Nederlands proza

BOEKEN NR. 6, JUNI 2018

Marieke Lucas Rijneveld: De avond is ongemak

door Sigrid Jacobs

In Het Parool werd Marieke Lucas Rijneveld als ‘het grimmige zusje van Lize Spit’ omschreven. Grimmig, dat is Rijnevelds prozadebuut De avond is ongemak zonder twijfel. En misschien is grimmig nog wel een understatement.
 
Marieke Lucas Rijneveld, nog niet zeker van haar genderidentiteit en daarom met twee voornamen, debuteerde in 2015 met de dichtbundel Kalfsvlies en won daarmee de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut. Zowel stilistisch als thematisch sluit De avond is ongemak dicht bij die dichtbundel aan. De context van het gereformeerde boerengezin is de hare, dat merk je. En die context lijkt steeds harder te trekken.
 
‘Ik was tien jaar en deed mijn jas niet meer uit’, zo begint de roman. Jas, die haar jas dus niet meer uit doet (woordgrapje much?), is het tweede kind uit een gezin van vier. Aan het begin van de roman sterft Matthies, het oudste kind. Matthies ging schaatsen op het meer, maar kwam niet meer terug. Jas wilde ook graag mee gaan schaatsen, maar mocht nog niet, ‘te klein’. Vlak voor ze hoort dat haar broer gestorven is, laat ze optekenen:

‘Even zag ik ook mijn schaatsen voor me, die weer in het vet werden gezet en in de doos naar de vliering konden. Ik dacht aan dat ik nog voor zoveel te klein was, maar dat niemand vertelde wanneer je groot genoeg werd, hoeveel centimeter dat op de deurpost was, en ik vroeg aan God of hij niet alsjeblieft mijn konijn maar mijn broer Matthies kon nemen: ‘Amen.’
 
Het perspectief van Jas is ontwapenend, alsof je haar voortdurend wil omarmen. Zelfs als ze in het rouwproces om haar broer steeds verder wegzakt in nodeloze wreedheden die uiting geven aan haar gevoelens van schuld en onbegrip. Op school had ze eens de opdracht gekregen om met een punaise de plek op een wereldkaart aan te duiden waar ze naartoe wil, en dus steekt ze een punaise in haar navel, want ‘ooit wil ik naar mezelf toe’. Die punaise blijft daar dan ook dagenlang zitten, vormt langzaamaan een dikke korst.
 
De rauwheid waarmee Rijneveld de ontwrichting van het gezin vormgeeft, beneemt je de adem. Ze weet die kilte bovendien wonderwel te linken aan religie, seksualiteit en identiteit, drie andere belangrijke thema’s in de roman. Naarmate de roman vordert botst die onophoudelijke zoektocht naar grimmige beelden echter steeds vaker op de grens van het aannemelijke. Want hoe waarschijnlijk is het dat Jas echt voortdurend haar jas aanhoudt, dagenlang met een punaise in haar navel rondloopt en bovendien ook maandenlang niet poept? Het beeld om het beeld, dat gevoel gaat storen.  
 
‘Het enige wat dit boek lijkt te willen, is ons te laten leiden’, concludeerde het NRC een tijdje geleden. En dat is het nu net niet, want het gaat niet om het leiden, het gaat om het ongemak dat onder je huid kruipt als je eenmaal in Rijnevelds kinderlijk donkere fantasiewereld gegooid wordt. Het gaat om de grens die Rijneveld voortdurend opzoekt tussen wat je als lezer net wel en net niet kan verdragen en de confrontatie die je voelt op het moment dat je liever wil wegkijken van een realiteit die alledaags gruwelijk, en net daardoor zo moeilijk is.  

Bekroond met de Booker International Prize 2020 in vertaling van Michele Hutchinson (The Discomfort of Evening).
 
Marieke Lucas Rijneveld: De avond is ongemak, Atlas/Contact, Amsterdam 2018, 270 p. ISBN 9789025444112. Distributie VBK België 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri