine
alleen achter met Edmonde, waaraan hij al zijn krachten wil wijden. Maar
hetzelfde scenario als met zijn vrouw dreigt. Na een heftig conflict, dat alles
te maken heeft met totaal onbegrip en hardnekkige gevoelens van
verongelijktheid, en geconfronteerd met de drang van Edmonde naar een vrij en
onafhankelijk bestaan, wordt ze voorgoed het huis uitgezet.
Een drama dat alles te maken
heeft met de onderdanigheid en schier masochistische persoonlijkheid van
Antoine die zijn eigen ambities heeft opgeofferd ten bate van hen die hij denkt
lief te hebben en waarvoor hij, naar zijn mening, alles heeft gedaan om het ze
naar de zin te maken en hun geringste wensen te vervullen. Daarbij gaat hij
zover zichzelf letterlijk en figuurlijk weg te cijferen zodat er langzamerhand
een onoverkomelijke afstand gaat ontstaan tussen hemzelf en zijn omgeving.
Wanneer er uiteindelijk, op de nukkige oude dienstbode Nathalie
na, niemand meer overblijft, verloedert hij totaal, lichamelijk als geestelijk,
vervuld van grieven, zich genoegzaam wentelend in zijn door manische obsessies
veroorzaakte ellende. En dan komt er, vijf jaar na haar verdwijnen - zo begint
het verhaal - een telegram van Edmonde dat haar terugkeer, diezelfde avond nog,
aankondigt. Antoine is volkomen ontredderd...
Emmanuel Bove, de schrijver die
naar men zei ‘te bescheiden [was] om nog herinnerd te worden’, heeft onder meer
met dit verhaal bewezen dat wie (echt) schrijft, ook (echt) blijft. De creatie
van het complexe wezen dat Jean-Antoine About heet, is inderdaad indrukwekkend
in zijn totale omvang die terzelfdertijd niets en alles aan de verbeelding
overlaat. Het portret van een ontworteld mens in een verhaal dat in de eerste
plaats bepaald wordt door de toon, door de taal en door de indruk van
authenticiteit.
Emmanuel Bove: Een vader en zijn dochter, Vleugels, Bleiswijk 2018, 63 p. ISBN 9789078627425. Vertaling van Un père et sa fille door Mirjam De Veth
deze pagina printen of opslaan