Poëzie

BOEKEN NR. 4, APRIL 2018

Paul Bogaert: Zo kan het niet langer

door Dirk De Geest

Het is telkens een feest voor poëzieliefhebbers als er een nieuwe bundel van Paul Bogaert verschijnt. Dat gebeurt overigens niet zo vaak, want Bogaert is spaarzaam met publiceren van zijn werk in boekvorm. Hij blijft geduldig vijlen aan zijn teksten, en via het interessante gebruik van de nieuwe elektronische media houdt hij geïnteresseerden op de hoogte van die langzame vorderingen. Op zijn website krijgen belangstellenden immers een unieke inkijk in de finesses van het complexe schrijfproces en in de pogingen van de dichter om zijn teksten met diverse media te verbinden.
 
Die complexiteit heeft echter geenszins tot gevolg dat de gedichten van Bogaert bol staan van allerlei maniëristische trucs, wel integendeel. Bogaerts poëzie is ogenschijnlijk zowat de meest toegankelijke van het ogenblik. Schijn bedriegt echter, want deze gedichten zijn niet zomaar vanzelf uit de pen van de dichter gevloeid. Achter de vanzelfsprekendheid gaat een bijzonder functionele retoriek schuil, een aparte stijl die in de loop der jaren almaar meer tot perfectie is gebracht. Het is Bogaert immers niet zozeer om de werkelijkheid te doen (voor zover wij daar rechtstreeks toegang zouden toe hebben) maar vooral om de manier waarop mensen taal gebruiken om die realiteit permanent te ‘framen’, te kaderen en te reglementeren. De titel van de bundel suggereert al die problematiek, en ook de flaptekst heeft het nogal drastisch over ‘vluchtwegen’ en de nood aan verandering.
 
De gedichten van Paul Bogaert zijn evenwel geen naïeve utopieën, maar vooral gedachtenexperimenten en nauwgezette analyses van ons doordeweekse denken en voelen. Vanaf de eerste bladzijden worden de beklemming en het gevoel van plicht en bestraffing merkbaar, met een vers dat handelt ‘Over de privatisering van de openbare ruimte’, maar evenzeer over de intimiteit van mensen. Voortdurend glijden inderdaad de publieke sfeer en de privérelaties in elkaar over, omdat ze aan vergelijkbare normen en principes zijn onderworpen.
 
Daardoor ontstaat een vervreemding die de lezer bijzonder onbehaaglijk maakt. Vrijwel alles aan deze lyriek is immers bij uitstek herkenbaar, maar tegelijk wil vrijwel niemand zich zonder meer identificeren met het mensbeeld en het wereldbeeld dat in deze bundel gestalte krijgt. Mensen worden haarscherp geportretteerd maar bijna steeds zijn ze gekwetst en enigszins gehavend, zij het dat de dagelijkse tragiek steevast ook getemperd wordt. Minstens even opvallend is bovendien de opdringerige aanwezigheid van objecten en vooral abstracte structuren, machten waaraan de mens inherent is onderworpen.
 
Die thematiek is niet enkel het handelsmerk van Bogaert geworden, de op zich doodernstige kwesties worden hier allereerst op een briljante manier verwoord. Bogaert speelt daarbij allereerst ironisch met het formulaire taalgebruik: administratieve formules, morele voorschriften, reglementen en allerlei modieuze woorden worden subtiel verwerkt tot beelden, waardoor het clichématige tegelijk wordt overgenomen én onderuit gehaald. In de reeks ‘Tenten’ wordt bijvoorbeeld het opgroeien van jonge meisjes indringend verteld via het verblijf in een tent; zelfs de tent evolueert met de jaren. Tegen die subtiliteit kan veel hedendaagse geëngageerde lyriek niet op. Dit is, met andere woorden, poëzie van het hoogste gehalte: briljant en tegelijk schrijnend.
 
Paul Bogaert: Zo kan het niet langer, Polis,. Kalmthout 2018, 56 p. ISBN 9789463102834. Distributie Pelckmans Uitgevers 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri