Ik kan mij niet herinneren dat een debutant in
de pers zo massaal is geprezen als Radna Fabias de jongste maanden. Dat zij
zopas voor haar eersteling Habitus
bekroond werd met de prestigieuze Buddingh’-prijs kan dan ook nauwelijks een
verrassing heten.
De term ‘habitus’ verwijst in de sociologie naar de macht der gewoonte,
naar het levenspatroon dat mensen ‘spontaan’ geïnternaliseerd hebben. Sterker
nog, zij staan er niet bij stil dat het aangeleerd gedrag en aangeleerde
overtuigingen betreft, die voor buitenstaanders vaak zelfs helemaal niet zo
vanzelfsprekend overkomen. Dat ‘natuurlijke’ habitus-denken van de hedendaagse
westerse mens wordt in deze gedichten voortdurend gedemonstreerd en kritisch
ontmanteld.
In
deze gedichten lijkt alles te vervloeien. In plaats van stabiele identiteiten
en definities komen allerlei variaties en transformaties: tussen blank en
gekleurd, tussen man en vrouw, tussen ik en de ander, tussen Nederlander en
vreemdeling. De auteur is immers geboren op de Nederlandse Antillen, maar woont
al geruime tijd in Nederland. Dat resulteert in een bewust ‘nomadische’
houding, een tussenin dat gefascineerd maar met de nodige afstand de ruimte en
de mensen waarneemt.
Die afstand geldt trouwens zowel de ruimte van de geboortegrond als de
Nederlandse samenleving. In haar gedichten roept Fabias het beeld op van een
exotisch landschap, een eiland vol zintuiglijke overvloed, energie en magie.
Tegelijk ontmaskert ze alle clichés van de reisgidsen en het geloof in het
natuurlijke en het primitieve. Dat gebeurt vooral door overdrijvingen en door
lijsten aan te brengen van in feite niet combineerbare elementen.
Dat gebeurt met veel
zin voor humor en met theatrale effecten, maar het taalgebruik is nooit
vrijblijvend. Integendeel, Fabias laat zien hoe taal macht incarneert en
controle uitoefent,
door dingen als vaststaand te benoemen, door te categoriseren, door
redeneringen uit te vaardigen als correcte uitspraken over de werkelijkheid:
‘de teruggekeerde migrant is de oceaan is een paar meter van de oceaan vandaan
een hete kerk de hete lucht’, en zo gaat het nog een eind door.
Dergelijke
opsommingen en uitbreidingen zijn typerend voor de manier waarop de dichter te
werk gaat: voortdurend verschuiven betekenissen doordat ze in een andere
omgeving, in een andere context worden gebruikt. Ook de manier waarop het
lyrische ik zichzelf definieert, is permanent aan dergelijke verschuivingen
onderworpen. Het ik ondergaat evenzeer de sociale wetten, maar onttrekt zich
bij momenten aan alle regels en zelfs aan het eigen lichaam.
Die enorme beweeglijkheid uit
zich inderdaad in de taal. Fabias kiest voor een regelrechte woordenstroom, een
eindeloze waterval van woorden en beelden met veel herhalingen. Haar retoriek
is bijzonder overtuigend en krachtig. Dit is poëzie vol levenskracht, kritisch
maar tegelijk ook optimistisch. De bezweringen blijven nog lang nazinderen.
Radna Fabias:
Habitus, De Arbeiderspers, Amsterdam 2018, 112 p. ISBN 9789029523806. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan