Vertaald proza

BOEKEN NR. 7, JULI 2018

Imogen Hermes Gowar: De meermin en de courtisane

door Kris van Zeghbroeck

Zeevrouw, meermin, zeemeermin, sirene; allemaal benamingen voor een mythologisch wezen half vrouw half vis dat met betoverend gezang zeelieden naar hun ondergang lokt. De mythe gaf aanleiding tot de Japanse fabricatie van een gemummificeerde zeemeermin, een combinatie van het bovenlijf van een aapje en de staart van een vis. Een curiosum met demonische uitstraling, vermoedelijk uit de 18de eeuw, die nu deel uitmaakt van de collectie van het British Museum (zie illustratie).

Iets dergelijks moeten we ons voorstellen bij de eerst levend gevangen, maar onderweg gestorven en opgezette zeemeermin die in het bezit komt van de reder Mr. Hancock, nadat een van zijn kapiteins het koopvaardijschip verkocht om het exotisch kleinood voor zijn baas te verwerven. Die is aanvankelijk weinig gelukkig mee, maar dankzij een eindeloze stroom kijklustigen kan hij er uiteindelijk aardig munt uit slaan. Wanneer hij ingaat op het voorstel van een bejaarde bordeelhoudster die er extra cliënteel mee wil lokken, komt de weduwnaar Hancock in contact met de fine fleur en een ander soort meermin: de courtisane.

Figure of a 'mermaid' (British Museum)




'Ze is zevenentwintig en nog steeds beeldschoon, wat voor een deel een kwestie van geluk is, deels een kwestie van omstandigheden, en verder een kwestie van gezond verstand. Haar helderblauwe ogen en sensuele lach zijn gaven der Natuur; haar lichaam en geest zijn gespaard gebleven voor het geploeter en gezwoeg dat haar waarschijnlijk als eenvoudige huisvrouw ten deel was gevallen. Haar huid vertoont geen enkel smetje, haar vagijn is geurig, en haar neus is nog steeds ongeschonden dankzij de kleine zakjes van schapendarm die ze in haar kabinet bewaart, samengebonden met groene lintjes en na gebruik telkens zorgvuldig uitgespoeld. '

Hancock valt helemaal voor de verleidelijke schoonheid voor Angelica Neal. Een courtisane uit de stal van Madam Chappell die vrijgekocht werd als maîtresse van een oude hertog. Na zijn overlijden tracht ze ongebonden van het leven te genieten, maar de druk is groot om terug te keren naar Madam Chappell. Een huwelijk met de gefortuneerde Mr. Hancock lijkt een uitweg te bieden en de sociale promotie te beloven die zo typisch is voor de 18de-eeuwse literatuur.

Mr. Hancock verwerft voor zijn kersverse echtgenote een statig landgoed met boomgaard en aanpalend zomerhuis, waaronder zich een versierde grot bevindt. Hij zou die graag bevolkt zien met een nieuwe, levende meermin, hoewel binnen die obsessie de grenzen tussen vrouw en mythisch wezen lijken te vervagen:

'’s Nachts droomt hij over Javaanse meerminnen, die door het zwarte water in zijn eigen grot glijden alsof ze daar ter wereld zijn gekomen. Ook droomt hij over een rondborstige schoonheid met een vissenstaart en takjes oranje koraal in haar zwierende, gouden lokken, haar boezem smachtend rijzend met de beweging van het warme getij. In zijn dromen ligt ze in een badkuip van parelmoer en als hij haar eruit tilt, is ze zwaar en glad, een koud, dood gewicht dat uit zijn armen glibbert. In zijn droom pakt hij haar van de grond, sleept haar moeizaam door een schelpvormige kamer, en als zij log in zijn armen hangt, bijna te zwaar voor zijn krachten, sijpelt haar vocht door zijn hemd heen en worden ze beiden in een naar oesters geurende nevel gehuld. Als zij haar koude, natte gezicht naar hem opheft, is het steeds weer dat van Angelica.'

Wanneer dan toch onverwacht een 'levende' meermin aangevoerd wordt, lijkt ze in niets op de opgezette attractie. Het lijkt meer een magische, etherische aanwezigheid die tot weemoed en melancholie stemt:

'Dan rijst het water met een zucht en vormen zich glanzende regenbogen op het koper. Hij ziet haar. Ze is ondefinieerbaar, maar er bestaat geen twijfel dat ze er is. Ze lijkt op een school golvende, glinsterende kleine visjes, een grote massa die steeds van vorm verandert, een denkend wezen. Af en toe ontwaart hij haar armen en dan weer haar golvende haren. Hij ziet haar zilveren staart opzij bewegen. Gedurende vele minuten blijft hij boven het water hangen terwijl zij zucht en zich wentelt.'

Om aan die allesomvattende depressie te ontsnappen, besluit Angelica de gevangen meermingeest te bevrijden en de grot zonder meermin tot een oogverblindend spektakel voor een societyfeest uit te bouwen. Door de meermin te bevrijden, bevrijdt Angelica zichzelf en is ze niet langer een bezit maar een (gelijke) partner binnen het huwelijk.

Imogen Hermes Gowars debuut The Mermaid and Mrs. Hancock (2017, De meermin en de courtisane) werd voor de shortlist van de Women’s Prize for Fiction 2018 genomineerd. Het werd een stevig onderbouwde historische roman die met zin voor details en gebruiken het leven van de achttiende eeuw oproept, maar gaandeweg opgaat in een vorm van magisch realisme. De  coverillustratie is een bewerking van La Sirène (zie illustratie) van de Frans-Japanse kunstenaar Leonard Tsuguharu Foujita (1886-1968).

Imogen Hermes Gowar: De meermin en de courtisane, Atlas/Contact Amsterdam, 2018, 575 p. ISBN 9789025450854. Vertaling van The Mermaid and Mrs. Hancock door Carla Hazewindus en Anne Jongeling

La Sirène van de Frans-Japanse kunstenaar Leonard Tsuguharu Foujita (1886-1968)




deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri