‘Het was een amoervalkenliefde. Voorspelde
haar wet, verrassing en snelheid, maar niet een even abrupte schipbreuk van de
liefde?’
Tegen
het decor van een aanzwellende cycloon die de kusten van Mexico nadert, en
waarbij de havenstad Veracruz in het oog van de storm dreigt te belanden,
herinnert de hoofdpersoon zich een korte maar heftige liaison, in juni 1990,
met Dariana, een mooie, mysterieuze Cubaanse, zangeres en revuestar van het
Havanese Tropicanatheater. Als jonge literatuurprofessor reist de verteller de
wereld rond om lezingen te geven over Marcel Proust (onder de titel: ‘Proust
m'énerve’) en diens meesterwerk A la
recherche du temps perdu waarin, naar zijn zeggen, nooit sprake is van enig
drankmisbruik.
Zijn ontmoeting met Dariana is als een openbaring en hun prille liefde leest
als de extase in Le temps retrouvé.
Maar er blijven raadsels, en wanneer na enkele weken de jonge vrouw niet meer
komt opdagen in Bar Ideal, hun vaste afspraakplaats aan de Calle Moreno,
vervalt de verteller in volstrekte apathie. Het meisje lijkt wel van de
aardbodem verdwenen; de verteller raakt steeds meer aan de drank en gaat enkel nog
naar zijn hotel om zijn roes uit te slapen.
Tot de dag dat er een manuscript
wordt afgeleverd met een verhaal in vier delen, ieder ervan verteld vanuit het
oogpunt van een van de vier personages die erin optreden. Als eerste de
Spanjaard Alonso, een voormalig jezuïet, die daarom spottend Ignacio genoemd.
Hij houdt zich bezig met de verkoop van oude boeken uit de bibliotheek van het
Medina-Schmidt paleis, een alibi echter voor het verschepen van drugs die erin
verborgen worden. Hij is dolverliefd op de vrouw des huizes, La Señora, oftewel
Susana, de dochter van de oude El Griego, die haar jarenlang als zijn seksueel
speeltje beschouwde. Vandaag is ze de maîtresse van Miller, kind van een hoer
en een Amerikaans matroos, een gewetenloos en uiterst gewelddadig
kartelbaas. Ze hadden samen een kind dat de relatie niet heeft overleefd.
Ondanks het
feit dat de cycloon ook in dit verhaal in aantocht is, leven ze alle vier alsof
er niets aan de hand is en blijft Alonso zijn aanbeden Susana voorlezen uit de
liefdesgedichten van de Spaanse dichter Francisco de Quevedo (1580-1645),
waarbij vooral een vers uit de erotiserende Sonetten aan Lisi aan bod komt.
De verteller
intussen begrijpt niets van de verhalen die hem door een onbekende werden
bezorgd, maar hij vermoedt er allerlei verborgen boodschappen in, natuurlijk
over of vanwege zijn verloren geliefde Dariana, Heeft zij ze geschreven en wat
heeft ze ermee bedoeld? Of is het toch zo dat wat wij de wereld noemen alleen
als fabel bestaat ? Maar hoe komt het dan dat, korte tijd later, in september
1990, de cycloon Susana over Veracruz zal razen en meer dan duizend doden
maken?
Wat is
werkelijkheid en wat is fictie? Een vraag waarmee Olivier Rolin in bijna al
zijn werken speelt of het nu Suite à
l'hôtel Crystal (2004) is, naar een niet-gerealiseerd project van Georges
Perec of Le météorologue (2014), een
reconstructie van leven en dood van Aleksej Vangenhejm, wetenschapper en
weerkundige, opgepakt en vermoord tijdens de eerste massale zuiveringen in de
Sovjet-unie in de jaren dertig.
De literatuur zelf is permanent aanwezig in het werk van
deze veel gelauwerde auteur, met rechtstreekse verwijzingen (Francisco de Quevedo)
of via subtielere intertekstuele hints, zoals wanneer hij in het begin spreekt
over ‘mijn zwijgzame en immer bedreigde liefde’, een lichtjes aangepaste versie
van ‘ton amour taciturne et toujours menacé’ van Alfred de Vigny (1779-1863).
En ook het citaat met ‘amoervalkenliefde’ waarmee we de bespreking begonnen,
vereist nadere verklaring.
De valk speelt in relatie tot de liefde een belangrijke rol
speelt in de Franse literatuur. Om te beginnen als symbool van de hoofse
liefde, waarbij het idee van een steeds hoger streven nogal eens in conflict
komt met de onhaalbaarheid ervan. Zoals bij de Spaanse mysticus Juan de la Cruz
(1542-1591) in zijn verzen over de pelgrim-valk, die hoe hoger hij ook vloog,
des te lager hij zich bevond. Of zoals in het gelijkaardige gedicht ‘Un
clairvoyant faucon en volant par rivière...’ van Théodore Agrippa d'Aubigné
(1552-1630) dat eveneens eindigt met een schipbreuk. Dit maar om te zeggen dat
er, zeker voor de literatuurliefhebber, heel wat te rapen valt bij Olivier
Rolin.
Op vele
vlakken dus een intrigerende roman die de zogenaamde tegenstelling tussen
werkelijkheid en fictie nog een extra dimensie geeft door het grote en gewilde
stijlverschil tussen de kroniekachtige passages aan het begin en aan het eind,
met de, als in een roes geschreven, fel romantiserende verhalencyclus in het
middengedeelte.
Olivier Rolin: Veracruz, Vleugels, Bleiswijk 2018, 96 p. ISBN
9789078627456. Vertaling van Veracruz door Katelijne De Vuyst
deze pagina printen of opslaan